voetbalzone

Sjoerd Mossou: ‘Hoezo haalt Ajax een voetballer die twintig kilo te zwaar is?’

Justus Dingemanse18 feb 2021, 08:20
Laatst bijgewerkt: 18 feb 2021, 08:20
Advertentie

In het programma Kopstukken vertellen bekende gezichten uit de vaderlandse voetbaljournalistiek aan Voetbalzone over hun werk en loopbaan. Aan de hand van interessante anekdotes geven ze een kijkje in de mediawereld vol perskamers, zenderbazen en strakke deadlines. In de derde aflevering schuift journalist Sjoerd Mossou aan bij Justus Dingemanse in Hofman Utrecht. In de uitzending wijdt hij onder meer uit over zijn ontmoeting met Lionel Messi, zijn kritische column aan Edwin van de Sar over de zaak Nouri, zijn enorme liefde voor het spelletje en over zijn waardering voor Georginio Wijnaldum.

Tekst: Justus Dingemanse & Thijs Verhaar
Omslagfoto: Jacqueline de Haas

Kopstukken is te zien op YouTube en als podcast te beluisteren via o.a. Spotify en Apple Podcasts!

Een enorme lul of een voetbalromanticus. Mossou verwacht dat dat ongeveer de publieke opinie is over zijn persoon. Zichzelf ziet hij vooral als een echte liefhebber van het spelletje en het ‘circus’ eromheen. “Ik kan heel kritisch zijn als ik zie hoe het voetbal zichzelf kapot maakt met een WK in Qatar of een bekerfinale in een compleet ander land, maar ik geniet ook van de schoonheid. Het geinige is dat voetbal - zeker in deze tijden - een heel onbelangrijk iets is, maar toch maken we het heel groot. Of je nu naar Marokko of Brazilië of IJsland gaat: voetbal is overal aanwezig en vaak het gesprek van de dag.”

Zelf heeft hij er als columnist en journalist van het Algemeen Dagblad natuurlijk ook een rol in. Mossou vindt het een uitdaging om net iets anders te kijken dan anderen. “Ik ben heel erg van de details, wil snappen waarom mensen zich zo gedragen en hoe dingen werken. Het stopzetten van de competitie in april was bijvoorbeeld heel interessant. Wat voor belangen hadden de mensen toen? Daar kijk ik graag naar”, aldus Mossou, die aangeeft dat er wat hem betreft drie plaatsen zijn voor een voetbaljournalist: op het veld, buiten het veld of langs de zijlijn.

“Zelf kies ik graag voor die laatste rol, omdat je soms een voetje in het veld moet zetten richting de spelers en trainers met wie je spreekt. Maar soms moet je ook een stapje naar achteren kunnen doen om te zien wat voor absurde wereld het is.” Als een journalist niet af en toe afstand neemt, loopt hij volgens Mossou het risico te veel te worden beïnvloed. “Ik weet nog dat Ajax Mido terug wilde halen. Martin Jol vertelde toen keer op keer hoe logisch dat wel niet was. Een pinchhitter met ervaring die ook nog eens een bal kon vasthouden. Dat ga je vanzelf begrijpen als je het vaak hoort, maar je moet je eigenlijk bedenken dat Mido veel te dik was. Hoezo haalt Ajax een voetballer die twintig kilo te zwaar is?”

Hetzelfde ervaart de door de wol geverfde journalist met de welbekende contractonderhandelingen en de sores daaromheen. “Dan kun je er donder op zeggen dat ineens een zaakwaarnemer belt dat er interesse is van een andere club. Dat is het spelletje en het grootste gedeelte is onzin. Die filter mis ik wel eens als ik dat soort verhalen voorbij zie komen.” Toch noemt Mossou het begrijpelijk dat veel geruchten toch worden gepubliceerd. “Mensen vreten gossip, maar zelf houd ik meer van de mooie en bijzondere verhalen”, vertelt de 43-jarige columnist, die als vijftienjarige besloot zelf geen eventuele kans op profvoetbal na te jagen.

“Veel mensen weten al niet eens meer dat RBC Roosendaal ooit een profclub was, maar ik mocht daar en bij NAC komen proeftrainen toen ik vijftien was. Uiteindelijk kreeg ik een aanbieding van RBC, maar na lang wakker liggen dacht ik opeens: ik ga het niet doen. Ik voelde me helemaal niet senang bij het idee. Elke dag onder grote druk naar een club moeten, waar je iedere keer kon afvallen. Nee, dat was het niet voor mij. Ik vind voetbal kijken en zelf voetballen het leukste wat er is, maar niet met die druk.”

voetbalzone

Voetbaljournalistiek bleek het alternatief voor de Brabander die nog steeds alle commentaren van het EK in ’88 op kan dreunen en video’s van de mooiste doelpunten voor Sinterklaas vroeg. “Ik heb echt van mijn hobby mijn beroep kunnen maken, maar tegelijkertijd raak je ook een deel van je hobby kwijt”, stelt Mossou poëtisch. “Vergelijk het met werken in Disneyland. Iedereen zou het willen, maar de magie gaat er een beetje af als je eenmaal weet wie er in het Mickey Mouse-pak zit. Vroeger kon ik het me bijna niet voorstellen dat ik met Marco van Basten of Ruud Gullit zou bellen en nu is het heel normaal.”

Mossou vond het om dezelfde reden helemaal niet leuk om zijn geliefde club NAC Breda als clubwatcher te volgen in de beginjaren van zijn carrière. “Ik werkte toen bij VI en ik vond het verschrikkelijk. Het valt heel erg tegen als je je club van dichtbij volgt. Of het nu Ajax of Feyenoord is. Het lijkt van buitenaf allemaal heel groot, maar het blijft midden- en kleinbedrijf”, grinnikt de journalist, die ten tijde van het interview haast profetisch vooruitblikte op het incident waardoor Ajax het zonder Sébastien Haller moet stellen in de Europa League. “Er werken bij dat soort clubs net zo veel koekenbakkers als bij welk bedrijf dan ook, dus er gaan ook heel veel dingen mis.”

Zulke voorvallen heeft Mossou in zijn bijna 25-jarige carrière allemaal al eens meegemaakt en toch blijft hij zich erover verbazen. “Dat is ook wat het leuk houdt, al zou ik allang gestopt zijn met dit werk als het altijd hetzelfde bleef. Tegenwoordig ben je niet alleen meer stukjesschrijver, maar ook documentairemaker, kun je aanschuiven bij tv-programma’s, mag ik meedenken over 65 jaar Eredivisie, schrijf ik boeken en mag ik video’s maken voor internet. Er gaan steeds weer andere leuke deuren open, maar voor mij blijft de basis hetzelfde. Zolang ik goede zin krijg als ik lichtmasten van een stadion zie, heb ik leuk werk.”

Hij heeft er dan ook helemaal geen moeite mee als mensen kritisch zijn op zijn werk. “Het is gewoon een macho-achtige wereld, waar je als journalist ook deel van uitmaakt. Daar moet je tegen kunnen, of een andere baan zoeken”, meent Mossou. “In die zin zijn wij ook publiek bezit. Als ik Dick Advocaat de maat neem, vindt de helft van de reaguurders mij ook een klootzak. Dat moet je van je af laten glijden”, aldus de journalist, die kritiek zegt goed te kunnen hebben als het gefundeerd is. Hij kan er dus wel om lachen dat Ajax-fans hem nog altijd gekscherend ‘terugpakken’ op zijn column over Frenkie de Jong.

De journalist predikte geduld en vond de hype rondom de middenvelder nogal overdreven toen hij net doorbrak bij Ajax. “Ieder talent is daar de nieuwe Rijkaard of de nieuwe Van Basten, maar meestal is dat natuurlijk niet zo. Ik schreef toen dat hij een wisselspeler was die zich eerst maar eens moest bewijzen. Achteraf is Frenkie natuurlijk net diegene geweest die wel heel goed werd, dus dat krijg ik wel eens terug, haha. Geeft ook niet. Mensen denken wel eens dat je heel goed kunt voorspellen als je veel van voetbal weet, maar dat is onzin natuurlijk. Heel veel is puur op toeval gebaseerd. Waar slaat het nu op dat Willem II bijna onderaan staat? Soms loopt het gewoon even niet, zonder verklaring.”

voetbalzone

Mossou is daarom van mening dat we de duiding van journalisten ook niet te belangrijk moeten maken. ‘Hou van het voetbal, maar neem het niet te serieus’ is zijn lijfspreuk. Het komt volgens hem maar al te vaak voor dat het ‘een circus’ is bij persconferenties of bij interviews met topspelers. “Ik zat ooit in een zaaltje met wat andere journalisten om Messi te interviewen en een Deense journalist wilde dat hij ‘Vrolijk kerstfeest’ zei in het Deens en een Koreaan vroeg weer wat hij ervan vond om tegen een Koreaanse speler te voetballen. Daar is geen touw aan vast te knopen en dan krijg je nooit een normaal gesprek.”

En juist dat blijft voor Mossou de basis van een goed verhaal. “Een paar jaar eerder deed ik met Ronaldinho ook zoiets en daar kon ik nog wel een onderwerp echt met hem bespreken. Bij Messi was het extreem massaal. Tolk erbij en Messi zegt sowieso al niks. Eenmaal terug op de redactie heb ik maar een verhaal gemaakt over de poppenkast op zich, want inhoudelijk sloeg het helemaal nergens op. Met terugwerkende kracht dacht ik echt: wat heb ik hier nou gedaan?”, stelt Mossou, die lachend toegeeft dat hij enigszins beschaamd akkoord ging met het aanbod om met Messi op de foto te gaan. “Ik was er toch, maar het heeft niets meer met journalistiek te maken natuurlijk. Zulke ontwikkelingen maken het steeds moeilijker om een goed verhaal te maken.”

voetbalzone

Mossou noemt het ook zorgelijk dat clubs voetballers steeds meer afschermen. “Vroeger liep je met alle spelers mee na de training en tegenwoordig mag je blij zijn als je na 36 mailtjes met de linksback mag spreken”, zegt hij gechargeerd. “Ik overdrijf nu een beetje, maar het is wel lastiger om een relatie op te bouwen met spelers. Ik hoef naar geen enkele verjaardag van een voetballer, maar wil wel iemand kunnen bellen als er iets is”, omschrijft de journalist zijn werkwijze. Hij houdt ‘professionele afstand’ tot iedereen in het wereldje, maar heeft wel een zwak voor Georginio Wijnaldum.

“Dat vind ik echt een leuke en oprecht vriendelijke jongen. Ik heb hem ooit bij Feyenoord zien debuteren toen hij zestien was. Toen was het echt een kind, maar hij is met het ouder worden altijd dezelfde gebleven. Hij komt uit het rauwe gedeelte van Rotterdam-west en is vaak in de buurt geweest van probleemgevallen. Dat is niet de makkelijkste wijk om op te groeien”, weet Mossou. “Het kan ook de verkeerde kant opgaan met zo’n jongen, maar aan hem merk je dat hij goed is opgevoed. Hij snapt dingen en durft zich uit te spreken, zoals met die racismekwestie bij FC Den Bosch. Daar heb ik wel respect voor.”

voetbalzone

Toch kan Mossou ook zonder moeite een negatief geladen stuk schrijven als de middenvelder niet thuis geeft in Liverpool. “Dat hoort er ook bij. Je moet kritisch kunnen zijn als daar aanleiding toe is. Ik moet het ook opschrijven als iets helemaal mis gaat”, stelt de journalist, die een uiterst kritische column schreef over Ajax-directeur Edwin van der Sar. “Dat was vanwege die vreselijke zaak met Nouri. Daar kwam maar geen oplossing voor. Ajax stelde het steeds uit, kreeg kritiek. Het duurde gewoon veel te lang voordat Ajax naar de familie toe ging. Ze hadden meteen moeten zeggen: ‘wat er ook gebeurt, wij regelen het voor jullie. Wij zijn er voor jullie.”

Dat had de basis moeten zijn, stelt Mossou. “Door kramp van juristen en verzekeringen gebeurde dat steeds niet. Het was heel stroperig en bangig. Ongemakkelijk ook. Daarin heeft de club volgens mij een heel grote kans laten liggen. Ik vind dat ze dat heel slecht hebben gedaan door niet direct een arm om de familie heen te slaan. Daarom richtte ik mijn column tot Edwin. Ga er nou eens gewoon heen, man. Niet met journalisten of clubmensen. Gewoon alleen, ga met ze praten. Ik wil absoluut niet beweren dat dat verhaal de doorslag gaf, maar een paar weken later kwam er een soort van opening en contact. Ik hoop dat mijn artikel daarbij geholpen heeft, want soms moet je gewoon durven benoemen dat het heel raar is wat er gebeurt.”

Als voorvechter van het Nederlandse amateurvoetbal fronste Mossou daarom ook de wenkbrauwen toen vorig jaar al vrij rap werd besloten om de competities stil te leggen. “Met de cijfers van nu snap ik het, maar het amateurvoetbal werd toen wel heel snel geofferd. Terwijl het een heel belangrijk onderdeel is van onze cultuur”, stelt hij. “Ik vind het amateurvoetbal echt ondergewaardeerd. Het is uniek hoe dat in Nederland is ingericht. Er voetballen meer dan een miljoen mensen bij drieduizend amateurclubs door heel het land. Dat is echt ongelooflijk goed geregeld met scheidsrechters, velden en competities. Ik heb ook in Engeland gewoond en gevoetbald, maar zelfs daar is het lang niet zo goed opgezet als hier. Daar mag wel eens wat meer waardering voor zijn.

Kopstukken is te zien op YouTube en als podcast te beluisteren via o.a. Spotify en Apple Podcasts!