Sjaak Swart: ‘Die vier Ajax-spelers stijgen boven de rest uit’
Sjaak Swart geniet dit seizoen intens van de uitstekende prestaties van Ajax en van alle mooie momenten die daaruit voortvloeien. “Heerlijk om al die wedstrijden te kijken en een beetje handtekeningen uit te delen. Ik ben populairder dan in mijn periode als voetballer. Door Ajax word je dit seizoen ook verwend. In de box, in de Champions Lounge. Elke keer mooie wedstrijden en ondertussen lekker eten van grote sterrenrestaurants. Nee, ik heb niks te klagen dit seizoen”, vertelt een gelukkige Mister Ajax.
Door Peter van Drunen
Aan de stamtafel van restaurant De Toekomst buigt Swart zich over de vraag welke Ajax-speler tot dusver de beste was. “Nou, dat is leuk. Dat is niet altijd zo, maar dit seizoen zou ik een drietal noemen. Dat drietal bestaat voor mij uit Frenkie de Jong, Matthijs de Ligt en Donny van de Beek”, begint Swart in gesprek met DAZN. Later voegt hij Dusan Tadic nog aan het lijstje toe. “Tadic hoort er ook bij. Dus dan wordt het een top vier, ja.”
In de Q&A hierboven vertelt Swart wie op dit moment het grootste talent in de Ajax-jeugd is, praat hij over de scheidsrechters en gemene voetballers in de Eredivisie en tipt hij Marc Overmars over de spitspositie bij Ajax.
De 31-voudig Oranje-international maakt zich geen zorgen over de toekomst van zijn club. Regelmatig kijkt hij naar wedstrijden van jeugdelftallen van Ajax. Op dit moment is hij het meest gecharmeerd van middenvelder Naci Ünüvar. “Hij is een uitzonderlijk talent. Hij is alleen pas vijftien jaar. Hij doet nu mee met Onder-19 dus die jongens zijn minstens drie jaar ouder dan hij. Hij heeft natuurlijk nog zijn slechte wedstrijden, maar hij kan heel goed voetballen.”
Hoewel de tachtigjarige Swart vooral geniet, ergert hij zich ook nog steeds aan spelers die zich aanstellerig gedragen of aan spelers die andere voetballers een kaart proberen aan te naaien. Er is één speler bij PSV die wat Swart betreft de kroon spant. “Hirving Lozano is wereldkampioen duiken. Hij is een goede speler die dat helemaal niet nodig heeft, maar toch ligt hij elke keer op de grond. Daar wordt iedereen boos op. Elke speler die tegen hem speelt, zou hem het liefst een schop willen geven.”