voetbalzone

Ten Hag: ‘Klopt, maar deze jongens kunnen het en dan kijk je het aan’

Robin Bruggeman09 aug 2018, 07:29
Laatst bijgewerkt: 09 aug 2018, 07:29
Advertentie

Ajax keerde woensdag met een 2-2 gelijkspel tegen Standard Luik op zak weer terug naar Amsterdam en lijkt zichzelf zo een prima uitgangspositie te hebben verschaft voor de return in de voorrondes van de Champions League. Doordat de Amsterdammers in de rust nog tegen een 0-2 voorsprong aankeken, voelde de remise uiteindelijk echter bijna als een nederlaag. Voor trainer Erik ten Hag leidt dit vooralsnog niet tot zorgen.

“Ik zie er geen enkele aanleiding toe dat we deze goede uitgangspositie dinsdag thuis weggeven, zoals Ajax wel in 2015 tegen Rapid Wien deed”, steekt hij van wal in gesprek met De Telegraaf. “We moeten dan wel het niveau van de eerste helft halen, want Standard is een goede tegenstander met veel power. We zullen goed aan de bal moeten zijn.” Ten Hag beaamt dat een 2-2 gelijkspel met twee uitdoelpunten vooraf gezien een prima uitslag was geweest. De manier waarop dat resultaat nu echter tot stand is gekomen, zorgt wel voor vraagtekens.

“Ik heb in de rust al op Rapid Wien-Ajax gewezen. Ik kon me die wedstrijd, waarin Ajax ook twee doelpunten voorsprong weggaf, nog wel herinneren en heb die benoemd. Dan is het jammer dat we toch onze neus stoten”, legt hij uit. Ajax had door kansen van onder meer Hakim Ziyech en Klaas-Jan Huntelaar zelfs mogelijkheden om de voorsprong verder uit te breiden, maar slaagde hier niet in. Met de stelling dat Ten Hag eerder in had moeten grijpen op het middenveld, is de trainer het dat ook niet eens.

“Dat denk ik niet. Daar staan met Frenkie de Jong, Lasse Schöne, Hakim Ziyech en Dusan Tadic de balvaste jongens. En daar heb ik vertrouwen in”, geeft hij aan. De oefenmeester moet echter wel toegeven dat deze linie op bepaalde momenten in de tweede helft werd overlopen: “Dat klopt. Maar zoals ik al zei: ik heb vertrouwen in ze. Deze jongens kunnen het en dan kijk je het aan”, sluit Ten Hag, die het er niet mee eens is dat Standard als de ‘morele winnaar’ geldt, zijn relaas af.