voetbalzone

‘Slumdog Millionaire’ met Del Piero: ‘Bij rondo’s stond hij nooit in het midden’

Gijs Freriks21 nov 2017, 19:40
Laatst bijgewerkt: 21 nov 2017, 19:40
Advertentie

DELHI - Stijn Houben speelde in 2014 in de jeugd van Feyenoord toen hij te horen kreeg dat hij niet in aanmerking kwam voor een nieuw contract. De 22-jarige centrale verdediger, student bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit, besloot zich te richten op zijn academische carrière. Totdat hij een opmerkelijk en zeer lucratief voorstel kreeg: in India voetballen met én tegen voetbalsterren van weleer: “Toen ik op het vliegveld was geland, dacht ik: waar ben ik beland?”

Door Tim Siekman

Houben, tegenwoordig uitkomend voor de amateurs van VOC in Rotterdam, was na het slechtnieuwsgesprek met Feyenoord van plan terug te keren naar HBS, maar kreeg dus de kans om te schitteren in de Indian Super League bij de Delhi Dynamos, dat een samenwerkingsverband had met Feyenoord. In de nieuw opgezette competitie, die was bedoeld om voetbal populairder te maken in het Aziatische land, streden acht teams in drie maanden tijd voor de landstitel. Houben hapte toe: “Ik heb in augustus, op mijn vakantieadres in Italië, een contract getekend en in september was ik in India.”

Hoe kwam het avontuur tot stand?
“Ik speelde in de jeugd van Feyenoord en kreeg geen contract voor het eerste elftal. Ik kreeg wel aanbiedingen van andere clubs, maar dacht bij mezelf: dat ga ik niet doen, dat is te ver weg. Ik ging me richten op mijn studie. Toen belde Gido Vader (manager international relations & cooperation bij Feyenoord, red.) me op: ‘Ik heb een interessant aanbod, zou je het kunnen overwegen? Kijk er maar even naar.’ We hebben een lang gesprek gehad en alles klonk erg positief, dus ik besloot erop in te gaan.”

Wat waren je eerste indrukken van India?
“Iedereen in India is echt supervriendelijk en heel erg lief. Het was voor iedereen wennen. Het was de eerste keer dat ze dit deden, dus voor hen was het ook even aankijken hoe het ging lopen. We moesten een weg zoeken en gaandeweg ging dat beter. Samen met Hans Mulder (teamgenoot bij Delhi Dynamos, red.) vloog ik erheen en toen ik op het vliegveld was geland, dacht ik: waar ben ik beland? Ik had geen idee hoe alles zou verlopen. De volgende ochtend gingen we met het team ontbijten en allerlei media-interviews doen. Toen dacht ik weer: waar ben ik in godsnaam beland? De eerste twee dagen was het echt acclimatiseren. Toen ik voor het eerst het stadion zag, was ik ook totaal verrast. Daar konden wel 80.000 mensen in. Alles was echt goed geregeld.”

voetbalzone

Met wie werkte je daar samen?
“Onze trainer was Harm van Veldhoven en Mark Luijpers was assistent. Er waren ook een Indiase assistent-trainer en fysiotherapeut, maar die moesten nog heel veel leren. Ze hadden eigenlijk geen idee wat ze zelf deden. Dat is ook waar Feyenoord in beeld kwam. Ik had veel contact met Mads Junker en Morten Skoubo, de Deense jongens, en ook met Hans natuurlijk. Er waren voor de rest veel voetballers uit India en natuurlijk Alessandro Del Piero.”

De naam van de Italiaanse voetballegende is gevallen. Il Capitano, icoon van Juventus, speelde tussen 1993 en 2012 zevenhonderd duels voor la Vecchia Signora, waarin hij 289 keer scoorde. Zes landstitels, de Champions League in 1996 en het wereldkampioenschap van 2006: Del Piero wordt in de voetbalwereld alom gerespecteerd. Na zijn levenswerk bij Juventus kwam de oud-aanvaller, via Sydney FC, in 2014 bij Delhi Dynamos terecht.

Hoe was het om in één team met Del Piero te zitten?
“Heel gaaf. We trainden altijd in de ochtend, dan gingen we in het hotel lunchen en daarna was je vrij. In die tijd zit je eigenlijk continu bij hem in de buurt. Je spreekt regelmatig met hem. Hij had wel zijn eigen ‘team’ in India, met onder anderen zijn eigen fysiotherapeut, eigen fotograaf en eigen zaakwaarnemer. Ze waren altijd om hem heen. De Indiërs hadden meer ontzag voor hem dan wij dat hadden. Het klinkt raar, maar je raakt eraan gewend dat je een kleedkamer deelt met Del Piero. Je spreekt hem gewoon als teamgenoot. Het ging over van alles. Voetbal, maar ook bijvoorbeeld over zijn kinderen en of hij zijn familie niet miste.”

Heeft hij je ook iets meegegeven?
“Op een gegeven moment zaten we met elkaar op de bank en toen vroeg ik aan hem: ‘Hoe kan je jezelf nog motiveren als je al zulke grote wedstrijden hebt gespeeld?’ Hij zei gewoon: ‘Het leukste wat er is, is voetballen. Je moet gewoon elke minuut genieten.’ Je leert heel veel dingen van hem. Op dat moment merkte je wel dat hij echt oud was, hij kon het niet meer belopen. Maar zijn techniek en inzicht waren fantastisch. En zijn afwerken was ongekend. Bij rondo’s stond hij nooit in het midden, dat heb ik in ieder geval niet één keer meegemaakt.”

Ging je ook weleens buiten het voetbal met hem om?
“Jawel, dat heb ik ook wel gedaan. Maar meer met de Deense jongens en Hans, na het voetballen bijvoorbeeld lunchen in de stad. Wij gingen ook samen uit en toen wij een keer om drie uur ‘s nachts de club uit kwamen, kwam Del Piero er net aanlopen. Om nog een voorbeeld te noemen: we gingen met een grote groep naar het lichtfestival. We gingen allemaal in de juiste stijl, dus had Del Piero ook een tulband op zijn hoofd en droeg hij ook een gewaad.”

Alleen maar mooie herinneringen eigenlijk...
“Zeker, maar we hadden ook af en toe woordenwisselingen. Tja, ik ben een verdediger en hij een aanvaller en hij vond het nogal vervelend als ik hem een trap gaf. Er waren weleens confrontaties op de training. Ik ben gewoon hard op de training, ik houd me niet in. Af en toe kon hij dat niet waarderen. Omdat hij meer ontzag genoot dan anderen, plus dat hij ouder was en ook wat meer blessuregevoelig. Dan kwamen er weleens Italiaanse scheldwoorden op me af. Hij ging dan klagend naar Mark: ‘Wat is dit allemaal?!’ Mark kalmeerde Del Piero en zei tegen me: ‘Heel goed, gewoon zo doorgaan.’ Maar daarna was het alweer snel prima tussen ons, hoor.”

voetbalzone

Houben moest knokken voor een basisplaats, want de clubs in de Indian Super League waren verplicht om minimaal vijf spelers uit India op te stellen. Er stonden in 2014 twaalf buitenlanders op de loonlijst bij Delhi Dynamos, waardoor de jongeling niet iedere minuut speelde. Wel kan Houben zeggen dat hij duels uitvocht met wereldberoemde marquee players, topspelers die, in ruil voor een substantieel bedrag, het aanzien van de competitie moesten vergroten.

Tegen wie heb je allemaal gevoetbald?
“Poeh, aardig wat bekende spelers. Fredrik Ljungberg, Nicolas Anelka, Robert Pirès, David Trézéguet, Marco Materazzi en nog wat van dat soort namen, marquee players dus. Maar Materazzi was bij zijn team (Chennaiyin FC, red.) speler én coach. En dat was best een rijke club, dus die hadden nog wel een paar bekende namen (Bernard Mendy, Mickaël Silvestre, Elano, Eric Djemba-Djemba, red.). Maar ik moest echt vechten voor mijn plekje om tegen ze te kunnen spelen, terwijl ik eigenlijk nog een jeugdspeler was. Er waren voornamelijk gasten die aan het eind van hun carrière zaten en die minimaal Eredivisie-ervaring hadden of in het buitenland hadden gevoetbald. Dat maakt mijn avontuur nog bijzonderder.”

Hoe was het leven überhaupt in India?
“Geweldig. De eerste maand was voorbereiding en vooral wennen. Op straat, overal waar je loopt: drukte. Wij woonden in een vijfsterrenhotel, maar dan stap je naar buiten… Dan zie je echt het grote verschil tussen arm en rijk. Kinderen op straat met één oog eruit… Het was echt Slumdog Millionaire-achtig. Dat is ook de andere kant van wat je meemaakt. Bijzonder om te zien. Wat ik ook merkte in India: ze kunnen geen ‘nee’ zeggen. Dan vraag je iets aan hen en dan is het: ‘ja, gelukt.’ Later vraag je er weer naar: ‘We zijn er nog mee bezig.’ En achteraf merk je dat er niets geregeld wordt. Maar veel klagen had ik niet. ‘s Middags kon je vaak slapen, ‘s avonds ging je het hotel uit, de stad in en even een drankje doen.”

Na drieënhalve maand kon je weer vertrekken. Heb je daarna geen aanbieding meer gehad?
“Ik heb van de club geen aanbieding gehad, maar ik had ook zelf besloten te stoppen. Ik vond het wel mooi geweest, ik wilde studeren. Ik heb mijn studie opgepakt en ben naar HBS gegaan.”

Wat heb je eraan overgehouden, naast het financiële plaatje?
“Qua ervaringen heel veel. Het is bijzonder om dat allemaal als negentienjarige mee te maken. Het is echt een stuk van mijzelf geworden. Ik werd in een groep gezet met de boodschap: succes, red je maar. Maar ook financieel was het mooi. Ik heb lekker veel geld verdiend, heel veel. Voor een student is dat heel lekker, ik kon mijn studietijd financieren. Het was een mooie tijd, niet alleen het voetbal, maar de hele ervaring. Dat alles geregeld is en dat je woont in een vijfsterrenhotel in plaats van een studentenkamer.”

Heb je nog contact met sommigen uit je tijd in India? Of contact met Feyenoorders met wie je samenspeelde?
“Ik heb nog contact met Hans, Mark, Mads en ‘Skoubie’ vanuit India en ben de Deense gasten weleens wezen opzoeken. Ook binnenkort wil ik weer eens langsgaan. Ook spreek ik van Feyenoord nog meerdere jongens: Jeff Hardeveld, Bart Nieuwkoop, Maarten de Fockert, Rick Dekker, Jesse Driebergen, Ryan Korporaal, Stef Gronsveld en Wessel Dammers. Bij Feyenoord speelde ik met de beste jongens van mijn leeftijd. Er heerste een unieke sfeer waarin iedereen hetzelfde doel had: we waren maten, maar tegelijkertijd concurrenten. Die cultuur is iets wat ik wel extreem mis, net als de mensen daar. Ik heb echt een leuke tijd gehad en goede vrienden gemaakt. Toevallig gaan we met de jongens in december een hapje eten met z’n allen en daarna naar Bart kijken als we naar Feyenoord-Vitesse (zaterdag 2 december, red.) gaan.”

Dit interview is het derde en voorlaatste deel van onze serie over het voetbal in India. Eerder publiceerden we een artikel met algemene informatie over de Super League en een artikel met interviews met Markos Sifenos, Jeroen Lumu, Gregory Nelson en Hans Mulder. Komende donderdag verschijnt een apart interview met Mulder. De middenvelder speelt voor RKC Waalwijk en kwam eerder uit voor onder meer Delhi Dynamos en Chennaiyin FC.