‘Tegen spelers als Ben Yedder en Wirtz moet je iedere seconde op scherp staan’
Nederlandse profvoetballers zijn in alle uithoeken van de wereld te vinden, van de spotlights van de grote Europese competities tot de meer avontuurlijke dienstverbanden op andere continenten. In de rubriek Over de Grens spreekt Voetbalzone wekelijks met een speler die buiten de landsgrenzen actief is. Met deze keer aandacht voor Mats Knoester, die bezig is aan zijn eerste buitenlandse avontuur bij Ferencváros TC in Boedapest. De 24-jarige verdediger vertelt onder meer over zijn jeugdopleiding bij Feyenoord, het leven in Hongarije en spelen in de Europa League.
Door Wessel Antes
Op zesjarige leeftijd maakte Knoester de overstap van SV ARC, gevestigd in zijn geboorteplaats Alphen aan den Rijn, naar de jeugdopleiding van Feyenoord, om daar uiteindelijk ruim een decennium te voetballen. “Feyenoord voelde voor mij echt als thuis. Eigenlijk heb ik gewoon een deel van mijn opvoeding bij die club gekregen. Ik kwam als kind aan en ben als een volwassene vertrokken. Op een gegeven moment kreeg je als jeugdspeler ook een seizoenkaart, dus ik ben een flink aantal keren in het stadion geweest.”
Jarenlang had Knoester dezelfde droom als zijn oudere broers Cas en Jop: het halen van De Kuip. Allen speelden in de jeugdopleiding van Feyenoord, maar niemand kwam tot een officiële wedstrijd in de hoofdmacht. “Eigenlijk had ik nooit echt voorbeelden uit het eerste van Feyenoord, maar omdat ik vaak bij mijn broers ging kijken zag ik daar wel altijd de grootste talenten spelen. Dan probeerde ik daar wat van op te steken.” Cas speelt momenteel zaalvoetbal, terwijl Jop zaakwaarnemer is bij makelaarsbedrijf Prime11.
Ook Knoester zelf stond te boek als een groot talent binnen de jeugdopleiding van Feyenoord. Met de Onder 17 won hij een landstitel en daarnaast heeft hij 25 jeugdinterlands voor het Nederlands elftal achter zijn naam staan. Op jonge leeftijd werd zijn naam gelinkt aan clubs als Liverpool en Manchester City. Dat een doorbraak in Rotterdam-Zuid uiteindelijk is uitgebleven vindt Knoester wel pijnlijk. “Ik had zeker gewild dat bepaalde dingen anders waren gelopen. Uiteindelijk is het maar half gelukt, want ik sloot wel aan bij de selectie, maar heb alleen mijn officieuze debuut gemaakt. Dat is wel balen.”
Ook vanuit Hongarije volgt Knoester het Nederlandse voetbal nog op de voet. De verdediger vindt het mooi om te zien hoe bepaalde jongens bij Feyenoord zich ontwikkelen. “Justin Bijlow is jarenlang mijn teamgenoot geweest. In de jeugd was hij niet altijd de eerste doelman die alles keepte. Hij had talent, maar heeft er ook echt alles aan moeten doen, het kwam zeker niet vanzelf bij hem. Nu is hij echt dé man geworden onder de lat bij Feyenoord. Daar is geen twijfel meer over mogelijk.” Knoester kwam Bijlow vorig jaar nog tegen bij Jong Oranje, toen ze werden geselecteerd voor het jeugd-EK in Hongarije. “Dan is het gelijk zoals vanouds. Vaak gaat dat zo in de voetballerij: je hebt niet altijd contact met elkaar, maar wanneer je elkaar ziet is het direct weer gezellig.”
Knoester trok in januari 2019 definitief de deur achter zich dicht bij Feyenoord. Omdat er in Rotterdam op dat moment geen beloftenelftal was om minuten in te maken, besloot de verdediger de uitdaging bij Heracles Almelo aan te gaan om zich maximaal verder te kunnen ontwikkelen. “Die keuze was voor mij snel gemaakt. Mijn familie vroeg zich af of ik me niet beter kon laten verhuren, maar voor mij was het qua gevoel al wel duidelijk. Ik wilde gewoon een nieuwe start ergens, vanaf nul beginnen.” Uiteindelijk speelde Knoester 3,5 jaar in Almelo en kwam hij 92 keer in actie voor Heracles. “Ik was twintig jaar oud en kreeg wekelijks speelminuten op het hoogste niveau van Nederland, dus dat was top. Toen ik eenmaal een basisplek had veroverd is het snel gegaan.”
De Alphenaar groeide op Erve Asito uit van een Feyenoord-talent naar de reserve-aanvoerder van Heracles in de Eredivisie. “Wat ik heb geleerd in die jaren? Vooral dat je bij jezelf moet blijven in de voetballerij. Van daaruit moet je je kwaliteiten naar boven zien te halen. De stap naar Almelo was daarom goed voor mij”, aldus Knoester, die Heracles zeer dankbaar is. “Over het algemeen is Heracles de perfecte plek om je als jonge speler te ontwikkelen, zonder al te veel druk.” De degradatie afgelopen seizoen was daardoor extra zuur voor Knoester. “Dat is het laatste wat je wil na een paar mooie jaren, zo wil je een club niet achterlaten. Het is voor mij nog steeds lastig te verklaren hoe het is misgegaan, echt pijnlijk. Gelukkig gaat het dit seizoen in de Keuken Kampioen Divisie hartstikke goed. Ik probeer alle wedstrijden wel te kijken als ik zelf niet hoef te spelen, ik volg het absoluut.”
Dat Knoester zou gaan vertrekken stond los van de degradatie. Rond de winterstop werd al duidelijk dat de linkspoot een zomerse transfer zou maken. “Als sportman heb ik zelf ook ambities en ik wil mezelf blijven uitdagen. Bij Heracles zag ik daar weinig ruimte meer voor. Een contractverlenging is dan minder gunstig, omdat clubs daardoor een transfersom voor je moeten betalen en of ze dat willen blijft altijd nog de vraag. Daarom heb ik voor mezelf gekozen met een transfervrij vertrek. Dat waren lastige gesprekken met Heracles, maar als speler moet je soms aan jezelf denken, want dat doet de club ook.”
Knoester had opties in het binnenland en buitenland, maar Ferencváros was er al vroeg bij. “De club wilde mij eigenlijk in de winter al overnemen, toen waren we echt al in gesprek. Toen dat niet doorging hebben zij wel doorgepakt om mij in de zomer alsnog te halen. Dat gaf wel een goed gevoel en heeft mij doen besluiten om naar Boedapest te gaan.” Als transfervrije speler van 23 lag hij redelijk goed in de markt. “Het was of Ferencváros, waar je vrijwel altijd bovenin meedraait en Europees voetbal speelt, of spelen voor een laagvlieger in een grote competitie. Dan kan het altijd zijn dat het een seizoen tegenvalt en je degradeert. Toch was het een lastige keuze, want spelen in een top vijf competitie is natuurlijk heel aantrekkelijk.”
Door zijn keuze belandde Knoester bij de recordkampioen van Hongarije, in de toeristische hoofdstad. “Dat was wel wennen. Ik was niet alleen de Nederlandse cultuur gewend, maar ook de Nederlandse voetbalschool. Ik moest even mijn weg vinden. Dat ging wel makkelijker doordat ik direct veel speelde.” Boedapest is een geweldige stad om in te leven, zo zegt Knoester. “Het is een hele grote en toeristische stad. Ik merk ook dat de stad in trek is bij Nederlanders die houden van een stedentrip. Er zijn dan ook vele internationale winkels en restaurant, dat scheelt een hoop. Het is wel mooi om in zo’n stad te kunnen voetballen, zeker omdat ze hier helemaal voetbalgek zijn.”
“Je merkt aan alles dat Ferencváros een grote club is”, concludeert Knoester na negen maanden in Boedapest. “De grootste club in Hongarije. De supporters zijn fanatiek en de sfeer is goed. Er wordt verwacht dat je iedere wedstrijd wint, zo’n situatie is ook nieuw voor mij.” De faciliteiten zijn prima in Hongarije. “De stadions zijn hier veelal nieuw, dus dat is goed geregeld. Wel denk ik dat we in Nederland vooruitstrevender zijn in dingen als de gym en persoonlijke begeleiding. Hier moet je dat echt zelf in orde zien te krijgen.”
Thuiswedstrijden speelt Knoester in de Groupama Arena. “Het is een heel modern stadion dat in 2013 is gebouwd. Ook al is het niet iedere wedstrijd uitverkocht is er wel altijd sfeer. De supportersbeleving is zeer fanatiek hier.” Tijdens de achtste finale van de Europa League tegen Bayer Leverkusen (0-2 nederlaag) speelde Ferencváros in de Puskás Aréna, waar de uiteindelijke finale ook gespeeld gaat worden. Knoester is erg onder de indruk van dat stadion. “Dat is echt immens, niet normaal. Daar kunnen bijna 70.000 mensen in, echt een megastadion. Tijdens die wedstrijd tegen Bayer zaten er volgens mij 57.000 toeschouwers. Echt een geweldige ervaring waar je als kind van droomt.”
Knoester speelde tot dusver al 33 officiële wedstrijden voor Ferencváros en vrijwel alles als basisspeler. “Dat is mooi, want je wil natuurlijk altijd een zo groot mogelijke bijdrage leveren. We staan bovenaan en hebben een mooie Europese campagne achter de rug, dus ik kan alleen maar tevreden zijn.” De voorsprong op achtervolger Kecskemeti bedraagt acht punten. “Wij zijn het aan onze fans verplicht om kampioen te worden. Die doen het niet voor minder. Voor mij zou het geweldig zijn om dat mee te kunnen maken, omdat ik na mijn doorbraak als voetballer nog nooit kampioen ben geworden. Ik heb geen idee hoe men dat hier viert, dat zal ik echt moeten ervaren.”
De mandekker vindt het lastig om de Nemzeti Bajnokság te vergelijken met de Eredivisie. “In de Eredivisie heb je veel clubs met een hoog niveau. Feyenoord, Ajax, PSV, AZ, FC Twente, FC Utrecht en normaal gesproken Vitesse. Allemaal clubs met veel kwaliteiten, ook op technisch vlak. Hier in Hongarije zie je een groter gat tussen de teams die strijden om de bovenste plekken en laagvliegers. Ik denk vooral dat het Hongaarse voetbal een stuk fysieker is, terwijl Nederland op tactisch niveau ver voorloopt”, aldus Knoester, die denkt dat Ferencváros prima mee zou kunnen in de Eredivisie. “Als je ziet hoe wij dit jaar in de Europa League hebben gespeeld is dat logisch. Het is lastig te oordelen op welke plek wij zouden staan. Ik denk wel dat we ook in Nederland mee zouden doen om de bovenste vijf plekken.”
In de groepsfase van de Europa League eindigde Ferencváros als koploper in een poule met AS Monaco, Trabzonspor en Rode Ster Belgrado. “Het was echt een geweldige campagne. In de eerste groepswedstrijd wonnen we met tien man met 3-2 van Trabzonspor, toen werd het publiek helemaal gek. Daarna is het in de groep alleen maar goed gegaan”, zo zegt Knoester, die wel moest aanpoten op Europees niveau. “Het is natuurlijk wel een grote stap, van Heracles naar de Europa League. Je moet je echt aanpassen, want een klein foutje kun je niet meer compenseren. Dat levert direct een probleem op. Je moet iedere seconde op scherp staan.”
Met name bij Monaco en Leverkusen zaten spelers die indruk hebben gemaakt op Knoester. “Bij Monaco heb je die centrale verdediger, Axel Disasi, dat is echt een beest. Zo fysiek. Bij Leverkusen heb je natuurlijk Florian Wirtz en Moussa Diaby. Van Monaco mag ik trouwens Wissam Ben Yedder niet vergeten. Die is inmiddels wat ouder, maar nog steeds zo goed. Hij compenseert zijn lengte met slimmigheidjes, daaraan zie je dat hij ervaren is. Hij zette een blok en ik kon gewoon niet meer bij de bal. Tegen spelers als Ben Yedder en Wirtz had ik wel even een besefmomentje van: ik moet iedere seconde op scherp staan. Anders ben je gewoon gezien. Ze zijn net wat slimmer, technischer en fysieker dan jongens in de Eredivisie zijn.”
Zijn jeugdliefde Feyenoord is nog altijd actief in de Europa League. De Rotterdammers wacht eerst een tweeluik met AS Roma, waarna mogelijk een krachtmeting volgt met Leverkusen of Union Sint-Gillis. Knoester schat de kansen op een nieuwe Europese finale voor Feyenoord hoog in. “Ik ben echt onder de indruk van wat Arne Slot heeft neergezet. Feyenoord gaat als een malle. Onlangs heb ik echt genoten van de Klassieker in de Johan Cruijff ArenA, dus ik heb wel vertrouwen in de club. Qua tactiek lijkt alles momenteel te kloppen. Als Feyenoord de finale haalt hier in Boedapest wil ik er zeker heen, dat zou echt uniek zijn.” Tegen Leverkusen is het vooral waken voor de snelheid van spelers als Diaby en Jeremie Frimpong. “Tegen die gasten kan ik nog tien keer een sprint inzetten, maar daar ga ik het niet van winnen!”
Knoester ligt nog tot medio 2025 vast bij Ferencváros. Hij heeft nog geen verdere route voor zichzelf uitgestippeld. “Als ik iets heb geleerd in de afgelopen jaren, is het dat dat niet kan. Niet alleen door mijn vertrek bij Feyenoord, want ik had ook nooit verwacht dat ik bij Heracles uit mijn contract zou lopen. Ik probeer altijd vooral doelstellingen op korte termijn te maken. Ik wil er zoveel mogelijk uithalen en op dit moment is dat de Hongaarse landstitel, mijn eerste kampioenschap als prof. Als ik blijf presteren zullen er vanzelf weer nieuwe uitdagingen op mij af komen.”
In de toekomst hoopt Knoester alsnog te gaan spelen in een van de top vijf competities. “Natuurlijk droom ik daarvan. Het lijkt me prachtig om ooit in Italië of Duitsland te spelen. Ik keek vroeger vaak naar de Serie A en Bundesliga, omdat ze zich in die competities veel op het verdedigen richten. Voor mijn ontwikkeling zou zo’n stap op den duur geweldig zijn, maar ik laat het op me afkomen. Afgelopen zomer koos ik voor Ferencváros in plaats van zo’n competitie omdat het plaatje qua club ook moet kloppen. In de toekomst kan dat weer anders zijn. Voorlopig zit ik hier goed en als het qua prestaties zo doorgaat sluit ik niet uit dat er weer een mooie uitdaging op mijn pad komt.”