Trauner: ‘Wist niet wat ermee werd bedoeld, maar ik kan er nu wel om lachen’
Met de steun van het Feyenoord-legioen werkt Gernot Trauner toe naar de Conference League-finale van woensdag tegen AS Roma. Toen de Oostenrijkse verdediger vorig jaar arriveerde, was er nog enige scepsis. Inmiddels is de centrumverdediger een van de favoriete spelers van de Feyenoord-aanhang. Trauner kan wel lachen om de bijnaam die hij dit seizoen van de fans heeft gekregen: Kale Kletser.
"Ik wist eerst helemaal niet wat ermee werd bedoeld, maar ik kan er nu wel om lachen", geeft Trauner zaterdag toe in gesprek met De Telegraaf. "Ik zie het als iets leuks. Is toch mooi, als de fans zoiets voor je bedenken. Als ik het vergelijk met Oostenrijk, dan wordt het voetbal hier heel anders beleefd. De mensen zijn echt voetbalgek. Ze hebben Feyenoord in het bloed zitten. Heel indrukwekkend hoe de liefde voor de club wordt beleefd", deelt de populaire mandekker complimenten uit aan de supporters van Feyenoord.
De dertigjarige verdediger voelt zich inmiddels helemaal op zijn plaats bij Feyenoord, dat wellicht niet zijn eindstation is. "Ik heb niet het gevoel dat ik deze stap te laat heb gemaakt. Ik heb nog meerdere jaren voor me liggen en ik kan nog doorgroeien", aldus de ambitieuze Oostenrijker, die zich in de kijker heeft gespeeld van andere clubs. "In het voetbal weet je het nooit, maar op dit moment ben ik sowieso alleen maar gefocust op de finale. Ik heb voor vier jaar getekend en het eerste jaar is super verlopen. Ik ben de club dankbaar voor de kans die ze mij hebben geboden. Het is voor mij geen thema om hier weg te willen. Ik voel me hier heel goed en mijn familie voelt zich heel goed. Ik speel hier graag nog veel langer", stelt hij Feyenoord en zijn fans voorlopig gerust.
De focus ligt nu op de finale in de Conference League. Trauner kan in de voetsporen treden van landgenoot Ernst Happel, die Feyenoord als coach in 1970 de Europa Cup I bezorgde. "Ik heb bij Feyenoord wel gemerkt hoe groot Happel is" erkent de routinier uit Oostenrijk. "In het stadion hangen foto’s van hem en iedereen begint tegen mij over Happel, omdat ik ook een Oostenrijker ben. Het zegt wel iets dat 52 jaar later nog iedereen over hem praat. Dat laat zien dat hij historie heeft geschreven. Die kans krijgen wij nu ook."