Thierry Henry moet diepe wond van AS Monaco te elfder ure helen
MONACO - "Dit is een droom", reageerde een uitzinnige Ivan Leko op de 0-4 overwinning van Club Brugge op AS Monaco, inmiddels ruim twee maanden geleden, in de groepsfase van de Champions League. De trainer van Club Brugge sprak van een 'historische' avond. Het was voor Club Brugge de eerste driepunter in de Champions League sinds 2005, en voor Monaco de grootste thuisnederlaag ooit in Europees verband. Maar, zo voegde Leko eraan toe, "dit was niet eens onze beste wedstrijd in de Champions League." Onbedoeld strooide de Kroaat daarmee wat zout in de wond van Monaco. Een wond die de ambitieuze Thierry Henry te elfder ure moet zien te helen.
Door Dominic Mostert
Op de keper beschouwd was de uitspraak van Leko geen gekke. Supporters van Club Brugge zullen zich vooral de openingswedstrijd tegen Borussia Dortmund herinneren, waarin Blauw-Zwart voor rust de lakens uitdeelde en toch met 0-1 verloor. Of de thuiswedstrijd tegen Monaco, waarin de achttienjarige Loïs Openda in de allerlaatste seconde naliet om de 2-1 binnen te koppen op aangeven van Stefano Denswil. Het eindigde in 1-1, maar toen al was de kwetsbaarheid van Monaco ten overstaan van het Europese voetbalpubliek gebleken. Voor de Franse kijker was het al lang geen verrassing meer. Monaco heeft een desastreuze eerste seizoenshelft achter de rug en ging het nieuwe kalenderjaar in als nummer negentien van de Ligue 1. Aan het eind van de rit betekent die plek directe degradatie. In de Champions League pakte men één punt. Het is een schrale troost dat Monaco in beide binnenlandse bekertoernooien nog vertegenwoordigd is (woensdag werd Stade Rennes in de Coupe de la Ligue geklopt na een serie van 22 penalty's, waarin doelman Loïc Badiashile de winnende binnenschoot).
Vechtlust
Tijdens de 0-4 nederlaag tegen Club Brugge, op 6 november 2018, was de achttienjarige Sofiane Diop de beste speler aan de zijde van de Monegasken. Twee van de wisselspelers die Henry inbracht in een wanhoopspoging om het tij te keren, waren nog jonger. Middenvelder Han-Noah Massengo en aanvaller Gobe Gouano, op dat moment allebei zeventien jaar oud, werden voor de leeuwen gegooid. "Ik wilde zien of ze vechtlust in zich hadden, want het is niet makkelijk om je debuut te maken bij een 0-3 achterstand", verklaarde Henry na afloop. "Ik heb niet veel spelers tot mijn beschikking, dus ik kijk naar de jongens die zich volledig inzetten en een goede wil tonen. Als de jonge jongens dat doen, dan zullen ze spelen. Jonge spelers zijn onbevreesd en misschien is dat wat we nu nodig hebben. Dat gevoel moeten we terug zien te vinden."
Met een gemiddelde leeftijd van 24,8 jaar heeft Monaco dit seizoen een van de jongste selecties van de Ligue 1; alleen de spelers van Olympique Lyon (24,3 jaar), Nice (24,3), Nîmes Olympique (23,8) en Lille (23,7) zijn gemiddeld nog jonger. Radamel Falcao is een van de weinige dertigers in de ploeg van Henry. De leeftijd alleen is echter niet het probleem. De jonge spelers van Monaco zijn gewoonweg veel minder getalenteerd dan hun voorgangers uit de kampioensploeg van het seizoen 2016/17, of het team dat vorig seizoen tweede werd. Jonge spelers heeft Monaco altijd al gehad: eigenaar Dmitry Rybolovlev maakte er sinds zijn komst in 2011 een sport van om talenten weg te lokken bij binnen- en buitenlandse clubs. Die talenten konden zich onder begeleiding van meer ervaren spelers ontwikkelen, krikten hun transferwaardes op en werden voor grote sommen geld doorverkocht.
563 miljoen euro
De generatie van Anthony Martial, Yannick Ferreira Carrasco en Geoffrey Kondogbia reikte in 2015 tot de kwartfinale van de Champions League, waarna ze allemaal hun eigen weg insloegen. Kylian Mbappé, Benjamin Mendy, Bernardo Silva en Tiemoué Bakayoko namen afscheid nadat ze in 2017 landskampioen werden en de halve finale van de Champions League bereikten. En na de tweede plek van vorig seizoen zochten ook Fabinho en Thomas Lemar andere oorden op. Deze negen spelers leverden gezamenlijk 563 miljoen euro op. Om het verdienmodel draaiende te houden, is sportief succes onmisbaar. "Permanent herbouwen", zo betitelde voormalig Monaco-trainer Leonardo Jardim zijn takenpakket eens. Van het bedrag werd echter maar een klein deel weer geïnvesteerd in de selectie. Monaco lijkt de tactiek op de transfermarkt, bewust dan wel door foute inschattingen, te hebben bijgesteld. Werden er voorheen vooral spelers gehaald die op het punt stonden om hun potentieel waar te maken, nu worden ook jongelingen aangetrokken die dat niet meteen kunnen.
Daar zit een belangrijk nuanceverschil in. Van de 22-jarige Aleksandr Golovin, in de zomer voor dertig miljoen euro overgenomen van CSKA Moskou, werd verwacht dat hij er direct zou staan na zijn uitmuntende WK met Rusland. Voor rechtshalf Samuel Grandsir (22 jaar, overgekomen van Troyes) gold hetzelfde. Maar voor tieners Pietro Pellegri (17), Willem Geubbels (17) en de eerder besproken Sofiane Diop (18) was dat niet zo. Toen het seizoen begon, hadden zij gezamenlijk negen wedstrijden op het hoogste niveau op hun cv. Het zijn duidelijk talenten - met name de voor twintig miljoen euro overgenomen Geubbels wordt door velen een grote toekomst toegedicht - maar het zijn langetermijninvesteringen; het drietal is nog niet klaar om in de voetsporen van spelers als Lemar en Fabinho te treden.
Ook veel andere aankopen hebben moeite om hun stempel te drukken. In 2017 betaalde Monaco dertig miljoen euro aan Lazio voor Keita Baldé, die inmiddels is verhuurd aan Internazionale. Youri Tielemans, in datzelfde jaar voor circa 23 miljoen euro overgenomen van Anderlecht, komt moeilijk van het label 'veelbelovend' af. Aholou, voor wie Monaco afgelopen zomer veertien miljoen euro overmaakte aan Strasbourg, veroverde meteen een basisplek maar kon zich niet aan de malaise onttrekken. Inmiddels is de middenvelder al ruim twee maanden geblesseerd. Nacer Chadli kwam over van West Bromwich Albion en wist in elf wedstrijden nog niet te scoren of een assist te geven. De al genoemde Golovin liet goede dingen zien in zijn eerste optredens, maar werd geplaagd door blessureleed en wist zijn WK-vorm nooit helemaal te hervinden.
Daar houdt het nog niet op. Jorge Mendes drong er afgelopen zomer op aan om verdedigende middenvelder Pelé onder te brengen bij Monaco; vicepresident Vadim Vasilyev ging akkoord, mede omdat de twee een goede relatie hebben en Mendes de afgelopen jaren meerdere spelers naar Monaco bracht (denk aan James Rodríguez, Bernardo Silva, Fabinho, Hélder Costa en João Moutinho). Vasilyev hoopte dat later in de zomer een grotere speler zou volgen uit de stal van de vermaarde zaakwaarnemer, maar die hoop bleek ongegrond. Ondertussen speelde Pelé dit seizoen pas acht duels. Zijn twee gele kaarten tegen Stade Reims, in een invalbeurt van 25 minuten, vormden een dieptepunt op 3 november (1-0 nederlaag). De 27-jarige middenvelder uit Guinee-Bissau, die voor tien miljoen euro werd weggehaald bij het Portugese Rio Ave, stond in de zomer van zijn komst zelfs op de nominatie om direct verhuurd te worden: zo ontevreden was toenmalig trainer Jardim al in de eerste weken over hem.
Cesc Fàbregas
Jardim is inmiddels al lang en breed vertrokken. De Portugees werd op 11 oktober verantwoordelijk gehouden voor de tegenvallende resultaten en kreeg zijn congé. Dat hij Monaco achtereenvolgend naar de halve finale van de Champions League, het kampioenschap in de Ligue 1 en de tweede plaats had geloodst, kon hem niet redden. Het zat Jardim bepaald niet mee, dit seizoen: zo raakte sterspeler Rony Lopes al na een paar weken geblesseerd, worstelde rechtsback Djibril Sidibé met zijn fitheid en ging West Ham United er in plaats van Monaco vandoor met Issa Diop. Maar de problemen van les Rouge et Blanc hebben een diepere oorsprong. Dat heeft inmiddels ook Henry ervaren. "Ik hoor na iedere wedstrijd dat het niet erger kan worden, maar dat gebeurt dan toch", reageerde de voetballegende veelzeggend op de 0-4 nederlaag tegen Club Brugge.
Dat het code rood is in Stade Louis II, is een understatement. De club uit het prinsdom doet er alles aan om na zes jaar niet te hoeven terugkeren in de Ligue 2. De 36-jarige veteraan Naldo kwam op 3 januari over van Schalke 04 en moet voor een schat aan ervaring gaan zorgen. Hetzelfde gold voor Pepe, maar die koos deze week voor een terugkeer bij FC Porto. Verder wist Monaco zich vrijdag te versterken met Cesc Fàbregas en jaagt de club op François Kamano van Girondins Bordeaux en op Nikola Kalinic van AC Milan. Deze paniekaankopen vormen echter slechts een pleister op de wonde van Monaco. Of die pleister groot genoeg is, moet in de tweede seizoenshelft blijken. Zondag hervat de ploeg van Henry de competitie met een uitwedstrijd tegen Olympique Marseille.