Totti: ‘Ajax had een speler die de voorzitter per se wilde hebben’
Francesco Totti heeft bij AS Roma met de nodige grote namen samengespeeld en in een interview met de Corriere dello Sport gaat de icoon op die voetballers in. De veertigjarige aanvoerder noemt de namen van onder anderen Gabriel Batistuta en Vincenzo Montella, maar Antonio Cassano had volgens Totti het meeste talent.
“Op technisch gebied was hij de beste. Ik praatte op het veld veel met Cassano en we zochten elkaar vaak. Buiten het veld kon ik ook goed met hem opschieten, dus er was sprake van een goede harmonie. Als ik het over Cassano heb, dan heb ik het niet alleen over een van de beste spelers in Italië, maar van de hele wereld. Qua talent was hij een fenomeen”, aldus de 59-voudig international van Italië, die tijdens het interview ook ingaat op de vraag met welke trainers hij goed en met welke coaches hij minder goed kon opschieten.
“Ik vond Zdenek Zeman het fijnst en heb misschien alleen een paar problemen gehad met Carlos Bianchi. Hij hield meer van buitenlandse spelers en eiste steeds meer van mij. Op een gegeven moment zou ik naar Sampdoria gaan. Ik bereikte een akkoord en tekende het contract. Een dag later speelden we in het Stadio Olimpico een toernooi tegen Ajax en Borussia Dortmund. Misschien was het het lot, maar die avond maakte ik prompt twee doelpunten tegen zowel Ajax als Borussia Dortmund”, gaat Totti verder.
“Ajax had een sterke speler die Bianchi ten koste van alles wilde hebben, maar na mijn doelpunten zei voorzitter Francesco Sensi dat ik niet weg mocht. Aan het einde van de dag viel de deal in het water en bleef ik bij Roma. Bianchi zei toen tegen Sensi: ‘het is Totti eruit of ik eruit’. De voorzitter ging achter mij staan en sindsdien is alles veranderd”, besluit Totti, die tot dusverre 300 doelpunten maakte in 741 wedstrijden voor Roma.