Twaalfjarige Nederlander maakt furore bij Málaga: ‘Ik droom van Oranje’
Xavi Simons, het veertienjarige wonderkind van Barcelona en viervoudig winnaar van de Ballon d'Or voor jeugdvoetballers, is momenteel niet het enige Nederlandse talent dat furore maakt in Spanje. Dean Huijsen is aanvoerder van de Infantil B van Málaga, de Onder-13 van los Boquerones. De twaalfjarige verdediger speelt sinds twee jaar in de jeugdopleiding van de Spaanse club en droomt van een debuut in het eerste elftal én Oranje, zo vertelt hij tegenover Voetbalzone.
Door Chris Meijer
Huijsen woont nu zeven jaar in het Spaanse Marbella en begon daar op vijfjarige leeftijd met voetballen. De Nederlander bevond zich al langer op de radar bij Málaga, maar werd in de zomer van 2015 door de club overgenomen van Costa Unida CF, een amateurclub uit Marbella. Onlangs tekende Huijsen een driejarig contract bij Málaga.
Hoe ben je twee jaar geleden bij Málaga terecht gekomen?
“Tijdens een proefperiode bij de club speelden we tegen een team van Málaga en we wonnen met 4-1, ik maakte ook nog een doelpunt. Dat moet doorslaggevend geweest zijn. Daarna wilden ze me hebben, maar ik speelde ook in de regioselectie. Daardoor was ik al in beeld bij Málaga.”
Was het verschil groot vergeleken met je vorige club?
“Het was wel even wennen. Bij Málaga moet ik vaker trainen: drie keer per week en daarnaast nog een wedstrijd spelen. In het begin waren de teamgenoten wel hard, maar die jongens zijn eruit geschopt. Zij waren bang voor de concurrentie. Maar na een tijdje zagen ze dat ik ook wel wat kon, dat ik ook belangrijk voor het team was. Ik sta achterin en coach veel, daardoor ben ik ook uitgegroeid tot aanvoerder. Dat is eigenlijk vanzelf gegaan. Ik denk niet meer in het Nederlands, niet in het voetbal in ieder geval. Iedereen om me heen is tenslotte Spaans.”
“Er wordt wel harder getraind dan bij mijn vorige club, natuurlijk. Maar dat is ook mooi, ik leef als een profvoetballer. Dat betekent dat ik goed op mijn eten let en op tijd naar bed ga. Ik houd toch niet van hamburgers en vind chocolade ook niet lekker. Ik ben alleen verslaafd aan tictac, maar dat mag wel van de trainer. Mijn moeder vindt school ook belangrijk, ik ga naar een internationale school. De schooldag duurt dan van negen tot vier en daarna moet ik nog eens trainen. Maar dat is niet erg.”
Huijsen behoort zelfs tot de beste spelers van Andalusië van zijn leeftijd. Met de Andalusische selectie nam hij in april deel aan het nationale kampioenschap Onder-12, waar zijn team in de halve finale strandde tegen de Madrileense selectie. “Onterecht, door een buitenspeldoelpunt. Wij waren ook nog eens de hele wedstrijd beter. Het is niet gek om in zo’n selectie te spelen, je kent al die jongens al als tegenstanders. Zeker als het goed gaat, is het al een stuk gemakkelijker.”
Maar jullie spelen niet iedere week tegen profclubs, toch?
“Nee, we spelen nu nog regionaal. Vorig seizoen wonnen we alles vrij gemakkelijk, maar nu spelen we tegen jongens die één jaar ouder zijn. Ze zijn wel sterker, maar kunnen niet beter voetballen. Ook spelen we dit seizoen voor het eerst elf tegen elf, dat was in het begin wel wennen. Op toernooien spelen we wel tegen verschillende profclubs. Zo heb ik weleens toernooien gespeeld in de Verenigde Staten, in Parijs, in Marokko en bij Espanyol, waar we ook in het stadion speelden. Daar gingen we allemaal met het vliegtuig naartoe, maar we hebben ook een keer een toernooi gehad in Santiago de Compostella. Daar gingen we met de bus naartoe, dat was veertien uur rijden. Op die toernooien spelen we dan wel tegen mooie clubs, zoals Real Madrid en Barcelona.”
Dat is toch bijzonder, wedstrijden tegen Real Madrid en Barcelona?
"Van Barcelona hebben we drie van de vier keer gewonnen. Ze kunnen wel heel goed voetballen, maar zijn niet zo goed in verdedigen. De mooiste wedstrijd was tegen Sevilla, dat is hier een beetje de rivaal. Die versloegen we in de finale van een toernooi met 2-0.”
Vader Donny was tussen 1993 en 1997 ook profvoetballer en speelde voor Ajax, Go Ahead Eagles, Haarlem, AZ en MVV. “Ik zag wel dat hij talent had en er bovenuit stak, maar je moet altijd maar zien of hij mee kan komen op een hoger niveau. Dan ga je rustig zitten op de tribune en kijken. Maar tot nu toe pakt hij het iedere keer weer op als hij een stapje hoger gaat”, zegt zijn vader over Dean. In huis staat een groot tactiekbord, waar vader en zoon geregeld de wedstrijden doornemen.
Heeft hij goede tips voor je?
“Als mijn vader iets zegt, komt de trainer er meestal pas twee weken later mee. Hij zou een goede trainer zijn, maar heeft geen zin om trainerscursussen te doen.”
Wat is je toekomstdroom?
“Mijn droom is om in eerste van Málaga te komen en om in Oranje te spelen. Pas als ik dat haal, ben ik beter dan mijn vader. Hij zegt dat hij nu nog beter is, dus ik moet dan wel in Oranje komen te spelen. Ik ben in Nederland geboren, mijn familie woont daar. Ze presteren misschien niet zo goed nu, maar ik wil uiteindelijk wel voor Oranje spelen. Het zou een luxeprobleem zijn om straks te moeten kiezen tussen Nederland en Spanje. Maar ik moet eerst hard blijven werken en niet gemakzuchtig worden, dat zegt mijn vader altijd. Ik moet ervoor blijven gaan en zorgen dat ze niet voor iemand anders kunnen kiezen.”