Spits bedankte uit frustratie voor Oranje: ‘Werd lacherig over mij gedaan’
Bas Dost heeft in een interview in het Algemeen Dagblad teruggeblikt op zijn besluit om vijf jaar geleden te bedanken voor Oranje. De spits van FC Utrecht zag Vincent Janssen en Luuk de Jong recent hetzelfde doen. Het drietal kwam in het verleden gezamenlijk uit voor het Nederlands elftal onder Dick Advocaat, maar zal in de toekomst niet meer te bewonderen zijn in het shirt van Oranje. "Het gedoe, de eeuwige discussie over je capaciteiten; het werd op een bepaald moment killing voor me", aldus Dost.
Dost kwam in totaal achttien keer uit voor Oranje en was daarin één keer trefzeker, maar besloot in 2018 te bedanken voor een langere interlandcarrière. Spijt heeft hij daar nooit van gehad. "Nee, nooit", aldus de spits. "Kijk, ik snap heel goed dat Rafael van der Vaart zegt dat je als voetballer nooit moet bedanken voor Oranje. Zo dacht ik zelf ook altijd. Toen ik het mijn broer vertelde, vond hij het ook onbegrijpelijk. Alleen: er kan een moment ontstaan dat je je niet meer gelukkig voelt. Dat had ik bij het Nederlands elftal. Ik miste een stuk respect, had het gevoel dat er lacherig over me werd gedaan."
Dost benadrukt dat de geluiden niet uit de spelersgroep van Oranje kwamen. "Hoewel ik in die tijd topscorer van Sporting was, kreeg ik steeds het idee dat die prestatie door bondscoaches niet op waarde werd geschat", gaat de aanvaller verder. "Zo van: ‘ach ja, het is maar Sporting’. Dat vrat aan me. Ik merkte dat er niet echt een plan met me was. Vaste pinchhitter zijn was ook prima geweest. Dat is óók een plan hebben met mij, dan kom ik met alle liefde uit voor Oranje. Maar die duidelijkheid miste ik."
Uiteindelijk besloot Dost onder toenmalig bondscoach Ronald Koeman de handdoek in de ring te gooien. De aanvalsleider kreeg niet het gevoel dat de opnieuw aangetreden keuzeheer hem per se wilde behouden voor Oranje. "En ergens was dat ook wel een bevestiging van wat ik al dacht, dat de keuze die ik ging maken de juiste was. Kijk, ik wil voetballen, daar heb ik als kind alles voor gedaan en gelaten. Dat gezeik eromheen, al die meninkjes van iedereen, de oud-voetballers die zich als analytici krampachtig aan die voetbalwereld blijven vasthouden om iets over jou te roepen."
Toch weet Dost dat het erbij hoort. "Alleen: ik heb er niet zoveel mee. En juist bij Oranje, waar je voortdurend onder een vergrootglas ligt, heb je ermee te maken. Het gedoe, de eeuwige discussie over je capaciteiten; het werd op een bepaald moment killing voor me. En dan kun je zo’n gevoel maar het beste uit je lijf verbannen. Ja, zo’n beslissing om te bedanken is ook weer typisch ik. Wat vaststaat: als ik een beslissing neem, neem ik die op gevoel én met volle overtuiging. Dan zal ik er nadien geen seconde spijt van hebben."