Slechts één Nederlander haalt de reservebank bij beste team van het EK
Nu het EK achter ons ligt, is het tijd om de balans op te maken. Met hulp van statistiekenbureau Opta heeft Voetbalzone een Team van het Toernooi samengesteld, waarbij eindwinnaar Italië de hofleverancier is. In totaal herbergt het eerste team zeven nationaliteiten, terwijl er op de bank nog vier landen bijkomen met minimaal één afgevaardigde. Daarmee is bijna de helft van alle deelnemers vertegenwoordigd, waaronder ook Nederland, dat het dankzij de vroegtijdige uitschakeling tegen Tsjechië met slechts één bankzitter moet doen.
Door Rian Rosendaal & Thijs Verhaar
Hij stond er zelf even van te kijken, maar Gianluigi Donnarumma werd na afloop van de finale naast beste doelman van EURO 2020 ook uitgeroepen tot beste speler van het toernooi. Dat is enerzijds te wijten aan het gebrek aan echt uitblinkende veldspelers, maar tegelijkertijd is het een terechte erkenning voor de nog altijd pas 22-jarige sluitpost. Hij hield zijn elftal meerdere keren op de been met fabuleuze reddingen en was de grote uitblinker in de penaltyseries tegen Spanje én Engeland. Donnarumma viel in de hele finale op met zijn kalmte en boezemde daarmee angst in bij de tegenstanders in de beslissende strafschoppenreeks. De Italiaan zag hoe Marcus Rashford de paal raakte en stopte zelf de inzetten van Jadon Sancho en Bukayo Saka, waarmee hij de held van Italië werd.
Aan Engelse zijde wist Jordan Pickford ook knap twee inzetten te pareren, maar hij ging bij de overige strafschoppen veel eerder naar de grond dan zijn Italiaanse evenknie. Daarmee maakte hij het tegenstanders te makkelijk, hetgeen hem minpunten oplevert. Ook maakte hij in de hele finale een opgefokte en nerveuze indruk, wat op de zenuwen leek te werken van zijn defensie. Engeland kreeg tot de finale slechts één goal tegen, waardoor Pickford ondanks zijn soms onrustig ogende optredens toch op koers lag voor een plek op de reservebank. Die gaat door zijn mindere laatste wedstrijd echter aan zijn neus voorbij. In plaats daarvan gaat de eer naar de Kasper Schmeichel, die met Denemarken knap tot de halve finale reikte en tijdens het hele toernooi een uiterst stabiele indruk maakte. Zijn collega Joakim Maehle steeg ook ver boven zichzelf uit en is uitgegroeid tot beste rechtsback van het toernooi.
De vleugelverdediger van Atalanta was een constante dreiging met zijn runs langs de zijlijn en bekroonde zichzelf met twee goals en een fabuleuze assist met buitenkant voet op Kasper Dolberg. Daarmee is hij bijna net zo productief gebleken als de linksback uit ons elftal: Luke Shaw. De Engelsman bereidde drie doelpunten voor en maakte zelf in de finale zijn eerste interlandgoal ooit. Met name het feit dat hij al zijn cruciale bijdrages leverde in de knock-outfase, plaatst hem nipt boven Jordi Alba. De Spaanse linksback van Barcelona zit daarom op de bank, al moet wel worden opgemerkt dat de Italiaanse stoomtrein Leonardo Spinazzola hem dicht op de hielen zat met zijn galavoorstellingen in de groepsfase. Defensief bleek de Italiaan met zijn gevoel voor positionering echter bij tijd en wijle kwetsbaar, waardoor Alba nipt de voorkeur krijgt. Wellicht hadden we niet om Spinazzola heengekund als een achillespeesblessure geen roet in het eten gooide, maar dat zullen we helaas voor hem nooit weten. In ieder geval krijgt hij als smaakmaker nog wel een eervolle vermelding.
Hetzelfde geldt eigenlijk voor de Nederlandse uitblinker Denzel Dumfries. Hij viel in de groepsfase op met twee goals en een assist, maar haalde net als de rest van de Oranje-selectie zijn niveau niet in de achtste finale tegen Tsjechië. Nu hoeft een vroegtijdige uitschakeling op zich geen reden te zijn om iemand niet in het elftal van uitblinkers te plaatsen, maar Dumfries was tegen Oekraïne en tegen Tsjechië met verkeerd positioneren direct debet aan een treffer, dus wint hij het niet van Maehle, die naast sterke offensieve inbreng ook defensief sterk bleek bij Denemarken. Daarom neemt Dumfries plaats op onze bank. Desalniettemin is het halen van het schaduwelftal al een mooie opsteker voor de PSV-back, die waarschijnlijk een fraaie transfer overhoudt aan het EK. Georginio Wijnaldum was overigens dankzij zijn drie treffers in vier duels ook in de race voor een nominatie, maar zijn bijzonder slechte optreden tegen Tsjechië deed hem de das om. Voetbalzone gaf hem een 2 voor die wedstrijd, dus zakte hij weg in het klassement.
Leonardo Bonucci en Georgio Chiellini hebben het elftal wel gehaald. Beide centrumverdedigers kenden een zeer solide toernooi en lieten zich bovendien van hun beste kant zien in de finale. Man of the Match Bonucci nam de treffer waarmee Italië terug in de wedstrijd kwam voor zijn rekening en Chiellini blonk het hele toernooi uit in onverzettelijkheid. De aanvoerder moest en zou het toernooi winnen, zoals bijvoorbeeld tot uiting kwam in de manier waarop hij bruut aan het shirt van Bukayo Saka trok toen hij hem dreigde te passeren. Hij eindigt daarom nipt boven verliezend finalist Harry Maguire, die op de bank plaatsneemt naast Simon Kjaer. De Engelsman miste de eerste twee duels van dit toernooi met een blessure, maar nam zijn nauwelijks passeerbare defensie daarna uitstekend bij de hand. Bovendien nam Maguire - bepaald geen penaltyspecialist - zijn verantwoordelijkheid door als reserve captain zijn strafschop in de kruising te jagen. En de Deense aanvoerder Kjaer verdient op zijn beurt alle lof voor zijn optreden na het hartfalen van Christian Eriksen en blonk ook in het veld uit met zijn noeste arbeid en vermogen om de ploeg op sleeptouw te nemen. Een echte winnaar die de nominatie dubbel en dwars heeft verdiend.
Op het middenveld vinden we de man die een goede kans had gemaakt op de titel beste speler van het toernooi als Frankrijk verder was gekomen. Paul Pogba was dit EK van absolute wereldklasse en scoorde een prachtig afstandsschot tegen Zwitserland, terwijl hij ook in de verloren penaltyserie zijn verantwoordelijkheid met succes nam. Hij is daarom onomstreden op ons middenveld, waar verder ook plek is voor Jorginho en Pedri. Laatstgenoemde is zeer terecht uitgeroepen tot Best Young Player en verblufte heel Europa door na een slopend seizoen bij Barcelona ook de Spaanse nationale ploeg bij de hand te nemen op achttienjarige leeftijd. Hij was de dirigent van het veelscorende elftal, dat in de halve finale na strafschoppen ten onder ging tegen het Italië van Jorginho. De onvermoeibare middenvelder van Chelsea schoot uiteindelijk de beslissende strafschop binnen, terwijl hij dat naliet in de finale tegen Engeland. Gelukkig voor de beste passer van dit toernooi redde Donnarumma de meubelen en hoeft hij niet te lang te balen van die smet op zijn verder uitstekende campagne door Europa.
Op de reservebank vinden we de bij Arsenal vaak verguisde Granit Xhaka. De middenvelder weet bij de Zwitserse nationale ploeg echter altijd uit een ander vaatje te tappen en heerste als een veldheer tegen regerend wereldkampioen Frankrijk. De captain gaf in de negentigste minuut de assist voor de 3-3 van Mario Gavranovic en moest in de tegen Spanje verloren kwartfinale lijdzaam toezien hoe hij in node werd gemist door een schorsing na twee gele kaarten. Desalniettemin verdient hij een eervolle vermelding, zoals dat in onze ogen ook geldt voor Pierre-Emile Höjbjerg en Marco Verratti. De Deen creëerde 11 kansen voor een ploeggenoot, voltooide 10 dribbels en maakte maar liefst 51 keer intercepties; meer dan wie ook dit toernooi. De Italiaan was op zijn beurt vanaf zijn entree in de derde groepswedstrijd direct een sterkhouder bij Italië. De middenvelder van Paris Saint-Germain streed tot de laatste seconde tegen de klok met een knieblessure en toonde haarfijn aan hoe het wel degelijk de moeite kan lonen om een aanvankelijk geblesseerde speler toch mee te nemen naar het EK.
Ook Federico Chiesa begon niet als basisspeler aan het toernooi bij Italië, maar heeft zich gaandeweg in het elftal geknokt met zijn constante dreiging rondom het strafschopgebied van de tegenstander. Hij maakte een belangrijke goal tegen Oostenrijk en maakte met een fraaie individuele actie de openingsgoal tegen Spanje. Diverse kenners zeggen zelfs dat hij dankzij zijn sterke optredens speler van het toernooi had kunnen worden als zijn schot in de finale een doelpunt was geweest, maar zover kwam het niet. Wel staat hij in het team van het toernooi, waar hij de voorhoede vormt met Patrik Schick (vijf goals) en Emil Forsberg (vier goals). Zij blonken uit bij respectievelijk Tsjechië en Zweden, die allebei dankzij hun opvallende productie de groepsfase overleefden. Forsberg kon echter niet voorkomen dat Oekraïne in de achtste finale na verlenging won, hoewel hij ook in dat duel eenmaal doel trof.
Schick scoorde op zijn beurt in alle vijf duels van Tsjechië, waaronder ook tegen Nederland en in de verloren kwartfinale tegen Denemarken. Zijn mooiste treffer tekende hij echter al aan in de eerste groepswedstrijd tegen Schotland. Hij zag de doelman te ver voor zijn goal staan en schoot van net voorbij de middellijn raak met een schitterende lob, hetgeen ongetwijfeld de boeken ingaat als de mooiste goal van het toernooi. Dat is een fraaie troostprijs voor de spits van RB Leipzig, die net naast de topscorerstrofee grijpt. Die is voor Cristiano Ronaldo. Hij maakte eveneens vijf treffers voor Portugal en gaf daarnaast ook 1 assist, hetgeen hem boven Schick plaatst. Ook evenaarde hij dit toernooi het record van 109 interlandgoals van Ali Daei, waardoor het ook voor Ronaldo een gedenkwaardig toernooi werd.
Op persoonlijk vlak dan, want van de Portugese brigade werd meer verwacht dan de achtste finale. Daarin bleek België uiteindelijk met 1-0 te sterk. Ronaldo liet in deze wedstrijd na om de ploeg als captain bij de hand te nemen, waardoor hij in ons elftal achter Schick is geëindigd. Uiteindelijk krijgt hij ten faveure van de eveneens excellerende Karim Benzema en Romelu Lukaku wel nipt een plek in het schaduwelftal, waarin tot slot ook Andriy Yarmolenko en Raheem Sterling zijn opgenomen. De rechtsbuiten van Oekraïne viel in positieve zin op met twee goals en twee assists (waaronder een treffer tegen Nederland), terwijl Sterling critici de mond snoerde met drie treffers en één assist, allen op cruciale momenten voor de ploeg die het zonder zijn inbreng nooit tot de finale had geschopt. Indien Engeland de eindstrijd had gewonnen, had ook hij zomaar speler van het toernooi kunnen worden, maar in de eindstrijd wist hij zich niet te onderscheiden. Bovendien liet hij na om zijn verantwoordelijkheid te nemen in de afsluitende strafschoppenserie, waardoor hij in ons elftal genoegen moet nemen met een plekje op de bank.
De trainer van het elftal luistert tot slot naar de naam Roberto Mancini. Hij is de architect van het elftal dat na de EK-winst nu al 34 wedstrijden op rij ongeslagen is. Daarmee ligt een record voor het grijpen, want enkel Brazilië (35, tussen 1993 en 1996) en Spanje (35, tussen 2007 en 2009) deden het beter. De altijd onberispelijk geklede bondscoach maakte daarnaast indruk door zijn hele selectie betrokken te houden en gaf de opdracht om de in de kwartfinale geblesseerd geraakte Spinazzola als eerste de gouden medaille op te laten halen, die hij hinkend in ontvangst nam. Een knappe tweede plaats is er voor Kasper Hjulmand. De Deense keuzeheer toonde zichzelf een zeer kundige manager in crisistijd en liet zijn ploeg ook nog eens uitstekend voetballen naar de mogelijkheden. Plek drie in dit klassement is voor Andriy Shevchenko. De voormalig topspits leidde Oekraïne knap naar de vooraf onmogelijk geachte kwartfinale en bewees met tactische omzettingen ook als coach het verschil te kunnen maken in wedstrijden.