voetbalzone

Slovenië bezorgt uitblinker Christian Eriksen en Denemarken flinke kater

Jonathan van Haaster16 jun 2024, 19:50
Laatst bijgewerkt: 25 jul 2024, 04:14
Advertentie

Denemarken en Slovenië hebben elkaar in hun eerste groepswedstrijd op het EK in evenwicht gehouden. De uitstekend spelende Christian Eriksen zette de Denen op voorsprong, die niet vastgehouden kon worden tegen de dreigende Slovenen. Erik Janza bezorgde zijn land een punt met een van richting veranderd schot: 1-1. Servië en Engeland, de twee overige landen in Groep C, nemen het vanaf 21:00 uur tegen elkaar op.

Bij Slovenië stonden sterspelers Jan Oblak en Benjamin Sesko uiteraard aan de aftrap. Laatstgenoemde vormde in het 4-4-2-systeem van bondscoach Matjaz Kek een spitsenkoppel met Andraz Sporar. Bij Denemarken stond Eriksen, precies drie jaar en vier dagen na zijn hartaanval op het EK in 2021, aan de aftrap. De routinier moest spitsen Rasmus Højlund en Jonas Wind zien te bereiken.

Denemarken liet direct zijn aanvallende intenties zien in de MHPArena in Stuttgart. Dat vond Slovenië, dat vooral loerde op de tegenstoot, in het begin wel prima. Eriksen toonde in de eerste helft dat hij nog altijd uitstekend kan voetballen. Zo liet hij meermaals zien over een strakke wreeftrap te beschikken en versnelde hij het spel vaak met handige voetbewegingen.

De Deense aanvallen leverden in het eerste kwartier net niets op, waarna de manschappen van Hjulmand ook opgelucht ademhalen toen een schot van Sesko vanaf randje zestien net naast zoefde. Kasper Schmeichel, die kansloos zou zijn geweest, kon het spel met een doeltrap hervatten en zag dat Denemarken vlak na dat moment alsnog toesloeg.

Een inworp belandde bij Wind, die een handig hakje in huis had en Eriksen met een overtuigende knal de verre hoek zag vinden: 0-1. Een prachtig moment voor de 32-jarige Eriksen, die met zijn treffer de oudste Deense doelpuntenmaker op een EK ooit werd.

Slovenië werd hier en daar gevaarlijk, al wisten de Denen het gevaar van Janza en Petar Stojanovic te verijdelen. De alom aanwezige Eriksen gaf aan de andere kant tot tweemaal toe scherp voor, maar ondanks een hachelijke klutssituatie voor het doel van Oblak ontsnapte Slovenië. Een splijtende pass van Janza kwam even later terecht bij Sporar, die de grote kans om zeep hielp met een matige aanname.

Na rust veranderde er niet gek veel aan het spelbeeld. Denemarken bleef de partij met het meeste balbezit, maar Slovenië bleef met grote regelmaat gevaarlijk voor het doel van Schmeichel verschijnen. Zo kwam centrumverdediger Jaka Bijol millimeters tekort om binnen te tikken, liet Adam Cerin een enorme kopkans onbenut en schoot Sporar ternauwernood naast. Denemarken kwam niet verder dan een enkele kans voor Højlund, die op Oblak stuitte.

Slovenië drukte Denemarken tegen de muur en had opnieuw enorme pech, toen Sesko een afvallende bal keihard tegen de paal roste. Uit de daaropvolgende hoekschop was het alsnog raak. Janza kreeg een afvallende bal voor zijn linker en zag zijn verwoestende uithaal, na een kleine aanraking van Morten Hjulmand, keihard tegen de touwen vliegen: 1-1.

In de slotfase joegen beide ploegen op de winnende treffer. Denemarken, inmiddels een beetje bekomen van de schrik, probeerde het in de persoon van Hjulmand met een schot van een kleine twintig meter. Oblak kon simpel oprapen. Slovenië kwam uiteindelijk niet echt meer in de buurt van Schmeichel en pakt een knap punt tegen de Denen.