Toornstra: ‘Frenkie is nu omringd door veel betere medespelers’
Jens Toornstra verschijnt woensdagavond voor de derde keer dit seizoen aan de aftrap tegen Ajax. Na twee eerdere ontmoetingen in competitieverband, gaat het nu om de halve finale van de TOTO KNVB Beker. In aanloop naar het bekerduel legt Toornstra het middenveld van Feyenoord naast dat van Ajax en ziet hij een hoop verschillen. “Het middenveld van Ajax en Feyenoord vergelijken is appels naast peren houden”, aldus Toornstra.
Toornstra vormt dit seizoen het middenveld van Feyenoord samen met Jordy Clasie en Tonny Vilhena. Volgens de Feyenoorder heeft dat middenveld een compleet anders stijl dan dat van Ajax, waar Donny van de Beek, Lasse Schöne en Frenkie de Jong doorgaans op het middenveld spelen. “Het middenveld van Ajax heeft een andere stijl omdat de spelers ook individueel totaal anders zijn. Jordy, Tonny en ik passen ook echt bij de stijl van Feyenoord. Die is meer op arbeid gericht”, legt hij uit in De Telegraaf.
Toornstra kwam De Jong regelmatig tegen op het middenveld en zegt dat de toekomstige speler van Barcelona lastig te bespelen is. “Hij is natuurlijk een geweldige voetballer, anders komt Barcelona je niet voor zo’n bedrag ophalen bij Ajax en anders wil ook Pep Guardiola je niet naar Manchester City halen”, aldus Toornstra. “Het is heel moeilijk om druk te zetten op hem. Hij heeft een bepaalde slimheid, kan met een lichaamsbeweging in een keer de oplossing vinden en heeft een versnelling aan de bal. De eerste keer dat ik tegen hem speelde was met Jong Feyenoord tegen Jong Willem II. Toen speelde hij nog niet zoals nu. Hij is nu omringd door veel betere medespelers.”
Eerder dit seizoen maakte Toornstra in de Johan Cruijff ArenA vroeg in de wedstrijd een harde overtreding op De Jong. “Frenkie weet dat ik hem niet wilde raken. Zo’n voetballer ben ik niet en hij weet dat ik respect voor hem heb”, zegt Toornstra. “We gaven elkaar een hand en het was goed. Pas achteraf zag ik op de beelden dat het er veel rotter uitzag en dat die gele kaart voor mij terecht was.”