Van Beek terug na anderhalf jaar blessureleed: ‘Man, wat zijn wij trots op Sven’
Na bijna anderhalf jaar geblesseerd te zijn geweest, maakte Sven van Beek zaterdagavond in het duel met PEC Zwolle zijn rentree bij Feyenoord. De verdediger verving Renato Tapia in de eerste helft, die een spierblessure opliep en moet vrezen voor een lange absentie. “Het gekke is dat ik voor de wedstrijd al rekening hield met een optreden”, zegt Van Beek in gesprek met het Algemeen Dagblad.
“Renato had zware wedstrijden gespeeld met Peru. En bovendien zware vliegreizen achter de rug. Je weet nooit hoe je daarvan herstelt. Mijn moment was blijkbaar aangebroken. 0-0 tegen PEC is niet goed, maar voor mezelf heb ik een overwinning geboekt”, stelt Van Beek. Hij hoopt komende dinsdag, als Feyenoord het opneemt tegen Shakhtar Donetsk in de Champions League, aan de aftrap te mogen verschijnen.
“Ik wilde zo enorm graag. Ik was zo blij dat ik er weer stond, in de volle Kuip tussen de jongens. Ik heb veel meters gemaakt, was moe. In de slotfase maakte ik één foutje, ik verloor de bal op het middenveld. Dat was echt pure vermoeidheid”, zegt de verdediger, die niet de enige was die zijn rentree maakte na een blessure. Ook Nicolai Jörgensen keerde terug van een kwetsuur.
“Hij speelde tegen PEC alsof hij die anderhalf jaar dat hij moest toekijken gewoon heeft meegedaan. Man, wat zijn wij trots op Sven”, begint de Deense spits, die tijdens zijn invalbeurt de paal raakte. “Man, die mensen op de tribune toen ik mij ging warmlopen kort na rust. Het maakte me bijna nerveus. Ik voelde dat ik bijna wel moest scoren. Ja, de keeper redde PEC. Maar hij had geen idee wat hij deed toen hij de bal tegen de paal tikte.”