Valentijn Driessen: ‘Ajax stelde niets voor, hij was de minste van allemaal’
Valentijn Driessen is niet bepaald onder de indruk geraakt van het spel van Ajax tegen 1. FC Union Berlin. De Amsterdammers kwamen donderdagavond in eigen huis niet verder dan een teleurstellend 0-0 gelijkspel, waardoor de return in de Duitse hoofdstad een hels karwei wordt volgende week. In de ogen van Driessen was Steven Bergwijn de grootste dissonant aan de kant van Ajax. De buitenspeler keerde terug in de basis, maar maakte volgens de chef voetbal van De Telegraaf geen moment indruk.
"Zelfs de Europese subtop blijkt een niet te nemen hindernis voor Ajax en PSV", trapt Driessen zijn analyse af in De Telegraaf. "Weliswaar staat Union Berlin tweede in de Bundesliga, het bleek een modale ploeg. Desondanks hielden de Duitsers kinderlijk eenvoudig stand. Ze lieten Ajax zelfs ontsnappen. De combinatie Ajax en topwedstrijden blijft vloeken dit seizoen. Op zich biedt het kansen, maar dat neemt niet weg dat de Ajacieden een wanprestatie leverden tegen Union Berlin."
Volgens de chef voetbal was Bergwijn 'de minste van allemaal'. De buitenspeler ontbrak afgelopen weekend tegen RKC Waalwijk, maar mocht het tegen Union weer vanaf de eerste minuut laten zien. Een hopeloze vrije trap die meters over het doel ging was typerend voor het spel van de Oranje-international. "Offensief stelde Ajax niets voor. Dat Calvin Bassey samen met keeper Gerónimo Rulli de beste aan Amsterdamse zijde was, vertelt het verhaal."
De enige houvast die Driessen heeft gezien is de verdedigende organisatie. Ajax wist in drie van de laatste vier officiële wedstrijden de nul te houden. Dat er in aanvallend opzicht geen vuist kon worden gemaakt - de Amsterdammers slaagden er voor het eerst sinds februari 2020 niet in om een schot op doel te lossen - moet John Heitinga echter zorgen baren. "In ieder geval heeft het vertrouwen vanuit de competitie zich (nog) niet vertaald naar de Europa League", zag ook Driessen.