Telegraaf noemt belangrijk voordeel voor Ajax in de strijd om Quinten Timber
Het lijkt er sterk op dat Quinten Timber FC Utrecht na één seizoen alweer gaat verlaten. In Nederland zijn Ajax en PSV geïnteresseerd in de middenvelder, maar ook over buitenlandse interesse heeft Timber niet te klagen. Het feit dat spelers van Ajax doorgaans beter worden verkocht dan spelers van andere clubs zou een belangrijk voordeel kunnen zijn voor de Amsterdammers, stelt De Telegraaf.
In dat geval is het wel belangrijk dat FC Utrecht bij een verkoop een doorverkooppercentage opneemt in de onderhandelingen. Bij een mogelijke vervolgtransfer kunnen de Domstedelingen dan een mooi bedrag opstrijken. Timber speelde in de jeugdopleiding bij Feyenoord en Ajax, alvorens hij in de hoofdstad zijn debuut in het betaalde voetbal maakte. Afgelopen zomer maakte hij transfervrij de overstap naar Utrecht. Het jongere broertje van Jurriën Timber heeft bij Utrecht nog een contract tot medio 2024, waardoor geïnteresseerde clubs met een transfersom over de brug moeten komen.
Welk bedrag Utrecht voor ogen heeft is niet bekend. Bij PSV zien ze de middenvelder graag komen om het eventuele vertrek van Ibrahim Sangaré en/of Erick Gutiérrez op te vangen. Ajax raakt deze zomer zeer waarschijnlijk Ryan Gravenberch kwijt, die in de nadrukkelijke belangstelling staat van Bayern München. Verwacht wordt dat Timber een van de duurste uitgaande transfers wordt bij Utrecht. De top drie wordt momenteel gevormd door Sébastien Haller (12 miljoen naar Eintracht Frankfurt), Dries Mertens (8,5 miljoen naar PSV) en Michael Mols (6,4 miljoen naar Rangers).
Timber reageerde begin deze maand in Voetbal International op de vermeende interesse rond zijn persoon. "Ik hoef niet per se weg, zeker niet. Je moet altijd nadenken over de stappen die je gaat zetten, waar je nóg beter kan worden. Wat ik zeg: ik kan me hier nog heel goed ontwikkelen", aldus de middenvelder van Utrecht. "We gaan het wel zien." Timber werd vorig jaar transfervrij overgenomen van Ajax. Dit seizoen kwam hij tot 30 wedstrijden in de Eredivisie, waarvan 28 keer als basisspeler. Daarin wist hij twee keer het net te vinden.