voetbalzone

Ten Hag hekelt beeldvorming over Tadic en krijgt steun van Perez en Kwakman

Yanick Vos01 mrt 2020, 19:02
Laatst bijgewerkt: 01 mrt 2020, 19:02
Advertentie

Ajax-trainer Erik ten Hag heeft het zondagavond in aanloop naar de thuiswedstrijd tegen AZ opgenomen voor Dusan Tadic. De aanvoerder van de Amsterdammers kreeg de afgelopen weken kritiek te verwerken op zijn tegenvallende spel. Ten Hag beaamt dat de Servische aanvaller een mindere periode achter de rug heeft, maar benadrukt dat het de speler ook niet makkelijk werd gemaakt door de vele blessuregevallen in de selectie van Ajax.

FOX Sports-presentator Jan-Joost van Gangelen schetste in gesprek met Ten Hag de situatie van Tadic en zei dat het leek alsof de aanvaller ‘in een depressie zat’. “Ik deel die mening niet helemaal”, aldus Ten Hag. “Ik denk niet dat hij de frisheid heeft zoals we vorig jaar van hem zagen. Maar het heeft vooral te maken met de beelvorming. Hij had ook geen spelers om mee te combineren en dat is toch de kracht van Tadic, dat er mensen om hem heen moeten spelen. Hij moet afleiders hebben aan wie hij de bal kwijt kan. Als dat gebeurt, dan zal je zien dat hij weer beter gaat spelen.”

“Het klopt wat de trainer zegt”, reageert Kenneth Perez. De Deense analist begrijpt de uitleg van Ten Hag en is het met hem eens over Tadic. “Hij moet de ballen kwijt kunnen, want hij is een speler die de bal het beste kan vasthouden. Dan moet je wel spelers hebben die daar op anticiperen. Maar als je de bal te lang moet vasthouden, dan is de kans op balverlies groter.”

Kees Kwakman is het ook eens met Ten Hag en gaat in op de beeldvorming waar de trainer op doelde. “Ik zat na de wedstrijd tussen Vitesse en PSV in de auto en toen hoorde ik de verslaggever van Radio 1 in de rust van Heracles – Ajax zeggen dat Tadic slecht was en zijn niveau niet had. Toen heb ik de eerste helft eens teruggekeken: bijna niks verkeerd gedaan. We praten elkaar allemaal wel heel erg graag na. Uit bij Getafe heeft hij het niet goed gedaan, maar je kan ook wel iets de hele tijd blijven roepen.”