voetbalzone

Van de vierde klasse naar een buitenlands profavontuur: ‘Ik snapte er niks van’

Chris Meijer16 apr 2020, 22:28
Laatst bijgewerkt: 16 apr 2020, 22:28
Advertentie

Voor de winterstop speelden Diecquincio Tob en Achraf Douiri hun wedstrijden nog tegen clubs als CVV Vlug en Vaardig, ASC Germaan/De Eland, FC Portugal Amsterdam en SC Overamstel, maar nu wachten zodra de competitie kan starten duels met onder meer Arameisk-Syrianska, Atvidabergs, Rynninge en Varmbols. Het duo verruilde Zuidoost United, uitkomend in de vierde klasse van het zaterdagvoetbal, onlangs voor een avontuur bij IFK Eskilstuna. De Division 2 Södra Svealand, het vierde van het Zweedse voetbal, moet voor het duo uiteindelijk een ‘trampoline’ vormen richting de huidige werkgever van Lesly de Sa.

Door Chris Meijer

De naam Eskilstuna zal bij weinig mensen in Nederland een belletje doen rinkelen. De 70.000 zielen tellende stad, ongeveer honderd kilometer ten westen van hoofdstad Stockholm, was ooit een van de grootste industriesteden van Zweden en beroemd om zijn staalindustrie, die onder meer wapens, (scheer)messen, scharen en sleutels vervaardigde. Tegenwoordig produceert automerk Volvo er nog altijd bouwmachines, maar dat is zo’n beetje het meest opmerkelijke dat er nog te zeggen valt over Eskilstuna. Toch heeft zich in de voorbije tijd een behoorlijke Nederlandse enclave gevormd in het ‘Sheffield van Zweden’, zoals de bijnaam van de stad luidt. In navolging van Lesly de Sa streek Kevin van Kippersluis onlangs neer bij AFC Eskilstuna, dat vorig jaar degradeerde vanaf het hoogste niveau. De grootste club van de stad heeft een samenwerking met IFK Eskilstuna, waar Tob en Douiri terecht zijn gekomen. Tot slot telt Eskilstuna met Eskilstuna City ook nog een derde club, waar Nick Wolters onder contract stond. De Nederlandse doelman heeft onlangs de overstap gemaakt naar AFC Eskilstuna.

Dat De Sa, Tob en Douiri in Eskilstuna terecht zijn gekomen, is niet geheel toevallig. Hun zaakwaarnemer Gwendell van Riemsdijk heeft uitstekende contacten in Zweden en kende AFC Eskilstuna-trainer Özcan Melkemichel nog van de transfer van Christoff Dias de Oliveira. De momenteel clubloze Dias de Oliviera maakte in de zomer van 2015 de overstap van de amateurs van Ajax naar AFC Eskiltuna, waar Melkemichel tussen 2014 en 2016 de scepter zwaaide en dit jaar terugkeerde. “Echt een topgozer, door onze goede verstandhouding is Lesly bij Eskilstuna terechtgekomen. Toen ik daar was, zag ik in het stadion (Tunavallen, wordt door beide clubs gedeeld, red.) nog een club trainen. Ik kende IFK Eskilstuna aanvankelijk niet en door Özcan ben ik in contact gekomen met die club”, vertelt Van Riemsdijk aan Voetbalzone. De belangenbehartiger heeft een eigen academie in Nederland met getalenteerde jonge spelers, van waaruit al de nodige spelers eerder de overstap naar Scandinavië maakten.

De academie van Van Riemsdijk, een mix van afvallers bij profclubs of jonge spelers die altijd bij de amateurs hebben gespeeld, speelt onder de vlag van Zuidoost United in de vierde klasse van het zaterdagvoetbal. Daarnaast geeft het team van Van Riemsdijk acte de présence op verschillende grote jeugdtoernooien. Het doel van de academie is duidelijk: de jongens via een omweg richting het profvoetbal (terug)brengen. “Ik krijg berichten vanuit het hele land van jongens die stukjes over mij hebben gelezen, waarin staat dat ik van amateurs profs maak. Ik krijg de raarste berichten binnen, maar de enige amateurs die ik begeleid, zijn de jongens uit mijn academie”, legt Van Riemsdijk uit. “Als je bij AFC speelt en je maakt vijftig goals, mag je op amateurbasis naar FC Dordrecht. Als je daar tien goals maakt, kan je pas een serieuze stap maken. Daarom ligt mijn focus niet op Nederland voor jongens boven de achttien of negentien. Het niveau van IFK is vergelijkbaar met de hoofdklasse of Derde Divisie, een prima vervolgstap. Er is een samenwerking met AFC Eskilstuna, er zijn mogelijkheden. IFK maakt ook grote stappen: ze hebben een programma in de gym, letten op de voeding. Er ligt een plan voor die jongens, het is niet zo van: ga maar naar Zweden en zoek het uit. Voor mijn academie is het een prima springplank, dat is de achterliggende gedachten.”

voetbalzone

“Neem Diecquincio, hij liep stage bij FC Emmen en er waren nog een aantal clubs waar hij terecht kon. Dan is de vraag: ga je in Nederland aan de slag bij Jong FC Den Bosch, Jong FC Emmen of Jong Go Ahead Eagles of ga je in Zweden op het derde of vierde niveau spelen in een eerste elftal? Dat laatste heeft in mijn ogen meer waarde en levert meer rendement op. Als je vijftien of zestien bent, moet je nog gewoon je kansen pakken in Nederland. Maar voor de wat oudere jongens is IFK ideaal”, benadrukt Van Riemsdijk. Tot februari had Tob met geen haar op zijn hoofd gedacht aan een profavontuur in Zweden. Door een uitermate ongelukkige samenloop van omstandigheden was een overstap naar FC Emmen niet van de grond gekomen. De huidige nummer twaalf van de Eredivisie wilde hem na een proefperiode in een wedstrijd aan het werk zien, maar het geplande duel waarin hij zou meespelen met de Onder-19 werd afgelast. FC Emmen zou hem vervolgens nog eens nader bekijken in een oefenwedstrijd met de academie tegen De Graafschap, alleen kon dat duel niet doorgaan doordat Tob en zijn ploeggenoten door de boerenprotesten urenlang in de file stonden. Toen de achttienjarige vleugelverdediger eindelijk bekeken kon worden, speelde hij, in zijn eigen woorden, ‘geen topwedstrijd’.

“Ze wilden me laten wachten, maar dat zag ik niet zitten. Ik wilde duidelijkheid hebben en toen kwam mijn zaakwaarnemer een week later met de stage in Zweden. Ik was kapot blij en ben snel alles gaan regelen. Ik was vastberaden om meteen op de eerste stagedag alles te laten zien, want ik wilde niet teruggestuurd worden naar Nederland met de boodschap dat ik niet goed genoeg was. Ik wist dat er interesse was vanuit het buitenland, maar het was hiervoor nog niet echt concreet. Ik werd wat ouder en dacht: als Emmen niet lukt, moet ik maar het buitenland proberen. Ik was eigenlijk nog aan het wachten en toen kwam dit, waarvan Gwendell zei: ‘Dit is echt je kans, die moet je pakken en dan kan je over twee jaar een volgende stap maken’”, glimlacht Tob, die altijd bij de amateurs speelde en eerder uitkwam voor FC Amsterdam. Tijdens de stage wist hij te overtuigen, waardoor hij halverwege februari zijn handtekening zette onder een eenjarig contract met een optie voor nog een seizoen bij IFK Eskilstuna. Twee dagen later kreeg hij in Zweden gezelschap van Douiri, eveneens afkomstig vanuit de academie.

Douiri speelde voor achtereenvolgens BTV, SC Buitenveldert en EDO, alvorens ADO Den Haag hem in 2017 de eerste kans in het profvoetbal bood. Zijn periode in de Hofstad bleef uiteindelijk maar beperkt tot één jaar. “Ze waren bij ADO heel erg aan het twijfelen, dus dat was jammer. Het was mijn eerste jaar bij een profclub, dus ik moest wennen aan hoe alles werkt”, verzucht Douiri. Hij koos vervolgens bewust voor de academie van Van Riemsdijk, om dagelijks met voetbal bezig te kunnen blijven en zo zijn droom om profvoetballer te worden levend te houden. “Soms heb ik tijdens wedstrijden in de vierde klasse wel even rondgekeken van: komt die stap nog wel? Uiteindelijk is die gekomen. Vanuit de vierde klasse is het niet realistisch dat je een buitenlands avontuur aangaat, normaal gesproken. Ik had al gezegd dat ik iedere stap zou aannemen die ik kreeg. Maakt niet uit waar, ik ga er naartoe. Dat had ik al in mijn achterhoofd.”

voetbalzone

De twintigjarige Douiri speelde zich in de kijker tijdens een jeugdtoernooi bij het Deense Odense BK. Toch kwam het nieuws over de belangstelling van IFK Eskilstuna tamelijk onverwachts voor de buitenspeler. “Ik zat bij de kapper en kreeg toen een telefoontje dat ze een linksbuiten zochten. Ik heb ’s avonds een vliegticket geboekt, de volgende dag zat ik in het vliegtuig en stond ik op het trainingsveld. Ik snapte er niks van, het is heel snel gegaan. Het is totaal onverwachts gekomen, ik dacht eerst nog even: is dit allemaal serieus?. Het was een verrassing dat er überhaupt belangstelling was vanuit het buitenland”, lacht hij. Inmiddels vinden Douiri en Tob zichzelf samen terug in een appartement in het oude centrum van Eskilstuna. In de eerste weken hadden ze veel aan elkaar. “Koken en je kleren wassen”, somt Douiri met een glimlach op. Tob vult aan: “Je moet zelfstandig zijn: je gaat alleen naar de club en moet voor jezelf zorgen. Het is heel anders, normaal kwam ik thuis en had mijn moeder gekookt. Nu moet ik voor de training koken, om het in te vriezen.”

Behalve de hulp van elkaar, worden Tob en Douiri in hun eerste weken in Zweden op sleeptouw genomen door De Sa. Vooral nu de groepstrainingen voor IFK Eskilstuna stilliggen (AFC Eskilstuna traint overigens nog wel 'gewoon') door de uitbraak van het coronavirus wordt het Nederlandse duo onderworpen aan het trainingsschema van de 27-jarige aanvaller, die in het verleden voor onder meer Ajax, Go Ahead Eagles en Slovan Bratislava speelde. “Ik heb heel goed contact met mijn fysio in Nederland (Ross Watson, red.) en hij stuurt me door wat ik moet doen. Daar kan ik die jongens makkelijk in meenemen, als ze gretig zijn. Het zijn twee jongens die graag willen, hun droom najagen en dat vind ik mooi om te zien. Zo was ik ook op die leeftijd. Nu nog steeds, eigenlijk”, glimlacht De Sa. Hij haalde reeds zijn diploma’s in de personal training. “Ik vind het leuk om mensen te helpen, dat geeft me voldoening. Als ik mensen kan helpen, doe ik dat. Al helemaal jongens die dezelfde droom hebben als ik. Ik heb gezegd dat als ze vragen hebben, ze altijd bij mij kunnen aankloppen. In de wereld moet je elkaar gewoon helpen, vind ik.”

“Ik probeer een beetje mee te geven wat ik ook heb meegemaakt. De periode in Slowakije was mijn eerste buitenlandse avontuur, dan gaat het in het begin niet direct zoals je wil. Je moet volhouden en doorgaan, dan zie je vanzelf dat het beter gaat. Het buitenland is soms lastig, omdat je de taal niet spreekt, alleen bent of je niet begrepen voelt. Dan is een helpende hand altijd handig”, vervolgt De Sa, die twee jaar bij het Slowaakse Slovan Bratislava onder contract stond. “Het is altijd fijn om Nederlanders om je heen te hebben, dat je je eigen taal kan spreken. Ik vind het mooi om te zien hoe ze het oppakken op die leeftijd, heel knap. Als ze zo gretig en gefocust blijven, zie ik ze ook nog wel een volgende stap maken. Ik weet hoe het voelt om geholpen te worden en het is fijn om iemand te helpen. Het kost mij niks, het is uit vrije wil en ik vind het fijn om te helpen waar ik kan.”

“Hij is voor mij een personal trainer. Ik kan met hem over alles praten, soms vraag ik hem naar zijn ervaringen bij Ajax. Hij is altijd eerlijk, dat is het beste. Niet streng, maar open en hij hamert erop dat we moeten leren. Het is prettig om daar iemand te hebben met zoveel ervaring, ik heb het soms wel moeilijk”, zegt Tob over de invloed van De Sa. Hij krijgt bijval van zijn huis- en ploeggenoot Douiri. “Lesly neemt ons mee richting de training. Je kijkt tegen zo iemand op, het is mooi om te zien. Hij laat zien dat je er niet zomaar kan komen.”

Uiteindelijk is het voor zowel Tob als Douiri een doel om ploeggenoot te worden van De Sa (en Van Kippersluis) bij het ‘grote’ AFC Eskilstuna. “Dat is het volgende doel en een logische stap. IFK zie ik als trampoline en het is nog even afwachten waar die naartoe gaat leiden”, klinkt het ambitieus uit de mond van Douiri. Tob besluit met een glimlach: “Je ziet AFC Eskilstuna trainen in hetzelfde stadion, dat is ook de volgende logische stap. Bij iedere training kan de trainer langs de kant staan. Ik hoop voor december al mee te hebben getraind, om te kijken hoe het niveau is.”