Titeldroom Leicester City krijgt diep in blessuretijd knauw bij Arsenal
In Engeland vraagt men zich iedere week weer af wanneer stuntploeg Leicester City door de hoeven zakt. De mannen van manager Claudio Ranieri verweren zich nog altijd kranig en the Foxes bonden de voorbije weken ook grootmachten Tottenham Hotspur, Liverpool en Manchester City aan de zegekar. Zondag volgde de voorlopig laatste grote test voor de verrassende titelkandidaat: een uitduel met Arsenal. De koploper leek met tien man stand te houden bij Arsenal, tot Danny Welbeck Noord-Londen deed ontploffen: 2-1.
Arsenal begon uitstekend aan het duel in het Emirates Stadium. De ploeg van manager Arsène Wenger dicteerde het spel en met meer dan zeventig procent van het balbezit werden er gaten gezocht in de hechte defensie van de bezoekers. Leicester City gaf echter geen krimp en kreeg in het eerste bedrijf voldoende kansen om de score te openen. De keepers speelden een hoofdrol: Kasper Schmeichel kwam snel van zijn lijn om gevaar van Aaron Ramsey in de kiem te smoren en aan de andere kant redde Petr Cech fenomenaal op een kopbal van Jamie Vardy.
Aan de hand van de uitblinkende N’Golo Kanté behield Leicester City de controle over het middenveld en op slag van rust kwamen de bezoekers op voorsprong. Vardy werd in het strafschopgebied neergelegd door Nacho Monreal, al klaagde Arsenal vooral dat Mesut Özil even daarvoor geen vrije trap had gekregen. Vardy maakte zich niet druk om de commotie en de topscorer van de Premier League schoot prachtig raak voor nummer negentien van het seizoen.
Arsenal was de wanhoop nabij en de grootmacht uit Londen mocht zelfs van geluk spreken dat Leicester City niet een tweede strafschop kreeg, toen Monreal werd dolgedraaid door Riyad Mahrez. Niet veel later kregen the Gunners een steuntje in de rug van scheidsrechter Martin Atkinson, die Danny Simpson voor een licht vergrijp met een tweede gele kaart naar de kleedkamer stuurde. Voor Leicester City veranderde er echter niet bijzonder veel: de ploeg bleef met Vardy als diepe spits loeren op de counter.
Door het overtal kreeg Arsenal echter wel steeds meer ruimte om te voetballen. Via de ingevallen Theo Walcott, die profiteerde van goed werk van Olivier Giroud, kwamen de Londenaren twintig minuten voor tijd op gelijke hoogte. Wenger bracht Danny Welbeck (na tien maanden blessureleed) in als extra breekijzer. Welbeck had de winnende op zijn schoen, maar Schmeichel verrichtte een wonderbaarlijke redding. Het bleek uitstel van executie: diep in blessuretijd werd Welbeck toch nog de held.