‘Toen ik hier kwam, vertelden ze me dat Nederlanders kil en gesloten zijn’
De documentaire over Marcos Senesi is vrijdagavond in première gegaan in Pathé De Kuip. In El Gladiador, Van Concordia naar Rotterdam vertelt de inmiddels 24-jarige Argentijn over zijn jeugd in zijn geboortestad Concordia, de steun van zijn familie en vrienden onderweg naar de top en blikt hij terug op zijn ervaringen tot dusver in het shirt van Feyenoord. Naar aanleiding van de documentaire geeft Senesi in gesprek met Voetbalzone een uniek inkijkje in zijn leven in Nederland. Ook bespreekt hij zijn verstandhouding met Lisandro Martínez en Nicolás Tagliafico, gaat hij in op de keuze van Feyenoord om hem niet naar de Olympische Spelen in Tokio te laten gaan, én komt Virgil van Dijk ter sprake. Tot slot werpt de centrumverdediger een blik op zijn (nabije) toekomst en vertelt hij dat hij klaar is voor de stap naar de Argentijnse selectie.
Door Mart van Mourik
De grote inspiratie voor de oversteek van Senesi naar Europa staat vereeuwigd op zijn bovenarm. Opa Pancho was een bokser en nam zijn kleinzoon overal mee naar toe; om te trainen, om te vechten, of voor een motorrit. Hij plaveide de weg voor Senesi, als pueblerino (letterlijk: dorpeling) via Concordia en Buenos Aires naar Rotterdam. Het vertrouwde Concordia, gelegen aan de Río Uruguay, de rivier die Argentinië van Uruguay scheidt, is met nog geen 140.000 inwoners een dorpje vergeleken met de ruim 3.000.000 inwoners die Buenos Aires telt. Voor circa zeven miljoen euro vertrok Senesi bij San Lorenzo, waar hij zijn eerste profcontract tekende en tussen juni 2016 en augustus 2019 tot 69 optredens kwam in alle competities. Er kwam een einde aan het tijdperk in de Argentijnse hoofdstad.
Feyenoord was met name geïnteresseerd in de diensten van de linkspoot vanwege zijn kopkracht, techniek, passing, defensieve kwaliteiten en potentie, zo geeft voormalig technisch directeur Sjaak Troost te kennen in de documentaire. Senesi was direct gevleid door de interesse uit Rotterdam. “Feyenoord wilde me hebben en de Eredivisie sprak me aan. Het is een competitie waar heel veel spelers worden opgeleid en van waaruit veel spelers doorgroeien. Ik zei: ‘Feyenoord is een grote club. Ik wil dit.’” Hoewel zijn directe omgeving bij de club het beste met hem voor had, was de landing in Rotterdam niet eenvoudig. Senesi was zowel de Nederlandse als de Engelse taal niet machtig en de culturele verschillen met Argentinië waren groot voor hem. Onder meer John de Wolf en Justin Bijlow laten in El Gladiador weten dat ze direct toenadering zochten, niet in de laatste plaats omdat Senesi zijn entree maakte als ‘verlegen jongen’.
“Toen ik hier kwam, vertelden ze me dat de Nederlanders kil en behoorlijk gesloten zijn”, blikt de linksbenige centrumverdediger terug op zijn beginperiode in Rotterdam. “Ze zouden je niet makkelijk je huis binnenlaten en het zou heel zeldzaam zijn dat een Nederlander je thuis uitnodigt. Argentijnen zijn veel opener. Wij zeggen vaker: ‘Kom gezellig bij me langs, neem een mate.’ De deuren staan bij ons altijd open voor iedereen, ook al ken je iemand pas twee dagen. Mijn persoonlijke ervaring is trouwens anders, hoor. Ik kook voor andere mensen, en ik kom ook wel eens bij andere Nederlanders over de vloer om te eten. Ik heb ondertussen veel vrienden gemaakt en wat mij betreft zijn de mensen warm. Natuurlijk is de taalbarrière wel een probleem af en toe, want het is moeilijk te verstaan wanneer ze Nederlands praten.”
“Nu spreek ik voornamelijk Engels, maar toen ik arriveerde sprak ik alleen nog maar Spaans. Aan het begin moesten ze veel lachen om de fouten die ik maakte in het Nederlands. Vandaag de dag maak ik grappen in het Nederlands en daar lacht men om. Ik probeer vaker bij Nederlanders aan tafel te zitten en ik probeer ze te volgen. Af en toe lukt het me om mee te praten, en ik onderbreek het gesprek als ik iets niet begrijp. Ik wil aantonen dat ik erg betrokken ben en dat ik geïnteresseerd ben in het leren van de taal en cultuur.”
{embed}
Voor zijn aankomst en met name in de beginperiode sprak Senesi ook veel met landgenoot Martínez, die op de eerste dag van de zomerse transferwindow in 2019 de overstap maakte van Defensa y Justicia naar Ajax. “Ik heb persoonlijk met hem gesproken”, erkent Senesi tegenover Voetbalzone. “Ik heb met hem in de Argentijnse jeugdelftallen gespeeld. Ik heb hem gevraagd hoe de Nederlandse competitie is en hoe het hem verging. Hij kwam op de eerste dag van de transferwindow aan, en ik op de laatste dag. Hij heeft me uitgelegd hoe het leven in Nederland op dat moment was en hij was louter positief. Ik had al besloten om de stap te maken, en door de gesprekken met hem werd ik nóg enthousiaster om naar Feyenoord te gaan. Hij vertelde me dat er hard getraind wordt, dat de wedstrijden van hoog niveau zijn, en dat bijna alle teams over veel kwaliteit beschikken. Dat is iets wat me erg aantrok.”
“Of ik vandaag de dag nog contact met hem heb?”, vervolgt Senesi. “Ja, nog steeds. Na mijn aankomst stelde hij me ook voor aan Nicolás (Tagliafico, red.), en brachten we wat tijd samen door. We spreken elkaar nog steeds wel af en toe, maar niet vaak. We trainen op verschillende tijdstippen, de wedstrijden zijn ook vaak op andere momenten, en bovendien zijn we op afwijkende dagen vrij. Daarom hebben we eigenlijk alleen telefonisch contact.” Binnen Feyenoord gaat Senesi overigens vooral om met Luis Sinisterra. “Vanwege de taal is het makkelijk om met hem te communiceren. Met Luis doe ik ook de meeste dingen buiten het voetbal om. Dan gaan we naar het centrum, drinken we koffie ergens of gaan we winkelen. We brengen behoorlijk wat tijd samen door. Of ik ook in Amsterdam kom? Als we gaan, laten we dat natuurlijk niet zien”, zegt hij lachend.
Bij het settelen in Nederland speelde Martínez een belangrijke rol voor de Feyenoorder, maar er is ook een ‘gezonde vorm van rivaliteit’ tussen het duo. Hoewel Senesi nog altijd wacht op zijn eerste oproep voor de A-selectie van het Argentijnse elftal, mocht Martínez al wel ruiken aan la Albiceleste. Onder meer in de strijd om de Copa América maakte de Ajacied de negentig minuten vol tegen Bolivia (4-1) op de favoriete positie van Senesi. De afgelopen interlandperioden zette bondscoach Lionel Scalono overigens Nicolás Otamendi vaak links in het centrum. Toch geeft de Feyenoorder aan dat voetbal een ‘zelden voorkomend onderwerp van gesprek’ is wanneer hij spreekt met Martínez, wie hij ziet als concurrent voor de plek links in het hart van de Argentijnse verdediging.
“Wanneer ik hem spreek, hebben we het eigenlijk nooit over voetbal. We spreken over allerlei alledaagse zaken, maar niet over voetbal. Of ik hem als concurrent zie? Altijd is er een kleine en gezonde concurrentiestrijd tussen ons geweest. Dat is erg belangrijk in mijn ogen, want daardoor maakt hij mij beter en ik maak hem beter. We spelen op dezelfde positie, en we weten dat we bij elkaar op de loer liggen. Waar de één een fout maakt, wacht de ander om zijn kans te grijpen. Het is een gezonde strijd”, vertelt Senesi, die ervan overtuigd is spoedig een kans te krijgen van Scaloni.
“Een hoofddoel voor mij is het halen van de nationale ploeg, en specifiek hoop ik op het komende WK in Qatar te kunnen spelen. Ik weet zeker dat die kans er gaat komen. En wanneer de kans zich voordoet, dan zal ik er alles aan doen om die te benutten. Ik voel in ieder geval dat ik er klaar voor ben om de stap te maken naar la selección. Ik heb nog niet eerder met Scaloni gesproken. Wel heb ik contact gehad met Walter Samuel (assistent-trainer bij Argentinië, red.), die me vertelde me dat ze me in de gaten houden en dat ik het goed doe. Hij heeft me gezegd dat ik grote stappen heb gemaakt en dat de kans zal komen. Ik moet hard blijven werken en mijn werk goed blijven doen. Dan komt het telefoontje vanzelf.”
Een kans om zich te laten zien namens Argentinië deed zich afgelopen zomer voor. Senesi zat bij de voorselectie voor de Olympische Spelen in Tokio, waar het land overigens de groepsfase niet overleefde. Feyenoord stak echter een stokje voor de deelname van de mandekker, aangezien op 22 juli al het duel met FC Drita in de voorronde van de Conference League op het programma stond. Het besluit was moeilijk te accepteren, al neemt de linkspoot Feyenoord niets kwalijk. “Toen ik in de voorselectie zat, heb ik naar de club mijn intenties uitgesproken om naar de Olympische Spelen te gaan. Ze zeiden niet direct nee en ze vertelden me dat mijn wens bekeken zou worden. Enkele dagen later kwam Arne Slot echter bij me om te zeggen dat ze mij niet konden laten gaan, en hij vroeg me hoe ik me daarbij voelde. Ik antwoordde dat het teleurstellend is dat ik mijn land niet zou kunnen vertegenwoordigen, maar dat ik de beweegredenen kon begrijpen. Er waren belangrijke zaken om voor te spelen en ik was een van de weinige overgebleven centrumverdedigers. We hebben goede gesprekken gevoerd en het op de juiste manier uitgesproken.”
In een poging zich te blijven ontwikkelen en uiteindelijk een plek af te dwingen bij de nationale ploeg, kijkt de kopsterke verdediger veel wedstrijden om te leren van spelers op zijn positie. Na enige aarzeling noemt hij ook zijn ‘voorbeelden’, of in ieder geval referentiekaders. “Ik hou heel erg van het spelletje, en ik weet niet of ik echt kan zeggen dat ik een groot voorbeeld heb op la cancha (letterlijk: het veld). Ik geniet ervan om wedstrijden te kijken en ik kijk graag naar de centrumverdedigers van iedere club. Uiteraard kijk ik ook altijd naar hoe de beste verdedigers het doen. Virgil van Dijk, Sergio Ramos... Die centrales zijn zeker het bekijken waard en het is interessant om te zien hoe zij spelen. Ik probeer zoveel mogelijk wedstrijden te kijken om tactische elementen te herkennen en daarvan te leren. Op die manier kan ik me verbeteren op het veld, zonder dat ik de situatie eerst zelf hoef mee te maken.”
In de documentaire steekt Senesi niet onder stoelen of banken dat zijn ambitie nog verder reikt dan Feyenoord, al geeft hij te kennen nu nog niet bezig te zijn met de toekomst. Bovendien hoopt hij eerst nog prijzen te pakken als onderdeel van de Rotterdamse ploeg. De verdediger gelooft er heilig in dat die prijzen er gaan komen. “Ik ben ervan overtuigd dat we nog prijzen kunnen winnen met Feyenoord. In het eerste seizoen dat ik arriveerde belandden we in de bekerfinale, waarin we het zouden opnemen tegen FC Utrecht. Vanwege de bekende omstandigheden ging dat helaas niet door. Ook dit jaar is het gevoel weer positief en ik weet zeker dat we weer mooie dingen kunnen neerzetten.”
“Feyenoord is op dit moment de club waar ik wil zijn en ik geniet van mijn leven hier van dag tot dag”, vervolgt Senesi. “Het is een grote club in Nederland. Alles op zijn tijd en dat houd ik altijd in mijn achterhoofd. Het belangrijkste voor mij was om voor een club te spelen waar ik zeker kon zijn van minuten en waar ik de kans zou krijgen om door te groeien. Mocht er ooit een mogelijkheid komen om de transfer te maken, dan moet dat wel voordelig zijn voor mij én voor de club”, besluit Senesi, die op het moment van de première inmiddels 81 keer het shirt van Feyenoord droeg. In die duels kwam de stopper tot zes treffers en verzorgde hij acht assists. Afgelopen voetbaljaargang werd zijn treffer uit een omhaal tegen ADO Den Haag bovendien verkozen tot Doelpunt van het Seizoen in de Eredivisie.
In El Gladiador geeft Senesi een inkijkje in zijn verleden en de weg Van Concordia naar Rotterdam, zoals de ondertitel luidt. Wat is zijn achtergrond, hoe werd hij in Zuid-Amerika gevormd en wat ging er vooraf aan de stap van het kleine Concordia naar Europa? Dat wordt duidelijk in de exclusieve Feyenoord-documentaire van ongeveer een uur. Terug naar de roots in Concordia, waar onder meer mensen die hem opvoedden en zagen opgroeien aan het woord komen. Zij schetsen het beeld van een bescheiden plattelandsjongen, van een gevoelige vechter, die uitgroeide tot profvoetballer en vastberaden is om de top te halen. De reis tot dusver geeft een beeld van de mens achter de voetballer en de hechte familie waar Senesi onvoorwaardelijk op kan steunen.