voetbalzone

‘Ten Hag wist wat voor persoon ik ben en dat het geen zin had mij om te praten’

Daniel Cabot Kerkdijk03 mei 2020, 07:15
Laatst bijgewerkt: 03 mei 2020, 07:15
Advertentie

Jelle de Lange maakte in mei 2015, als zeventienjarige, zijn debuut in de hoofdmacht van FC Utrecht. De centrale verdediger begon in het duel met Vitesse (3-3) in de basis en werd na dik een uur spelen gewisseld voor een andere debutant, Giovanni Troupée. Dik twee jaar later koos de captain van Jong FC Utrecht, in bezit van een net verlengd en verbeterd contract voor vier jaar, er verrassenderwijs voor om het profvoetbal te verlaten.

Sjors UItee was in het verleden jeugd- en assistent-trainer bij FC Utrecht en herinnert De Lang als ‘een typische vwo’er.’ “Iemand die het nieuws volgt, het journaal kijkt, die weet wat er speelt in de wereld”, stelt de scheidend hoofdcoach van Fortuna Sittard, net benoemd tot technisch manager van de club. “Een jongen met bredere interesses dan veel andere jongens. Dat is grotendeels zijn probleem geweest. Hij werd in een trechter geduwd.”

“Uiteindelijk trok hij de conclusie dat het voetbal niet bij hem paste. De wereld, de mensen. Heel erg jammer, want hij ging echt een mooie toekomst tegemoet.” De Lange ging binnen een jaar van de Onder-16, via de Onder-17, naar de Onder-19, werd jeugdinternational en kwam al snel in beeld bij het eerste. “Voor FC Utrecht was Jelle een speler van de buitencategorie, qua talent”, vervolgt Ultee in gesprek met Voetbal International. “Hij had een ongekend aanlerend vermogen, heel belangrijk in het voetbal. De kleinste boom kan de grootste boom worden. Zo snel als hij zich ontwikkelde, dat was uniek.”

“Als hij dat tempo had volgehouden, was hij bij Barcelona geëindigd. Maar die groei was vast een keer gaan vertragen. Dat Jelle een goede speler voor de top vijf, -zes van Nederland was geworden, was niet moeilijk te voorspellen.” De Lange koos geluk boven voetbal: hij woont in een studentenhuis in Amsterdam, studeert politicologie en heeft een bijbaantje als maaltijdbezorger. Hij erkent dat de voetbalwereld hem steeds meer tegen begon te staan, zeker nadat hij zijn VWO-diploma haalde. “Ik had niet langer de afleiding van een normaal leven. De voetballerij heeft natuurlijk heel weinig inhoud.”

De Lange wil niet negatief of denigrerend overkomen. “Maar in het voetbal heb je nou eenmaal vooral te maken met een bepaald soort mensen. Voor wie het geen probleem is de hele dag alleen maar met dat spelletje bezig te zijn en je verder nergens druk over te maken. Prima, als dat voor je werkt. Maar mij bood dat geen voldoening. Ik las weleens een boek of de krant, keek het journaal, verdiepte me in het nieuws. Daar werd soms een beetje lacherig over gedaan. Vond ik niet erg. Wel verbaasde ik me soms.”

Er waren altijd uitzonderingen, zoals Willem Janssen en Carel Eiting. Laatstgenoemde kent hij al sinds zijn zevende. “Carel heeft altijd precies begrepen wat er in mij omging, maar staat er zelf anders in. Hij vindt het wél fijn, die voetbalwereld. Hij wil en kan wél vol voor die profcarrière blijven gaan.” Hij besefte hij dat de intrinsieke motivatie verdwenen was en stopte. Ook Erik ten Hag, destijds trainer van het eerste, toonde begrip voor zijn besluit. “Hij wist wat voor persoon ik ben. Dat ik alles al goed had doordacht en afgewogen, en zoiets niet als dreigement kwam vertellen. Zo van: Stel mij op, of ik stop. Ik wist dat hij het in me zag zitten. Hij wist dat het geen zin had mij om te praten.”