Timo Letschert: ‘Het is aan ons om het feestje van Ajax te verpesten’
Timo Letschert verruilde drie jaar geleden FC Utrecht in voor het Italiaanse Sassuolo en met die overgang was naar verluidt 3,5 miljoen euro gemoeid. In de Serie A wist de inmiddels 25-jarige centrale verdediger door verschillende blessures helaas geen potten te breken. Dit seizoen is hij op huurbasis terug bij zijn oude liefde FC Utrecht. Verslaggever Justus Dingemanse zocht hem op voor Voetbalzone op sportcomplex Zoudenbalch.
Timo, hoe bevalt het terug in Utrecht?
“Het is leuk en gezellig hier weer te zijn. De omgeving is bekend en dat was een belangrijke reden voor FC Utrecht te kiezen. Het is vertrouwd en je kunt makkelijk je plek vinden. Het was natuurlijk niet bedoeling hier nu te spelen, maar ik heb in Italië een schouder- en een knieoperatie gehad en ben al met al minder dan een half jaar fit geweest. Dat is balen, maar die dingen heb je niet in de hand en gebeuren in het voetbal. Om ritme op te doen en fit te worden, wilde de club mij verhuren en FC Utrecht was een ideale oplossing. Ik heb vrijwel alles gespeeld en ben niet teruggevallen in blessures, daar ben ik heel tevreden over.”
Heb je nu geen last meer van die blessures?
“Het gaat vrij behoorlijk. In het begin was het lastig omdat ik nog niet helemaal fit was. Voor die kruisbandoperatie hebben ze een stuk uit mijn hamstrings gehaald. Daardoor ontbrak er nog kracht en was het verschil tussen mijn linker- en rechterbeen groot. Dan zit je er niet lekker in. Daarnaast heb je het seizoen na zo’n operatie een grote kans op een terugval. Het is een dunne lijn en de balans is lastig. Je wilt sterker worden, in het weekend topfit zijn, herstellen en in de volgende week opnieuw sterker worden. Bij sommige wedstrijden denk je: shit ik heb deze week te veel in de gym gezeten en op mijn hamstring gefocust, waardoor ik nu misschien niet optimaal fit ben voor de wedstrijd. Dat was wel een opgave.”
Op hoeveel procent zit je nu van je kunnen?
“Dat is moeilijk te zeggen. Als ik kijk naar de testjes, zit ik fysiek weer op het niveau van voor mijn transfer, maar als ik kijk naar de manier van verdedigen, mijn bewustzijn en hoe we moeten staan met zijn allen, dan ben ik een stuk verder. Ik ben persoonlijk echter nog niet waar ik wil zijn. Er zit nog veel meer in. Tegelijkertijd denk ik dat het degelijk is wat we laten zien met Utrecht: het staat defensief goed en geven weinig weg in de achterhoede.”
Wat voor indruk heb je gekregen van de Serie A?
“Een goede indruk. Het is een zware competitie met een hoger niveau en goede spitsen. Het is wel echt een ander spelletje in Italië. Er worden andere dingen verwacht. Het is zakelijker en meer gefocust op het verdedigen. Het balbezit moet je meer overlaten aan de mensen voor je. De verdedigers in Italië hebben een goede techniek en kunnen prima voetballen, maar er wordt niet van ze gevraagd in te dribbelen. Daarvoor lopen op het middenveld veel te goede spelers die dat kunnen. Die moet je ook gebruiken.”
Waarom willen we dat hier wel dan?
“In Nederland moeten centrale verdedigers soms zelf de oplossing zoeken, omdat die niet altijd mensen voor zich hebben die dat kunnen. Als je als verdediger het middenveld inspeelt, krijg je hem soms meteen weer terug. Als je in Italië de bal afgeeft bij het middenveld komt er een vervolg. In dat opzicht is het qua opbouw makkelijker voetballen in de Serie A. Als iemand vrijstaat, speel je hem in en krijg je die bal niet meer terug. Ze draaien open, weg of kaatsen hem schuin. Dat doorvoetballen is wel echt een verschil.”
Zijn er nog andere grote verschillen?
“Met Urby (Emanuelson, JD) praat ik er wel eens over. We hebben volgens mij precies dezelfde ervaring. Het is er gewoon kneiterhard, ook in de coaching. De trainers zijn een stuk minder gerelativeerd dan in Nederland. Dat is iets dat bij me past. Het is soms lastig dat ik hier meer op mijn woorden moet letten, terwijl je in Italië letterlijk alles kan en mag zeggen. Bij voorkeur wel in het Italiaans trouwens, want het Engels is er erg matig. Urby heeft diezelfde dingen meegemaakt en soms kijken we elkaar aan en denken hetzelfde.”
Terug naar FC Utrecht. Wat was jouw mooiste wedstrijd dit seizoen?
“Feyenoord-thuis. Doordat we in de laatste minuut nog winnen door een doelpunt van mij, maar vooral ook door de ceremonie vooraf voor de slachtoffers van de aanslag. Alles er op en er aan en ook heel mooi hoe de supporters dat hebben aangepakt. Ik had echt kippenvel toen ik het veld op kwam en andere jongens ook. De coach werd zelfs een beetje emotioneel. Gewoon heel mooi gedaan, ook die minuut stilte en de Feyenoord-supporters die perfect meededen. Dat was heel respectvol en prachtig om mee te maken.”
Er komt ook nog wel een aardig potje aan: Ajax-uit...
“Dat kan een mooie middag worden inderdaad. Naar die wedstrijd kijken we al een poos uit met z’n allen. De ArenA zal volgepakt zijn, en het is aan ons het feestje te verpesten en er een Utrecht-feestje van te maken. Er is ook nog een hele kleine kans op plek vier, maar we hebben in elk geval al de play-offs gehaald.”
En je wilt Danny Makkelie zeker het liefst als scheidsrechter?
“Haha, ik denk serieus dat ze dat niet gaan doen. De wedstrijd van drie jaar geleden met die onterechte strafschop in de slotfase voor Arek Milik zijn ze in Zeist vast ook nog niet vergeten.”
Maar je hebt de VAR nu toch?
“Maar maakt dat het beter of minder? Ik ben blij dat die er is hoor, maar ik denk dat je het moet beperken tot de situaties die de scheidsrechter niet heeft gezien en feiten als buitenspel en doellijntechnologie. Verder zou ik gewoon afgaan op wat de scheidsrechter heeft waargenomen. Soms maakt een scheidsrechter een blunder, dan schors je hem en klaar is Kees. Het is soms zo moeilijk te bepalen of het honderd procent een fout is of toch een beetje een grijs gebied. Die scheidslijn is bijna onmogelijk en door al die ingrepen word je als arbiter gillend gek. Dit jaar is er bijvoorbeeld ook best vaak ingegrepen terwijl dat niet had gehoeven en werd daardoor uiteindelijk alsnog een fout gemaakt.”
Is het door de VAR nu ook afgelopen met de stiekeme verdedigerstrucjes?
“Nou, ik heb wel een paar keer shirtje getrokken zonder gestraft te worden hoor, haha.”
Je hebt zelf trouwens ook nog vier jaar in de jeugdopleiding bij Ajax gezeten, hoe was dat?
“Ja, twee jaar in de D-tjes en twee jaar in de C-tjes, daarna ben ik weggestuurd. Dat was een mooie tijd hoor. Ik speelde met Davy Klaassen; ik op tien en hij in de spits. We waren een soort gouden duo en ik scoorde aan de lopende band. In de C-tjes liep ik echter flink achter in mijn groei en was de kleinste van het team. Iedereen ging de lucht in, zelfs Ouasim Bouy was een kop groter dan ik. Bij Ajax word je er zo uitgebonjourd als je achterloopt.”
Dat was dus niet omdat je vervelend was?
“Nee, toen was ik nog niet vervelend; dat is pas later gekomen, haha. Ik vond het toen trouwens wel terecht dat ik weg moest hoor. Pas in de A-tjes ben ik centrale verdediger geworden, toen was ik eindelijk een beetje groot en sterk.”
Dan je toekomst. Beide clubs hebben een optie: Utrecht kan je overnemen en Sassuolo kan met je verlengen. Is dat niet apart?
“Valt mee, want ik heb nog niet met Utrecht over een contract onderhandelt. Doordat er geen akkoord is, heb ik best veel in eigen hand. Ik ben nog steeds heel ambitieus, maar waar mijn toekomst precies ligt, weet ik niet. Dat moet ik aan het einde van het seizoen bekijken. Alles ligt open, het kan Nederland zijn, het buitenland of terug bij Sassuolo.”
Maar als je zelf zou mogen kiezen?
“Dat is een hele mooie vraag natuurlijk, haha. Iets in me zegt wel dat ik nodig unfinished business heb bij Sassuolo. Ik zou graag een heel seizoen fit blijven en mezelf laten zien. Dan weet ik zeker dat ik daar kan slagen en een vervolgstap kan maken. Die drang zit er nog wel. Verder moet ik kijken waar het meeste perspectief ligt. In het verleden was er ook wel contact tussen mijn zaakwaarnemer en de top drie, maar die pakten niet echt door.”
Met Virgil van Dijk, Matthijs de Ligt en Stefan de Vrij is Oranje nu lastig, maar ik kan me voorstellen dat je in de Nederlandse top misschien meer in beeld bent dan bij Sassuolo?
“Voor het oog misschien wel. Daarentegen denk ik dat je in Italië meer leert dan in de Eredivisie. Als je kijkt naar Ajax en PSV, dan wordt daar een stuk minder van je gevraagd in de competitie als verdediger. In de Champions League gaat het niveau natuurlijk omhoog en kun je stappen maken. De uitdaging ligt dan dus Europees, maar als je in Duitsland, Engeland of Italië voetbalt, heb je iedere week een mooie test. Beide is mooi, maar een topcompetitie waarin je echt leert verdedigen is misschien wel de mooiste uitdaging. Overigens reken ik nu zeker niet op Oranje. Dat is misschien hard voor mezelf, maar je moet realistisch zijn. Op de lange termijn heb ik nog wel hoop, ik heb immers nog wel even te gaan als voetballer.”
Wanneer is voor jou je carrière compleet?
“Toen ik drie jaar geleden de stap maakte naar Sassuolo was ik heel ambitieus. Ik had toen het gevoel dat ik vast bij het Nederlands elftal kon komen en het ver kon gaan schoppen, maar als je dan vervalt in blessures merk je dat je in de voetballerij niks kan plannen. Ik ben tevreden met mijn carrière als ik nu de stijgende lijn kan oppakken en stappen kan maken. Als ik er alles aan gedaan heb beter te worden, is het voor mij geslaagd; je wilt jezelf niks kwalijk kunnen nemen. Je hoort topspelers vaak zeggen: ‘Ik heb het geluk gehad dat ik nooit een zware blessure heb gehad.’ Die luxe heb ik niet, maar er zitten ook spelers tussen die ondanks tegenslagen alsnog de top halen. Als ik nog een stap of twee, drie kan zetten, denk ik dat ik nog bij een hele mooie club kan komen.
Nou zeg het maar dan, wat heb je in gedachten?
“Haha, het is altijd gevaarlijk namen te noemen. Dan word je daar op vastgepind. Maar goed: ik vind Duitsland een hele mooie competitie hebben met clubs als Borussia Dortmund. Ook AS Roma, waar Rick Karsdorp en Justin Kluivert nu zitten, vind ik een geweldige club. Hetzelfde geldt voor een club als Napoli. Als je daar ooit komt, dan kun je wel zeggen dat je carrière geslaagd is ja.”