Tonny van Leeuwen: de legende van FC Groningen die nooit voor de club speelde
Voetbalminnend Nederland krijgt vaak hetzelfde menu voorgeschoteld: ‘de grote drie’ en respectievelijke bijgerechten. Daarom neemt Voetbalzone dit seizoen een Kijkje in de Keuken Kampioen Divisie. Met behulp van de archieven zetten we de minder belichte Nederlandse clubs in de spotlight. Deze editie biedt een kijkje in de keuken van FC Groningen, waar een standbeeld staat van een clubicoon die nooit voor de club speelde.
FC Groningen is dit seizoen een vreemde eend in de bijt van de Keuken Kampioen Divisie te noemen. Na 23 jaar Eredivisie kwam de degradatie als hekkensluiter enigszins als een schok in het Nederlandse voetballandschap. De club heeft namelijk een ontegenzeggelijke historie in de Eredivisie en zelfs daarbuiten. Hetzelfde geldt voor voorganger GVAV (Groningse Voetbal en Atletiek Vereniging), dat een respectabele middenmoter bleek in de beginjaren van het Nederlandse profvoetbal.
Een vorig leven
GVAV vindt in 1921 al het levenslicht, na een fusie tussen Unitas en Rapiditas. De club uit Groningen heeft dan nog een lange weg te gaan om de Trots van het Noorden genoemd te worden. In 1940 zet het een goede eerste stap: GVAV wordt voor het eerst (en laatst) in de geschiedenis kampioen van de Noordelijke Eerste Klasse. En zoals het regionaal tot het hoogste niveau behoort, sluit de club ook aan in 1956, wanneer de nieuwe Eredivisie haar vuurdoop ondervindt.
Na twee lastige seizoenen degradeert GVAV, en na evenveel sterke jaargangen in de Eerste Divisie keert het terug dankzij het kampioenschap van 1960. Vanaf dan is de Groningse vereniging een stabiele middenmoter in de Eredivisie, met als beste prestaties de zesde plekken van 1966 en 1968. Die – en andere – prestaties, worden heden ten dage nog altijd toegeschreven op het conto van keeper Tonny van Leeuwen. Met name de legendarische uitoverwinning op Ajax (0-1), op 23 april 1967, wordt aan zijn naam verbonden. Met spelers als Sjaak Swart, Piet Keizer en Johan Cruijff, scoort de latere landskampioen dat seizoen liefst 122 keer. Zij komen op die dag alleen niet langs een excellerende Van Leeuwen.
De Leeuw van Groningen
De Goudse keeper arriveert in 1963 bij de Groningse club. Hij komt over van Sparta voor 87.500 euro. Er heerst twijfel in Groningen over deze dure doelman, maar volgens toenmalig teamgenoot Piet Fransen – bijna 400 wedstrijden voor de club – valt hij ‘meteen in het pulletje’: “Hij was meteen één van ons.” Uiteindelijk groeit hij uit tot een legende. Door sommigen wordt de leeuw van Groningen zelfs beschouwd als de beste clubkeeper ter wereld. Zijn status krijgt steeds meer glans, zelfs na een sportieve deceptie.
In 1970 kan ook Van Leeuwen niet voorkomen dat GVAV degradeert uit de Eredivisie. Ondanks interesse van buitenlandse clubs, blijft hij zijn huidige werkgever trouw. Wat volgt is een onvergetelijk seizoen in de Eerste Divisie. Wanneer GVAV in 1971 tweede wordt en promoveert, heeft de doelman slechts zeven doelpunten geïncasseerd. In 23 van de 30 wedstrijden houdt de Leeuw de nul.
Wanneer op 16 juni GVAV zich scheidt in een gelijknamige amateurtak, en een professionele vereniging die FC Groningen zal heten, had Van Leeuwen de professionele keeper moeten zijn. Zij het niet dat er een nacht eerder een drama plaatsvindt. In de middag van 14 juni wordt Van Leeuwen in Rotterdamse nachtclub Embassy nog gehuldigd tot Nederlands Keeper van het Jaar. Maar wanneer hij die nacht naar huis rijdt, belandt hij, zijn vrouw naast hem, op de verkeerde weghelft. Na een frontale botsing met een vrachtwagen is de keeper op slag dood. Tonny van Leeuwen wordt slechts 28 jaar.
Een nieuw begin
In het grootst denkbare contrast, begint een dag later het voetballeven van FC Groningen. Na een professionaliseringsslag is dat de nieuwe voetbalclub van de stad, dat volgens die identiteit de kleuren groen-wit tot zich neemt. De FC neemt het beroemde Oosterparkstadion over van GVAV en mag, na de laatste sportieve gift van Van Leeuwen, uitkomen in de Eredivisie. De harde wetten van het profvoetbal zijn lastig te managen. De club doet drie jaar lang z’n best om financieel te overleven. Voor sportieve prestaties is nog geen plek, wat in 1974 leidt tot degradatie.
Het jonge FC Groningen spendeert zes seizoenen in de Eerste Divisie. Tijdens die periode wordt het tweemaal tweede, maar in 1980 leidt een kampioenschap tot de felbegeerde promotie. Als herboren treedt er een tweede leven aan, waarin de Trots van het Noorden de sportieve en bestuurlijke grenzen verlegt. Eerst een seizoen wennen: een vijftiende plaats. Daarna wordt Groningen zevende en het seizoen erop vijfde, waarna de club zich voor het eerst plaatst voor Europees voetbal in het seizoen waarin de bouw van de Tonny van Leeuwen-tribune wordt afgerond.
Onder leiding van trainer Han Berger debuteert de Groningse FC in 1983 in de UEFA Cup, waar het de eerste ronde speelt tegen Atlético Madrid van de grote Luis Aragonés, die als speler onder meer driemaal de landstitel wint met de Madrilenen. In de uitwedstrijd komt Groningen zelfs op voorsprong; Rob McDonald scoort het allereerste Groningse doelpunt over de grenzen. Uiteindelijk komt de nieuwkomer toch tekort en wint Atlético met 2-1. In de thuiswedstrijd gebeurt echter het onmogelijke. Dankzij doelpunten van Ron Jans, Erwin Koeman en Jan van Dijk gaat Groningen naar de volgende ronde, ten koste van de kansloze Spanjaarden: 3-0.
In de volgende ronde wint Groningen ook met 2-0 van Internazionale, maar die club blijkt in de tweede wedstrijd veel te sterk: 5-1. Na een knappe vierde plek in het Eredivisie-seizoen 1985/86, mag Groningen drie jaar na het debuut opnieuw meedoen in Europa. Het verslaat het Ierse Galway United en het Zwitserse Neuchâtel Xamax, om uiteindelijk te stranden na een tweestrijd met het Portugese Vitoria Guimaraes. Groningen wacht tot 1988, waar opnieuw Atlético Madrid ten prooi valt. Ook het Zwitserse Servette komt tekort, echter moet Groningen het afleggen tegen VfB Stuttgart.
Stabiele subtopper
Dan moet de beste prestatie in eigen land nog volgen. In 1991 wordt Groningen derde in de Eredivisie. Daarna lijkt het steeds wat moeizamer te gaan met de club. En uiteindelijk komt er in 1998, na achttien mooie seizoenen, een kortstondig eind aan een roemruchte periode. Groningen degradeert. Desondanks vecht het zich snel terug. Het wordt eerst derde, vervolgens tweede en behaalt promotie.
Na twee zware seizoenen in de Eredivisie, keert oud-speler Ron Jans in 2002 terug bij de club. De Zwollenaar die nog scoorde in de memorabele overwinning op Atlético Madrid, wordt hoofdtrainer. Er volgt een langdurige samenwerking, waarin Groningen gestaag opklimt tot een stabiele ploeg in de Eredivisie. In 2006 krijgt de club ook een nieuw, modern stadion: het Oosterpark wordt ingeruild voor de Euroborg, waar ook de Van Leeuwen-tribune in ere wordt gehouden. Jans vertrekt weer in 2010, met onder meer een vijfde, zesde, zevende en achtste plek op zijn palmares. Daarnaast verschijnt Groningen in 2007 weer eens in Europa, waar Fiorentina na twee wedstrijden, verlenging en strafschoppen ternauwernood te sterk is.
Ondertussen wordt het nalatenschap van Jans verder uitgebouwd. Met enkele uitschieters naar beneden wordt het tweede decennium van de twintigste eeuw getekend door noteringen in de subtop van Nederland. In 2014 onthult de club een standbeeld, ter ere van de keeper die nooit FC Groningen-speler mocht worden: Tonny van Leeuwen. En als kers op de taart wint Groningen zijn eerste hoofdprijs ooit: op 3 mei 2015 verslaat de club PEC Zwolle in de KNVB bekerfinale met 0-2. Hoofdtrainer Erwin van de Looi int de felicitaties van uitgerekend Ron Jans, coach bij de Zwollenaren.
Dit seizoen doet Groningen er alles aan om het drama van vorig jaar ongedaan te maken. De degradatie doet nog steeds pijn in het Noorden. Met name omdat de stabiliteit, waarvoor jarenlang zo hard gewerkt is, tijdens het degradatiejaar zo ver weg leek. Desondanks bezit de club het vermogen en de kwaliteit om dit seizoen tot de top van de Keuken Kampioen Divisie te behoren, om vandaar de enige kant mogelijk op te kijken. Naar boven, naar het Noorden.