Thomas Letsch boos op Bas Nijhuis: ‘Daar raken we nooit over uitgesproken’
Thomas Letsch is na de 3-0 nederlaag van Vitesse tegen Sparta Rotterdam boos op Bas Nijhuis. De trainer van de Arnhemmers is van mening dat zijn ploeg een zuivere strafschop is onthouden, toen Adil Auassar in de eerste helft de bal op zijn hand kreeg binnen de zestien. Nijhuis zegt daarentegen voor de camera van ESPN dat hij het never nooit een strafschop vindt.
“Ik ben ook boos op de scheidsrechter”, zegt Letsch in gesprek met ESPN. “Als ik de beelden zie is het een duidelijke strafschop. Het was toen nog 0-0, dus de wedstrijd had daar een heel andere kant op kunnen gaan. Natuurlijk ben ik bozer op de spelers, want dit was een van onze slechtste prestaties van het seizoen. Maar deze beslissing van de scheidsrechter kan ik niet begrijpen.”
“Er zullen mensen zijn die zeggen dat dit een handsbal is”, beaamt Nijhuis na afloop. “Maar ik vind het wel een verschil. De bal wordt ingespeeld door Vitesse en hij probeert de bal te ontwijken, weg te draaien van de situatie. Ik vind het never nooit opzettelijk hands. Het is interpretatie, er zullen ook scheidsrechters zijn die het een strafschop vinden. Voor mij is het never nooit opzet. Het was voor mij een gemakkelijke beslissing op het veld en kreeg direct commentaar van de VAR, in dit geval Allard Lindhout, die er hetzelfde over dacht. We zaten dus op één lijn.”
“Ik snap dat er in het seizoen de ene keer een strafschop voor wordt gegeven en de andere keer niet. Voor mij is hier het verschil dat de bal van een eigen speler komt en van het doel wegging. Hoe kan je dan van een strafschop spreken? Lastig hè, hands. Daar raken we nooit over uitgesproken”, benadrukt Nijhuis. Auassar vertelt dat de arbiter tegen hem zei dat hij ‘officieel’ een strafschop had moeten geven.
“Maar de bal gaat de andere kant op en wordt tegen je aangeschoten en gaat niet richting doel. Karakter, daar houd ik dus van. Toevallig is het nu in mijn voordeel dus heb ik makkelijk praten”, bekent de middenvelder en aanvoerder van Sparta. “Ik schrok volgens mij. Ik heb mijn handen wel heel erg hoog, hè? Misschien is het ook wel een penalty.”