Sparta Rotterdam betreurt ‘zeldzaamheid’ en ‘willekeur’ bij schorsing Pinto
Mica Pinto is toch geschorst voor drie wedstrijden, waarvan één voorwaardelijk. De verdediger van Sparta Rotterdam werd aanvankelijk vrijgesproken, doordat de tuchtcommissie besloot dat de rode kaart die hij voor de interlandperiode ontving tegen Go Ahead Eagles (2-0 nederlaag) geseponeerd werd. De aanklager betaald voetbal ging tegen die uitspraak in beroep en heeft gelijk gekregen van de onafhankelijke commissie van beroep betaald voetbal.
De tuchtcommissie betaald voetbal sprak de linksback vrij van ernstig gemeen spel, naar aanleiding van zijn rode kaart tijdens de wedstrijd tussen Go Ahead Eagles en Sparta (2-0) voor de interlandperiode, wegens een gebrek aan bewijs. Sparta ging niet akkoord met het schikkingsvoorstel van drie wedstrijden schorsing, waarvan één voorwaardelijk. Pinto kreeg rood in de wedstrijd tegen Go Ahead Eagles na een tackle op Luuk Brouwers. Na het zien van de beelden besloot scheidsrechter Jannick van der Laan hem met rood van het veld te sturen. Omdat Sparta niet akkoord ging met het schikkingsvoorstel, diende eerder deze maand een zaak in Zeist. Daar werd Pinto vrijgesproken wegens een gebrek aan bewijs.
"De tuchtcommissie oordeelde dat het bewijs van het ten laste gelegde ernstig gemeen spel uitsluitend gebaseerd was op VAR-beelden die niet, of niet voldoende, door andere bewijsmiddelen werd ondersteund. Het Reglement Tuchtrechtspraak Betaald Voetbal eist expliciet méér dan één bewijsmiddel. De aanklager betaald voetbal besloot in beroep te gaan tegen de uitspraak van de tuchtcommissie", meldt Sparta in een statement. Naar het oordeel van de commissie van beroep is wel voldaan aan het bewijsminimum van twee bewijsmiddelen, bestaande uit de VAR-beelden en de daarop gebaseerde beoordeling van de scheidsrechter en de verklaring van de tegenspeler.
Op grond van deze bewijsmiddelen concludeert de commissie van beroep dat geoordeeld kan worden dat Pinto een tackle heeft ingezet waarbij hij de veiligheid van Brouwers in gevaar heeft gebracht. De commissie van beroep acht ernstig gemeen spel ten opzichte van een tegenspeler dan ook bewezen. "Zowel de speler als de club zijn verontwaardigd en zeer teleurgesteld over het proces waarbij een speler eerst wordt vrijgesproken vanwege gebrek aan bewijs en dat een aanklager in beroep gaat. Dit is een zeldzaamheid en lijkt in de ogen van Sparta willekeur en een principiële kwestie. Tevens is volgens de club de rol van de VAR discutabel geweest in de bewijslast", schrijft Sparta. De reglementen staan niet toe dat de club in beroep gaat.