Topscorer van Cambuur blijkt veelzijdig: ‘Als ik een houthakker was...’
De Keuken Kampioen Divisie geldt al decennialang als kraamkamer voor binnen- en buitenlandse talenten en ook dit seizoen lopen er op het tweede niveau weer veel voetballers met potentie rond. Voetbalzone, de officiële mediapartner van de Keuken Kampioen Divisie, licht om de week een van deze talenten uit. Met deze keer aandacht voor Milan Smit, die dit jaar uitgroeit tot aanvalsleider van SC Cambuur.
Dit seizoen beleeft Smit zijn absolute doorbraak bij Cambuur. De 21-jarige spits maakte al 23 doelpunten in alle competities. In de Keuken Kampioen Divisie staat de teller op 18. De aanvaller had daar zelf nooit van durven dromen. “Ik begon de eerste wedstrijd op de bank. Sjors Ultee was toen nog trainer en vertelde mij het plan voor de wedstrijd. Ik heb er het mijne van gezegd, maar het is de keuze van een trainer. Dan moet ik klaarstaan wanneer ik mag invallen.” Uiteindelijk valt hij prima in, waardoor hij in speelronde twee een basisplek krijgt.
Smit betaalt het vertrouwen dubbel terug en maakt direct twee belangrijke doelpunten (tijdens de 2-3 winstpartij tegen Telstar). Ook de drie wedstrijden erna verschijnt hij op het scorebord. Sindsdien is Smit niet meer weg te denken uit de eerste elf in Leeuwarden. “Ik had getekend voor tien goals dit seizoen. Ik had ook niet gedacht dat ik zo snel basisspeler zou worden. Nu het goed gaat, wil ik in de competitie boven de twintig eindigen.”
Veelzijdig
Wat opvalt is dat de clubtopscorer op verschillende posities inzetbaar blijkt. Met zijn lengte (1 meter 90) lijkt Smit een pure spits, maar schijn bedriegt. “Ik heb een behoorlijk goede techniek en ben juist beweeglijk. Ik zoek de zijkanten op en ga veel diep.” Dat is ook een reden waarom trainer Henk de Jong zijn pupil ook op linksbuiten en de tien-positie posteert. “Als ik een houthakker was, speelde ik waarschijnlijk niet op die posities. Al ben ik wel een echte spits. Dat is van jongs af aan mijn positie, maar ook in die andere rollen scoor ik en geef ik assists.”
“Op linksbuiten krijg ik iets meer ruimte. In plaats van twee verdedigers, staat er maar één”, licht hij toe. “Ook zijn backs het vaak niet gewend dat een buitenspeler meer aan de binnenkant speelt en veel in de zestien komt. Ik weet ook hoe een spits bediend wil worden, maar het is niet mijn kwaliteit om iemand te dollen. Het liefst speel ik dan ook in de as van het veld. Dus wanneer ik niet als spits speel, sta ik het liefst op tien. Niet als spelmaker, ik kom veel in het strafschopgebied en speel dicht bij de spits. Want op de goede plek staan en goals maken is wél mijn kwaliteit.”
Daarnaast ziet Smit ook nog verbeterpunten als aanvalsleider. “Omdat ik lang ben, is het goed om ballen vast te kunnen houden. Daar werk ik op dit moment hard aan.” Met de assistent-trainer bestudeert hij intensief de beelden van een voormalig en voorbeeldig Oranje-spits. “Ik probeer dingen van Robin van Persie in mijn spel toe te passen. Hij speelde vaak net achter de centrale verdediger, want vanuit daar waren zijn timing en tempo in het voor de man komen perfect. Ik probeer veel naar die kleine dingen te kijken.”
Lang gewacht
Dit seizoen loopt het op rolletjes voor de aanvaller, maar daaronder verborgen ligt een lange periode van gretig geduld. “Ik ben begonnen in Drenthe, bij HH97 in mijn thuisdorp Hollandscheveld. Daar werd ik tijdens een zaalvoetbaltoernooitje gescout door FC Emmen.” Op dat moment is de Emmen-jeugd gemengd met die van sc Heerenveen, maar even later scheiden die wegen. “Heerenveen heeft toen een hoop talenten overgenomen, waaronder ik.” Ondanks dat hij een groot talent is, verliest hij langzaamaan de lol in het spelletje.
“Ik speelde vaak mee met de hogere teams, maar als ik daar dan uiteindelijk vast bijkwam, verloor ik mijn speeltijd. Toen ben ik het plezier kwijtgeraakt en uiteindelijk naar FC Twente gegaan.” Bij Twente voetbalt Smit drie jaar lang, voor hij op zijn zeventiende bij Cambuur terechtkomt. “Daar had ik het op het begin lastig. Bij Twente heb ik veel op de bank gezeten, dus dan is het moeilijk om het ineens weer te laten zien. Het was nog de vraag of ik door mocht naar de Onder 21. Maar op het einde van dat seizoen begon ik veel te scoren, waardoor ik mocht aansluiten. Na een half jaartje in dat team mocht ik door naar het eerste."
Cambuur speelt op dat moment nog in de Eredivisie. Smit krijgt door de grote belangen weinig kansen, maar houdt geduld. Hij debuteert op 3 april 2022 tegen NEC. Daarna volgen nog enkele speelminuten tegen Vitesse en PSV, voordat hij tegen RKC Waalwijk zijn eerste goal maakt. Het is ook nog eens de belangrijke 1-1, diep in blessuretijd.
Het seizoen erop begint Smit in de basis, maar raakt die plek uiteindelijk kwijt aan Roberts Uldrikis en Bjorn Johnsen. Aan het eind van het seizoen 2022/23 staan er dertien wedstrijden Eredivisie op de teller, waarvan Smit alleen de eerste drie basisspeler was. Het is dan ook niet gek dat de jonge aanvaller geen hoge verwachtingen had van de huidige jaargang, Toch blijkt hij voorlopig het goudhaantje van een seizoen waarin Cambuur weer uitkijkt naar de Eredivisie.
Kansen
“Op het begin van het seizoen hadden we het lastig. Toen scoorde ik ook vooral penalty’s”, doelt Smit onder meer op de zes van zijn eerste tien goals die hij vanaf de stip maakte. “Nu zie je dat ons aanvalsspel vooral heel goed is. Als je dan aanvaller bent, krijg je natuurlijk erg veel kansen. Alleen moet je ze dan nog wel binnenschieten; gelukkig lukt dat dit seizoen aardig.” Het seizoen is echter pas compleet als hij zijn club naar de Eredivisie schiet. “Wij moeten de play-offs halen, vind ik. En dat gaat ook gewoon lukken. Dat vertrouwen is er.”
Momenteel is de spits in Leeuwarden op zijn plek. Smit wil zich dan ook graag blijven ontwikkelen bij Cambuur. “Wanneer ik er echt klaar voor ben, wil ik de volgende stap maken.” Daarnaast durft hij ook nog stout te dromen over zijn verdere carrière. “Real Madrid of AC Milan zijn mijn absolute droomclubs. Real door Ronaldo, dat is voor mij de beste speler aller tijden. Bij AC Milan keek ik altijd graag naar Kaká, een hele mooie speler. Het is daar niet meer zoals vroeger, maar die naam blijft me altijd aanspreken.”