'Toen speelde ik op Anfield en stond ik ineens tegenover Elliott en Origi’
De Keuken Kampioen Divisie geldt al decennialang als kraamkamer voor binnen- en buitenlandse talenten en ook dit seizoen lopen er op het tweede niveau weer veel voetballers met potentie rond. Voetbalzone, de officiële mediapartner van de Keuken Kampioen Divisie, licht wekelijks een van deze talenten uit, met deze keer aandacht voor Ilounga Pata, die in de zomer van 2021 de overstap maakte van Huddersfield Town naar TOP Oss en in het Frans Heesen Stadion direct uitgroeide tot vaste waarde. Als kers op de taart speelde hij in juni drie interlands voor Sint Maarten.
Door Jordi Tomasowa
“Mijn periode bij Huddersfield Town was een hele mooie ervaring, zowel op als buiten het veld”, zegt Pata, als hem gevraagd wordt naar zijn bijzondere transfer in 2019 van Alphense Boys naar the Terriers. Een jaar daarvoor werd de rechtsback nog weggestuurd uit de jeugdopleiding van ADO Den Haag, maar iets meer dan twaalf maanden later mocht hij zichzelf na een succesvolle proefperiode speler van het uit de Premier League gedegradeerde Huddersfield Town noemen. “Ik vertrok op mijn achttiende naar Engeland, moest op mezelf wonen. Je komt terecht in een nieuwe cultuur. Ik had niet echt veel moeite met de speelstijl van Huddersfield, want die paste gewoon perfect bij mij en daardoor had ik in het begin ook niet echt moeite om mijn ding te doen.”
Via zijn management Prestige Sports kreeg Pata de kans om een week met de Onder 19 van Huddersfield Town mee te trainen. “Uiteindelijk dwong ik een contract af en heb ik twee seizoenen bij de Onder 23 gespeeld.” Met het jeugdelftal kreeg Pata de kans om oefenwedstrijden te spelen tegen topclubs uit de Premier League die met hun reservespelers aantraden. Zo stond hij regelmatig tegen grote namen. “Ik kan me een oefenwedstrijd tegen Liverpool herinneren. Toen speelde ik op Anfield. De eerste helft stond ik ineens tegenover Harvey Elliott en na rust was Divock Origi mijn directe tegenstander. Dat gebeurt je niet elke dag”, zegt Pata met een glimlach. “Of ik ze in mijn broekzak had? Ik speelde wel een stabiele wedstrijd, maar op bepaalde momenten dacht ik wel: dit is absolute wereldtop. Als ik het me goed herinner, hielden we Liverpool die wedstrijd op 0-0.”
In de zomer van 2021 liep Pata bij Huddersfield Town uit zijn contract. Na twee seizoenen in de Onder 23 gespeeld te hebben, achtte hij de tijd rijp om zijn debuut in het betaalde voetbal te maken. “Ik trainde best vaak met het eerste elftal mee, maar als je regelmatig meetraint, wil je uiteindelijk ook die definitieve stap maken. De club had natuurlijk de ambitie om weer te promoveren naar de Premier League en elke positie was drie- of zelfs vierdubbel bezet. Als iedereen fit is…dan mis je perspectief.” Met zijn zaakwaarnemer kwam Pata tot het besluit om een streep te zetten onder het hoofdstuk Huddersfield Town om zo nieuwe opties te overwegen.
“Het liefst wilde ik wel in het Verenigd Koninkrijk blijven”, vertelt Pata. “Alleen hoe lang ga je daar op wachten? Toen werd TOP Oss concreet en het leek mij bij nader inzien ook wel lekker om weer naar Nederland te gaan, terug naar mijn vertrouwde omgeving.” Pata begon het afgelopen seizoen eigenlijk als wisselspeler bij de Ossenaren achter Trevor David, maar toen hij plots besloot te stoppen met profvoetbal moest de jongeling er ineens staan. “Ik had eigenlijk een hele sterke voorbereiding”, herinnert Pata zich. “Ik vond dat ik best een goed niveau haalde. Ik maakte mijn debuut tegen ADO Den Haag, viel een paar keer in als linksback en als rechtsbuiten. De eerste wedstrijden speelde ik eigenlijk nooit rechtsback.”
In oktober volgde tegen FC Emmen uiteindelijk het basisdebuut van Pata, al kwam dat voor hem wel als een kleine verrassing. “Bij de wedstrijdbespreking zei de trainer: ‘Pata, je staat vandaag in de basis’. Ik had er eigenlijk geen rekening mee gehouden dat ik zou starten, maar ik kon wel snel die switch maken. Dit was het moment waarop ik zo lang had gehoopt, m’n basisdebuut in het profvoetbal.” Eenmaal in het elftal van trainer Bob Peeters, groeide hij al snel uit tot een vaste waarde. “Afgelopen seizoen heb ik uiteindelijk vrijwel alles gespeeld. Volgens mij heb ik sinds het duel met Emmen slechts één duel gemist vanwege corona. “Ik zal niet zeggen dat ik rekening had gehouden met zoveel speelminuten, maar ik had wel doelen voor mezelf gesteld. Als je hard blijft werken en je laat je kwaliteiten zien dan krijg je op een gegeven moment de kans en moet je deze met twee handen grijpen.”
TOP Oss beloonde Pata in januari voor zijn snelle ontwikkeling door hem tot de zomer van 2024 vast te leggen. “Ik moest mijzelf eerst op amateurbasis bij TOP Oss bewijzen. Dat vond ik helemaal niet erg, want ik had het gevoel dat ik er zou staan als ik de kans zou krijgen. Uiteindelijk belandde ik in de basis en haalde ik een bepaald niveau.” Aangezien de rechtsback op amateurbasis speelde, kreeg hij al snel de interesse van verschillende clubs in zijn persoon mee. Toch heeft Pata er geen moment aan gedacht om snel te vertrekken. “Ik koos er toch voor om bij te tekenen bij TOP Oss. Ik ben hier vanaf het begin goed opgevangen, voelde me goed en dit is de club waar ik mijn profdebuut heb gemaakt. Ik vind het daardoor mooier om met een transfersom weg te gaan dan gratis te vertrekken. Ik vind ook dat je anders binnenkomt bij een eventuele nieuwe club als er een transfersom voor je op tafel gelegd moet worden.”
Zijn eerste seizoen in de Keuken Kampioen Divisie heeft Pata waardevolle lessen opgeleverd. “Als verdediger heb ik geleerd hoe je in bepaalde situaties moet handelen. In het betaalde voetbal wordt elke fout direct afgestraft. Ik heb ook van oudere jongens die hier al enkele seizoenen rondlopen veel opgestoken.” Pata behoort met zijn 21 jaar tot de jongere spelers in de selectie van TOP Oss, maar heeft ook met veel leeftijdsgenoten een goede band. “Met jongens als Roshon van Eijma of Jearl Margaritha heb ik veel goede gesprekken. Ik woon samen met Margaritha, dat is een ploeggenoot waar ik in de jeugd vaker als directe tegenstander op stond en eigenlijk altijd wel een lastige pot tegen speelde, dus het is wel grappig dat je we nu bij elkaar wonen en in hetzelfde team spelen. We wonen op vijf minuten van het trainingscomplex in een woning die door de club is geregeld, dus dat is perfect.”
Pata kijkt ook met de nodige trots naar Kay Tejan, die deze zomer een droomtransfer maakte naar Sheriff Tiraspol. De Moldavische topclub was tot voor kort actief in de voorronde van de Champions League. “Het was natuurlijk spannend voor Tejan”, geeft Pata aan. “Hij draaide een goed seizoen, dus je hoorde wel dat er hier en daar wat speelde. Als je dan ziet dat hij zijn transfer te pakken heeft, is dat heel mooi voor die jongen. Ik woonde vorig jaar ook met hem en enkele andere jongens samen, waardoor je automatisch een bepaalde band met hen opbouwt. We hebben de afgelopen weken ook alle Champions League-wedstrijden van Sheriff Tiraspol gekeken via een livestream.”
Pata omschrijft zichzelf als een rechtsback die veel loopvermogen heeft. “Ik ben iemand die goed één-tegen-één kan verdedigen. Ik ben ook aanvallend ingesteld, al wil ik wel werken aan mijn rendement. Eén goal en één assist is veel te weinig, maar ik kan zeker wel een assist geven”, aldus Pata, die zich graag spiegelt aan Trent Alexander-Arnold van Liverpool. “In verdedigend opzicht moet ik in bepaalde situaties niet te gretig zijn, want ik heb veel enthousiasme in mijn spel. Op aanvallend gebied zijn er voor mij de meeste stappen te maken, dus ik kijk graag naar Alexander-Arnold. De manier hoe hij op de helft van de tegenstander bepaalde assists en steekpasses geeft…Ik denk dat hij de beste rechtsback van de wereld is op dat gebied.”
Voor Pata werd zijn eerste seizoen er één om niet snel meer te vergeten en als kers op de taart debuteerde hij in juni in het shirt van Sint Maarten. “In mijn periode bij Huddersfield Town was ik al benaderd om uit te komen voor Sint Maarten”, vertelt Pata. “Mijn beide ouders zijn Surinaams, maar ik ben toevallig in Sint Maarten geboren, want mijn moeder was daar verpleegkundige. Ik heb eigenlijk niet veel met het land, maar vorig seizoen belde de bondscoach mij.” Piet de Jong overtuigde Pata met een duidelijk plan en een bepaalde visie over wat hij met Sint Maarten wil bereiken. “Het sprak mij sowieso erg aan, want het land is opkomend in het internationale voetbal en ik kon drie interlands spelen voordat ik ‘vast’ zou zitten aan Sint Maarten. We hebben uiteindelijk de afspraak gemaakt dat ik die drie wedstrijden zou spelen en daarna, wanneer de tijd rijp is, definitief voor Sint Maarten kies óf toch nog wacht op een uitnodiging voor Suriname.”
Pata speelde in juni drie Nations League-duels voor Sint Maarten tegen de Amerikaanse Maagdeneilanden, Bonaire en Turks-Caicos. “Het feit dat je voor een land mag uitkomen, geeft je sowieso een trots gevoel. De president van Sint Maarten kwam ook kijken.” Pata speelde de interlands op Curaçao, omdat men op Sint Maarten nog bezig is met het bouwen van een nieuw stadion. “Het Caribische voetbal is wel heel anders dan het Europese voetbal dat ik gewend ben. De tegenstanders waren voornamelijk shirtjes aan het trekken, veel aan het schoppen en schoten de bal vooral blind naar voren. Omdat we zoveel de bal hadden en hoog op het veld stonden, werden we geslacht op de counter. Wij hadden met het team een hechte band en er heerste ook een familiegevoel, dat was zeker iets moois om mee te maken. We kwamen bij elkaar en spraken uit met z’n allen gaan we proberen om eerste te worden in onze poule met goed en verzorgd voetbal. Als je eerste wordt dan speel je kwalificatie voor de Gold Cup en verzekeren we ons van promotie naar een hogere divisie.”
Tot een paar jaar geleden verloor Sint Maarten weleens wedstrijden met 10-0 of 15-0, maar inmiddels zijn zulke bizarre uitslagen verleden tijd. “Dat was voor mij ook wel een voorwaarde”, laat Pata weten. “Ik ga niet buiten het seizoen om uitkomen voor Sint Maarten als er geen serieus team staat. Dan hoeven het niet per se allemaal profspelers te zijn, maar wel jongens die keihard willen werken en een bepaalde kwaliteit leveren.” Voor Pata springt de recente 8-2 overwinning met Sint Maarten op Curaçao tegen Turks-Caicos erbovenuit. “Het is alleen zo zonde dat de laatste interland uit tegen Turks-Caicos, waar ik niet meer bij was, dan weer met 2-0 verloren ging. Toen ik die wedstrijd aan het kijken was moest echt mezelf inhouden om niet te schelden.” Zijn ploeggenoot Duane Tjen-A-Kwoei liet in een interview met Voetbal Rotterdam weten dat de omstandigheden op de Turks- en Caicoseilanden allerbelabberdst waren. “Het veld was ruk, er stond zelfs onkruid op en overal liepen mieren en de kleedkamers zagen er niet uit”, zo liet hij optekenen.
“Er komt ook een stukje ontwikkeling bij kijken”, zegt Pata. “Niet alleen van het land, maar ook van de spelers. Als je op zo’n veld speelt, moet je niet nog steeds het voetbal spelen wat we die drie eerdere interlands op Curaçao hebben gedaan. Dan moet je de bal lang trappen en azen op de tweede bal. Het is niet mooi, maar het brengt je wel de eerste plaats in de Nations League.”
Volgend jaar maart staan er nieuwe Nations League-duels op het programma. Pata durft niet met zekerheid te zeggen dat hij tegen die tijd al zijn definitieve keuze voor Sint Maarten zal maken. “Hoe je het wendt of keert, ik ben wel geblesseerd geraakt tijdens een interland. Ik had er een beetje rekening mee gehouden, maar er was totaal geen bal in de buurt en ik kreeg zo’n onbesuisde tackle op m’n voet.”
Pata richt zich nu eerst op het nieuwe seizoen met TOP Oss. De rechtsback wil onder de nieuwe trainer Kristof Aelbrecht weer zoveel mogelijk spelen en een vaste waarde zijn. “Je moet ook genieten, dat vergeet je soms nog weleens te doen. We kunnen toch wel spreken over de sterkste Keuken Kampioen Divisie ooit, dus er gaan zeker een paar mooie potjes komen. Ik zat vanwege mijn blessure de afgelopen twee competitieduels nog niet bij de selectie. Ik verwacht echter dat ik straks weer mijn oude niveau aan ga tikken, daar heb ik geen enkele twijfel over.”