Snelste eigen goal aller tijden wordt Barcelona fataal

Barcelona heeft zondagavond niet kunnen profiteren van de nederlaag van Real Madrid in en tegen Valencia. De ploeg van Luis Enrique verloor bij Real Sociedad dankzij het snelste eigen doelpunt van de Catalanen ooit in competitieverband: 1-0. De nederlaag zal de druk op de schouders van Luis Enrique doen toenemen, daar de oefenmeester in San Sebastián voor een verrassende basiself opteerde. Barcelona heeft één punt minder dan lijstaanvoerder Real Madrid, dat door de deelname aan het WK voor clubteams nog wel een competitieduel tegoed heeft.

Na 82 seconden liep Barcelona reeds achter de feiten aan. Jordi Alba kopte een voorzet achter zijn eigen doelman Claudio Bravo: 1-0. Een vreselijk begin voor Luis Enrique, die er bovendien voor had gekozen om onder meer Daniel Alves, Gerard Piqué, Ivan Rakitic, Lionel Messi en Neymar op de bank te laten beginnen. Barcelona had in de eerste helft in Anoeta weliswaar veel balbezit, maar in voetballend opzicht stelde de ploeg van Luis Enrique zeer teleur en een doelpunt zou onverdiend zijn geweest. Het team van David Moyes liet in de eerste 45 minuten ook weinig zien, maar had wel het geluk aan zijn zijde.

Munir El Haddadi werd in de rust geslachtofferd ten faveure van Messi. Hoewel de Argentijn in de laatste vijf onderlinge duels goed was geweest voor zes doelpunten, slaagde ook hij er niet in om voor de ommekeer te zorgen. De ploeg van Luis Enrique ontbeerde creativiteit en had geen antwoord op het spel van Real Sociedad. Na nog geen uur spelen maakte ook Neymar zijn opwachting, als vervanger van Pedro.

Met Messi en Neymar binnen de gelederen zocht Barcelona naar minimaal één doelpunt, maar Gerónimo Rulli hield zijn doel potdicht. De keeper keerde een inzet van Xavi en kwam ook oog in oog met Luis Suárez tot tweemaal toe als winnaar uit de strijd. Zodoende blijft Real Sociedad al sinds 2007 ongeslagen tegen Barcelona in Anoeta, waar Real Madrid, Atlético Madrid en Valencia eerder dit seizoen ook al punten lieten liggen. Alfred Finnbogason kwam in de tweede helft als invaller binnen de lijnen.