voetbalzone

‘Toen ik weg moest bij Ajax, is het licht gaan branden’

Erik van Dam30 mei 2015, 08:08
Laatst bijgewerkt: 30 mei 2015, 08:08
Advertentie

Quincy Promes hoopte als kind en tiener ooit een doorbraak te bewerkstelligen bij Ajax, maar het liep anders dan hij dacht. Hij werd er weggestuurd uit de opleiding en vond onderdak bij Haarlem, waarna hij terechtkwam bij FC Twente. Zijn eerste volledige jaar in de Eredivisie was meteen het jaar van zijn doorbraak en Spartak Moskou nam Promes voor circa vijftien miljoen euro over. Hij heeft nog geen spijt gehad van de overstap naar Rusland.

voetbalzone

Dat hij jaren geleden niet goed genoeg bevonden werd in Amsterdam, liet een flink litteken achter. Zijn hele leven was Ajax, memoreert Promes in een interview met De Telegraaf, en dus viel hij in een gat. De zalvende woorden van zijn ouders hielpen hem echter erbovenop te komen. “Nadat ik werd weggestuurd bij Ajax zeiden ze: ’Dit is goed voor je. Je gaat niet huilen, maar keihard je best doen en wij steunen je.’ Daarna is het hard gegaan.”

“Ik ben naar Haarlem overgestapt, maar die club ging failliet en toen kreeg ik de mogelijkheid bij FC Twente. Door het wegmoeten bij Ajax is het licht gaan branden bij me. Soms gebeurt er iets in je leven, waardoor je een wake-up call krijgt”, blikt de nu 23-jarige Promes terug in de ochtendkrant. In Enschede had hij veel steun aan Patrick Kluivert, die het toen voor het zeggen had bij het beloftenteam. Kluivert maakte Promes aanvoerder en was veel met hem bezig. Hij zag ook dat hij met een diamant te maken had, omschrijft Promes.

Na zijn ijzersterke seizoen bij FC Twente werd Promes dus voor veel geld verkocht aan het Russische Spartak. Velen voorspelden dat hij een verkeerde beslissing nam en het niet zou redden, maar zij kwamen bedrogen uit. Als trefzekere rechtsbuiten manifesteerde Promes zich uitstekend in Moskou en werd hij clubtopscorer. Bovendien roept Guus Hiddink hem er nog gewoon bij, ook al speelt Promes dus ‘ver weg’, buiten het zich van de meeste fans en kenners. Het maakt hem trots, zegt hij. “Dat is toch een stukje waardering.”