Tadic: ‘Ik snap wel dat ik bij andere fans bloed onder de nagels vandaan haal’
Dusan Tadic heeft zich in een uitgebreid interview in het Algemeen Dagblad uitgelaten over de kritiek die hij de afgelopen weken over zich heen kreeg. De aanvoerder werd samen met Daley Blind het mikpunt van kritiek en was volgens velen rijp voor een rol als reservespeler. Trainer Alfred Schreuder behield desondanks het vertrouwen in zijn aanvaller en posteert hem sinds de basisplaats van Brian Brobbey weer als linksbuiten. Op die positie voelt Tadic zich naar eigen zeggen het best.
Ajax-watcher Johan Inan legt Tadic in de mond dat hij the guy you love to hate is geworden in Nederland. "Ik beschouw dat als groot compliment", aldus de aanvaller. "Ajax is de beste en grootste club van Nederland en behoort tot de tien mooiste clubs van Europa. Dan willen mensen natuurlijk niet zien dat je prijzen wint. Dat zit in de natuur van de mens. Wie neutraal is, zal tegen je zijn en wil je zien vallen. Dit moeten we als onze kracht zien. Iedere speler speelt tegen ons de wedstrijd van zijn leven. Ze willen mij en Ajax allemaal verslaan, omdat wij ze frustreren met titels. Dat is normaal en wij moeten ze blijven frustreren. Die uitdaging wordt juist groter."
Dat hij door zijn opstootje met Denzel Dumfries en het moment met Antony bij velen het bloed onder de nagels vandaan haalt, vindt Tadic meer dan logisch. "Smerig zijn moet soms in topvoetbal. Daarin telt alleen de zege en dan moet je soms een klootzak zijn. Die passie, die emotie is nodig is om te winnen. Ik wil het ook in ons team meer zien. Ik zeg tegen teamgenoten soms: je moet er meer aan doen. Ik snap ook wel dat ik bij andere fans het bloed onder de nagels vandaan haal, maar voor mij is het simpel: je moet negentig minuten alles doen wat nodig is om te winnen. Op het veld gaat het er niet om dat je een aardige jongen bent. Dat ben ik buiten het veld heus wel, maar als ik moet vechten, tijdrekken of coachen om te winnen, doe ik dat."
Kritiek
Tadic kreeg onder meer de volle lading na zijn overmatige manier van coachen langs de lijn in de uitwedstrijd tegen FC Volendam, toen hij door Schreuder naar de kant was gehaald. "Je weet dat in Nederland van kleine dingen grote dingen worden gemaakt. Bij Ajax is alles interessant. Laat staan wat de aanvoerder doet. Dat boeit me alleen niet. Ik praat op het veld ook veel. Ik wilde het team pushen, omdat ik voelde dat de energie afnam. Waarom zou de trainer me naar de bank moeten verwijzen? Ik denk dat hij trots moet zijn omdat hij ziet hoeveel ik om het team geef en alleen wil helpen om te winnen. Dat lijkt me niet meer dan normaal."
De kritiek aan het adres van de Serviër deed hem weinig. "Als mensen met argumenten praten, prima. Maar als ze praten om er een show van te maken, zelfs als ik niet speel, trek ik het slecht. Als ervaren captain richt de kritiek zich vaak eerst op mij, maar je moet daarin dingen meewegen. Bijvoorbeeld dat ik van spits, naar schaduwspits, naar rechts ging. Op links, waar ik de afgelopen vier jaar vooral speelde en vaak goed ook, speelde ik niet. Daar sta ik nu weer en het gaat ook weer beter. Ik denk wel dat duidelijk is dat dat mijn beste positie is, maar als de noodzaak er is om op een andere plek te spelen, doe ik dat. Het belangrijkste is dat we winnen."