voetbalzone

'Toen wij daar waren, dacht ik dat ik David Beckham was: zoveel camera's'

Chris Meijer09 apr 2019, 18:27
Laatst bijgewerkt: 09 apr 2019, 18:27
Advertentie

ADELAIDE - “Het enige echte verschil met Nederland is dat ze links rijden en dat het mooi weer is. Natuurlijk, je bent aan de andere kant van de wereld en er zijn prachtige dingen om te bezoeken. De oceaan, kangoeroes en dat soort dingen.” Omid Popalzay lacht en is daarna even stil. Sinds een aantal maanden is de zuidkust van Australië zijn thuishaven, waar hij voor Adelaide Comets speelt. De 23-jarige aanvallende middenvelder besloot een aantal maanden geleden zijn vertrouwde omgeving in de buurt van Nijmegen te verlaten, om aan de andere kant van de wereld zijn droom in het profvoetbal te verwezenlijken én om zichzelf klaar te stomen voor een volgend avontuur in Azië.

Door Chris Meijer

Popalzay kwam afgelopen zomer op een kruispunt in zijn carrière te staan. In de jeugdopleiding van NEC gold hij als een groot talent, maar van een doorbraak in De Goffert kwam het niet. Popalzay trok in 2015 naar Achilles’29, waar hij zijn debuut in het betaald voetbal maakte en 41 wedstrijden in de Eerste Divisie speelde. Gedurende zijn dienstverband in Groesbeek had de aanvallende middenvelder de kans om bij andere clubs in de Eerste Divisie aan de slag te gaan, maar hij besloot de club altijd trouw te blijven. “Achteraf is dat een fout van mezelf geweest, want alles ging bij Achilles verkeerd. Als ik voor vijfhonderd euro minder had gekozen bij een goede club, had ik misschien niet in deze situatie gezeten. Dan had ik nu waarschijnlijk in de top tien van de Eerste Divisie gespeeld. Het is een beetje een verrassing geweest dat het zo snel slechter ging met Achilles, ik heb daar heel veel gezien. Niet betaald gekregen, bijvoorbeeld”, zegt Popalzay in gesprek met Voetbalzone. Achilles degradeerde in seizoen 2016/17 uit de Eerste Divisie, waarna de proftak een halfjaar later failliet ging. Popalzay verliet het zinkende schip in Groesbeek in januari 2018, om bij FC Lienden aan de slag te gaan.

voetbalzone

“Als je niet bij een club als IJsselmeervogels of Kozakken Boys speelt, valt het in de Tweede Divisie allemaal een beetje tegen qua voetbal. Met Lienden ging het niet echt lekker, wat ook invloed heeft op het voetbal. Je speelt daardoor niet het mooie voetbal dat je in eerste instantie wil spelen, het is meer de ballen pompen en zo proberen punten te halen. Dat is niks voor mij, ik ben 1,70 meter en niet van het vechtvoetbal. Ik besloot de Tweede Divisie om die reden te verlaten, maar er was ook niet echt interesse van andere clubs”, vervolgt hij. Dat Popalzay sinds 2015 international voor Afghanistan is, vergemakkelijkte de zoektocht naar een nieuwe club. Toen de geboren Afghaan in de jeugdopleiding van NEC speelde, was hij in eerste instantie in beeld bij de jeugdselecties van Oranje. Popalzay werd uitgenodigd voor de Onder-16, Onder-17, Onder-18 en Onder-19 van Oranje, maar kon niet op deze invitaties ingaan omdat hij geen Nederlands paspoort bezat.

“Het was zeker weten een teleurstelling, want Oranje was geweldig geweest voor mijn carrière. Dan is er van alle kanten belangstelling voor je. Er gaan tien deuren voor je open, ik weet honderd procent dat mijn loopbaan anders was gelopen. Mensen weten niet wat voor impact dat op je heeft. In die tijd kwam de trainer iedere keer weer naar me toe en zei: ‘Je bent geselecteerd, maar je kan helaas niet gaan’. Dan zei ik met een glimlach: ‘Oké, geen probleem’. Maar thuis zat ik gewoon te huilen, omdat ik weer een kans in rook zag opgaan.” Verder dan enkele trainingen met Jong Oranje kwam Popalzay uiteindelijk niet. Albert Stuivenberg, destijds bondscoach van de Nederlandse beloften, liet hem tijdens een trainingskamp in Nijmegen met zijn selectie meetrainen. “Omdat ik in de Onder-19 van NEC lekker presteerde. Ik heb die foto’s van Jong Oranje nog steeds en als je dan ziet met welke jongens ik op het veld stond... Memphis Depay, Nathan Aké, Tonny Vilhena, Quincy Promes... Nu zie je die jongens in de Premier League of LaLiga en jij zit in je eentje op het tweede niveau in Australië.”

voetbalzone

Omdat door de paspoortperikelen kansen bij Oranje uitbleven, koos Popalzay in 2015 op negentienjarige leeftijd voor een interlandcarrière voor Afghanistan, het land waar hij geboren werd en dat hij ontvluchtte wegens de oorlog. “Toen ik hoorde dat het Afghaanse team me wilde hebben, ging ik ze een beetje volgen. Ik keek live-wedstrijden en er gebeurde dingen waarvan ik dacht: waar zijn jullie mee bezig? Deze gasten kunnen niet voetballen. Serieus, ik zei tegen mijn vader: papa, ik wil daar niet naartoe. Kijk wat ze aan het doen zijn. Dit is niet mijn niveau. Eigenlijk wilde ik niet gaan toen ik werd uitgenodigd, maar ze hadden met mijn vader gesproken”, zo blikt Popalzay terug. Toen hij zich voor zijn eerste interlands tegen Singapore en Syrië in Azië meldde, viel alles op zijn plaats. “Je hebt altijd te maken met een jetlag, het is in veel landen zó heet en zó benauwd. Ik maakte daarna precies dezelfde fouten als die jongens op televisie, want je bent na één sprint helemaal kapot.”

Hoe was het om ineens international te zijn?
“Ik zal die eerste wedstrijd tegen Singapore nooit vergeten. Ik viel in en stond gelijk in een stadion met veertigduizend man. In die tijd speelde ik in de jeugd van NEC en als we tegen Ajax speelden, kwamen er zeshonderd man kijken. Dan speel je opeens in een heel groot stadion, je hoort je eigen volkslied en je weet dat families thuis naar je zitten te kijken.”

Zorgde dat in je eerste interlands voor druk?
“Ik zeg je eerlijk: toen ik moest invallen, was ik zo gespannen dat ik niet mijn eigen spelletje durfde te spelen. Ik speelde op safe, gaf het balletje zo snel mogelijk af. De eerste keer voor zoveel mensen, de wedstrijd wordt live uitgezonden, dus zoveel mensen kijken naar je. Je durft geen fouten te maken. Nadat ik mijn debuut had gemaakt, wilden ineens drie- tot vierduizend mensen vrienden met me worden op Facebook. Op gegeven moment kon ik geen mensen meer accepteren, want ik had de limiet van vijfduizend al bereikt. Die reacties van die mensen waren: Omid, je bent ons hart. Dat was allemaal zo mooi, zo prachtig. Het gaf me een heel trots gevoel, ik had direct zoiets van: ik wil alles voor die mensen doen. Dat brengt zoveel mensen geluk, zoveel mensen zijn blij. Als we met het nationale team scoren, gaan de mensen in Afghanistan de straat op. Zoals iedereen weet, is het in Afghanistan nog steeds oorlog. Als je dan een goede wedstrijd speelt, gewoon even negentig minuten, is iedereen stil. Het is voor hen meer dan mooi als we winnen, dat geeft ons ook een stukje voldoening.”

Inmiddels heb je al tegen behoorlijk verschillende tegenstanders gespeeld: van Cambodja tot het Japan van Shinji Kagawa en Keisuke Honda. Hoe kijk je daar tegenaan?
“Met alle respect naar Cambodja, maar ik heb nog nooit ergens voor zoveel mensen gespeeld. We stonden daar voor zestigduizend mensen, dat was heel mooi. Japan hoeven we het niet eens over te hebben, dat was tot nu toe de mooiste ervaring: van het stadion tot de tegenstanders. Je hebt landen waar het voetbal next level is, waar het enorm leeft. Dat ze bijna je voeten en handen kussen en met je op de foto willen, ook al ben je niet van het land zelf. Toen wij in India waren, dacht ik dat ik David Beckham was. Er waren zoveel camera's en journalisten, niet normaal. Maar als je naar Doha gaat, komen er misschien vijf- tot zeshonderd mensen kijken.”

Door zijn interlandcarrière voor Afghanistan ligt Popalzay bijzonder goed in de markt in Azië. Toen hij negentien was, kwamen er al verschillende aanbiedingen uit India binnen. De aanvallende middenvelder achtte zich op die leeftijd nog te jong en hoopte destijds via Achilles zo snel mogelijk de top van de Eerste Divisie of de Eredivisie te bereiken. Afgelopen zomer bestond er voor Popalzay alleen nog de mogelijkheid om in de Keuken Kampioen Divisie op amateurbasis aan de slag te gaan, maar dat zag hij niet zitten. “Ik was op dat moment geen zeventien of achttien meer, wanneer je zegt: geld maakt niks uit, ik ga me gewoon lekker ontwikkelen en het hoogste niveau proberen te halen. Geld speelde ook een rol, dat was lastig. Als je dan een contract in de Eerste Divisie verdient, ben je zomaar weer twee tot drie jaar kwijt. Terwijl je nog steeds tegen een salaris van tweeduizend euro aanzit. Ik leef van het voetbal en moet er geld mee verdienen, want ik heb mijn studie nooit afgemaakt”, zo legt hij uit. Dat enkele ploeggenoten bij de nationale ploeg van Afghanistan actief waren in een Aziatische competitie, opende voor hem de ogen. “Leuke voetballers en die verdienen bakken met geld. Toen dacht ik: als zij met deze kwaliteiten zoveel geld verdienen, waarom zou ik dat niet kunnen?”

voetbalzone

In eerste instantie leverde een aanbod uit Thailand nog niet het gewenste avontuur op voor Popalzay. “Die stap was qua levensomstandigheden te groot, het zou de eerste keer zijn dat ik ver weg ben van mijn familie. Ik had het gevoel dat ik daar weleens depressief kon worden, dus om die reden heb ik het uiteindelijk niet gedaan.” Zijn achttienjarige zaakwaarnemer Abhay Ramautarsing van APR Football kwam vervolgens op de proppen met een aanbieding van Adelaide Comets, uitkomend op het tweede niveau van het Australische voetbal. Met het avontuur aan de andere kant van de wereld zag de belangenbehartiger een mogelijkheid om hem verder te helpen richting de volgende fase in zijn carrière. “Daarna ben ik een beetje kennis gaan opbouwen. Ik ben gaan googelen, heb mensen gevraagd die er geweest waren. Letterlijk alles wat ik heb gehoord en gelezen, was positief. Dat gaf de doorslag om het te doen, de levensomstandigheden zijn ook te vergelijken met die in Nederland. Ik heb niet echt gekeken naar of ik hier het hoogste niveau kon halen. Het ging om één ding: ik wil een jaartje ergens in mijn eentje wonen om te kijken hoe het is. Zodat ik weet hoe het in elkaar steekt als ik in een land als Thailand terechtkom.”

Is de stap naar Australië je uiteindelijk meegevallen?
“In het begin viel het best mee, toen dacht ik: oh, dit is vrij makkelijk. Nu ben ik twee of drie maandjes verder en ik begin wel een beetje heimwee te krijgen. Dat is ook wel een beetje normaal, misschien gaat het met de tijd ook wel over. De enige reden dat ik hier blijf, is om mijn droom van profvoetballer na te jagen. Normaal ben ik een persoon, die als hij het niet naar zijn zin heeft zegt: houdoe en bedankt, ik boek het eerste de beste vliegticket naar huis. Maar ja, het voetbal houdt me hier. Er zijn zeker mogelijkheden om naar het hoogste niveau te gaan en dat is zeer leuk, ook omdat het salaris daar wel aantrekkelijk is.”

Welke indruk heb je van het niveau gekregen?
“Om eerlijk te zijn: ik had het makkelijk verwacht, waardoor ik dacht dat ik makkelijk kon presteren. Nu merk ik dat het juist moeilijker gaat, omdat ze de dingen die ik verwacht hier niet altijd begrijpen. Ik speel als linksbuiten en als ze een bal een seconde te laat spelen, is het buitenspel. Ik zie hier jongens van zeventien of achttien jaar die met een goede voetbalschool makkelijk de Eredivisie aankunnen. Alleen begrijpen ze het spelletje niet, omdat er in Australië niet zoveel aandacht aan besteed wordt.”

Zie je voor jezelf doorgroeimogelijkheden in het Australische voetbal?
“Toevallig heeft Adelaide United (dat uitkomt in de A-League, red.) recent geïnformeerd, maar van een stage komt het waarschijnlijk op korte termijn niet omdat ik een knieblessure heb opgelopen. Toen ik hier eenmaal kwam en de A-League zag, merkte ik wel dat er mogelijkheden waren om naar het hoogste niveau te gaan. Waarom zou ik dat niet proberen? Nu focus ik me erop om hier door te groeien naar de A-League, dat is financieel ook nog eens een stuk aantrekkelijker. Als je op een tweede of derde niveau voetbalt in Australië, zit je tegen de vijf- of zesduizend euro per maand aan. Mocht je hoger voetballen, zit je aan de vijftien- tot twintigduizend euro. Als je dat vier of vijf jaar lang doet, kom je met een mooi bedrag thuis. Als je in Thailand voetbalt, kan je met vijfhonderd euro als een koning leven. Dat betekent dat je maandelijks minimaal negentig procent van je salaris opzij kan zetten.”

Je blijft voorlopig dus nog wel even in Azië?
“Toen het in Europa niet meer lukte, dacht ik: dan ga ik gewoon proberen ergens anders geld bij elkaar te verzamelen. Als ik hier niet het hoogste niveau haal en het bevalt om in mijn eentje te zitten, ga ik misschien wel naar een land als Maleisië om lekker geld te pakken. Ik mis het voetbal in Europa heel erg, maar ik moet aan de financiële belangen denken en blijf voorlopig hier. Met waar ik goed in ben, moet ik geld mee verdienen en mijn carrière is relatief kort. Als mijn heimwee te erg wordt, kies ik misschien toch voor de Tweede of Derde Divisie. Dat maakt niet uit, dan ga ik lekker naar Nederland en ga ik werken.”