Slachtoffer van eindeloos optimisme
Met een zure blik staar ik naar mijn telefoon. Het is weer zover. Op teletekstpagina 829 staat het plusteken weer aan de verkeerde kant. 2-0 voor Telstar. Een uur later staat het 3-0. Ik krab maar eens achter mijn oren. Hoe kan het toch dat ik elke keer weer een optimistisch gevoel heb over een wedstrijd en toch weer bedrogen uitkom?
Optimisme met teleurstelling tot gevolg. Ik denk dat het de gemiddelde Fortuna-supporter niet onbekend is, en dat al meer dan tien jaar. Ook dit jaar overkwam het me weer. Eindelijk nieuwe spelers van naam, tenminste voor zover je daar over mag spreken in de Jupiler League. Na een uiterst belabberd seizoen, waarin slechts één ding gevierd kon worden: de uitoverwinning op aartsrivaal Roda, stond er op papier toch wel een selectie die op zijn minst in het linkerrijtje zou moeten kunnen eindigen. Tim Janssen, Ferry de Regt, Raymond Fafiani en Lars Hutten. Stuk voor stuk spelers die allemaal op zijn minst in de (sub)top van Jupiler League thuishoren.
Oké, ik ben op dit moment een teletekstsupporter. Ik hoor niet meer bij die ‘echte’ diehards die elke week op de tribune zitten. Een seizoenkaart heb ik al jaren niet meer. Wedstrijden bezoek ik sporadisch. Misschien ben ik wel bang om weer teleurgesteld te worden. Toch durf ik me nog Fortuna-supporter te noemen. En dat na al die jaren van kommer en kwel. Voetballiefhebbers in de regio Sittard-Geleen en omstreken hebben die binding met de club echter verloren. Veel mensen zijn het stadium van teletekstsupporters al lang gepasseerd. In de afgelopen tien jaar zijn ze getransformeerd van supporter tot volger en sporadisch bezoeker, waarna het moment aanbreekt dat ze cynisch worden en niet meer met Fortuna geassocieerd willen worden. Heel gek is het eigenlijk niet.
Een degradatie uit de Eredivisie, een bijna faillissement, een bijna fusie, het ternauwernood behouden van een licentie, in zee gaan met een nepgeldschieter en de steeds terugkerende geldnood. Allemaal negatieve randzaken die in de afgelopen tien jaar de revue zijn gepasseerd. Op sportief gebied ging het de club misschien nog wel minder voor de wind. Van de dertien seizoenen sinds degradatie, hoorde Fortuna er tien bij de vijf laagst geklasseerde ploegen(!) in de Jupiler League. Slechts twee keer werd de nacompetitie behaald.
Dit seizoen past weer precies in die lijn. In de voorbereiding het idee hebben dat Fortuna stappen maakt. Dit jaar werd er geopperd door de beleidsmakers dat de club financieel gezond zou zijn en de eerdergenoemde versterkingen zouden zorgen voor sportieve vooruitgang. Noem het naïef maar ik geloofde ze, met als gevolg dat ik nu teleurgesteld ben. Dit seizoen werden er drie van de drie thuiswedstrijden verloren, waarvan twee met 0-6 en 0-5. Hiermee staan ze op hun vertrouwde plek tussen de vijf laagst geklasseerde ploegen.
Wie is er schuldig aan dit wekelijkse zure gevoel dat ik, en met mij veel andere supporters, moet ervaren? Peter van Vossen, de beleving van de spelers, beleidsmakers, de gemeente, Dagblad de Limburger of Roda JC. Nee. Het zijn die dekselse verwachtingen. Ik zou er bijna een cynische voormalig fan van worden. Maar waarschijnlijk ben ik volgend seizoen weer slachtoffer van mijn steeds terugkerend optimisme.