Trots op mijn volk
Hongarije, mijn geboorteland. Wat had ik het daar naar mijn zin. Lekker eten, heel de dag voetballen en school was af en toe zelfs leuk door mijn vrienden. Echter verhuisde ik op mijn zesde jaar naar een ander prachtig land, Nederland genaamd. Mijn vader kwam er te werken en ik was samen met zijn zus erg verdrietig dat we vertrokken. Ik kwam er snel achter dat dezelfde ingrediënten zich ook bevonden in het regenachtige Nederland om het naar mijn zin te hebben. Al snel voelde ik me één met Nederland, maar diep in mijn achterhoofd weet ik dat dat nooit boven Hongarije zal komen.
Hongarije is een land waar mensen nog wel eens over twijfelen als het gaat om veiligheid. Er zou namelijk veel criminaliteit op straat zijn, dat denken mensen namelijk nogal snel bij landen die in het zogenoemde 'Oostblok' liggen. Ik word nog steeds verdrietig als ik dit lees en krijg pijn in mijn hart. Het is namelijk helemaal niet waar. Hongarije is een land dat voetbal ademt en de mensen zijn verre van onaardig. Er leeft ook nog enige armoede in Hongarije, maar ook die mensen gaan meestal niet op het criminele pad. Sterker nog, toen ik in een sloppenwijk was, zag ik kinderen op een industrieterrein gewoon lekker voetballen, aangemoedigd door de hardwerkende ouders om hun gezin overeind te houden. Voetbal leeft in het land. Het is de populairste sport en elk jaar zijn er amateurclubs met overschotten aan spelers.
De Hongaarse competitie stelt helaas niet zoveel voor. Dat is ook de reden dat ik de Hongaarse competitie niet meer zo nauwlettend volg, maar een wedstrijd af en toe meepikken doe ik niet met tegenzin. De topclub Debreceni VSC, die de afgelopen twee jaar kampioen zijn geworden, zagen we eerder dit seizoen twee keer optreden tegen PSV. Ze speelden met hun beste elf op het veld en ze speelden met ontzettend veel inzet. Het was niet veel soeps, dat was de conclusie die je wel kon stellen. Dat is dus de top van Hongarije. Deze twee confrontaties tussen Debreceni en PSV vond ik overigens prachtig. Debrecen, de plek van mijn geboorte tegen de stad Eindhoven waar ik na onze verhuizing later kwam te wonen. De supporters kochten weken van tevoren kaartjes van minimaal twintig euro en iedereen streepte elke dag keurig af op de kalender tot 'D-Day'. Niet alleen voor de komst van een, vooral vroeger internationale topper, maar ook voor de komst van hun sterspeler Balázs Dzsudzsák. De wedstrijden eindigden alle twee met een overwinning voor PSV, maar de Debreceni supporters en alle andere Hongaarse mensen waren trots op het volk en op de ploeg.
Zoals ik al zei, de Hongaarse competitie stelt niet zoveel meer voor. Zo zeggen de Hongaren dat tenminste. Ook wij hier in Nederland klagen wel eens over onze kleine 'Mickey-Mouse league'. Maar toch zou het weer niet zo klein zijn doordat het elke weekend heel spannend is. Idem dito voor de Hongaarse competitie. Het is geen grote competitie, er komt niet zoveel geld binnen qua tv-gelden als bijvoorbeeld in Spanje of Engeland, maar er is elke wedstrijd wel een verrassende ploeg, elk jaar kan er een andere kampioen komen, iedereen kan van elkaar winnen, dus het is het kijken absoluut waard. De Hongaren kijken overigens niet zo op van de Eredivisie, daar is vooral de Bundesliga, de Premier League en de Primera División het populairst. Echter kijken ze wel met een schuin oog nog naar Nederland, aangezien Balázs Dzsudzsák, de populairste man van Hongarije, in dit regenachtige kikkerlandje speelt.
Niet alleen de wedstrijden tussen Debreceni en PSV waren voor mij speciaal. De ontmoetingen tussen Hongarije en Nederland waren voor mij het speciaalst en tevens mijn mooiste ervaring ooit. De beste voetballers van Hongarije en Nederland tegenover elkaar vond ik fantastisch om te zien. Het boeide me in beide wedstrijden tot de laatste seconde, maar ik vond het wel pijnlijk om te zien hoe Hongarije vernederd werd. Alle lof van mij naar Bert van Marwijk die Oranje de taak gaf om vooral niet te provoceren. Ik vond het ook heel jammer dat de spelers van Hongarije min of meer agressief werden (meestal ten koste van Afellay), want dat past absoluut niet in Hongarije. Ik kan het me enigszins wel voorstellen, maar het is gewoon niet gepast. De mensen keken overigens in diezelfde wedstrijd op tegen Oranje, want het Nederlands Elftal is, na het Hongaarse elftal dan, het populairst in Hongarije. Mensen kijken er met veel genoegen naar en uit onderzoek bleek ook dat driekwart van het Hongaarse volk Nederland steunde op het afgelopen WK.
Dat er zoveel Hongaren waren in de ArenA vond ik nog mooier. Hongarije, met nog steeds dezelfde spelers, had vier dagen eerder met 0-4 klop gekregen en toch nog reisden honderden Hongaren af om hun helden op het veld te zien, terwijl een kaartje al gauw rond de 30 euro lag exclusief reis en hotel. Ik bekeek de wedstrijd thuis en zag een Hongarije dat gretig was en een revanche wilde nemen. De wedstrijd eindigde uiteindelijk in 5-3 en ik zag een Hongarije dat knokte voor elke meter. Knokken voor een tweede plek in de poule, maar bovenal knokken voor het Hongaarse volk. Wij steunen ze door dik en dun, overal op aarde en dat zal niet over gaan. Of we in 2012 naar het EK gaan of niet, ik ben trots op mijn volk en ploeg!