Sinouh maakt fans van Ajax niet blij: ‘Ik zou zeggen: transfervrij vertrekken’
Khalid Sinouh keepte jarenlang bij verschillende clubs in de Eredivisie. Sinds hij zijn voetbalschoenen aan de wilgen heeft gehangen, begeleidt Sinouh als zaakwaarnemer onder meer spelers als Sofyan Amrabat en Eloy Room. In Vloggertje met… gaat presentator Mounir Boualin op bezoek bij de oud-keeper uit Amsterdam.
“Ik werd ouder en was bij mijn clubs al een soort vaderfiguur voor jongere speler”, verklaart Sinouh zijn carrièreswitch. “Na mijn carrière ging ik scouten en ik had wel oog voor talent. Zo werd ik zaakwaarnemer. Ik heb veel meegemaakt in het voetbal, maar als je dit vak gaat beoefenen kom je de gekste dingen tegen. Dan heb je maandenlang keihard gewerkt om een grote club voor een speler te regelen en dan word je gebeld en zegt hij doodleuk ‘ik ga bij je weg’. Dan moet je echt een olifantenhuid hebben.”
Sinouh gaat ook in op het stigma dat zaakwaarnemers het puur doen voor het geld. “Je wilt een speler natuurlijk naar een andere club brengen. Als je dat niet doet, dan loopt hij bij je weg. Dan heb je drie jaar geïnvesteerd, stapt hij over naar iemand anders en heb je niets verdiend.” De oud-keeper weidt verder uit over de situatie van Noussair Mazraoui, wiens contract aan het einde van het seizoen afloopt bij Ajax. “Als ik zaakwaarnemer was van Mazraoui zou ik zeggen: transfervrij vertrekken. Natuurlijk is geld ook niet alles. Ajax en Mazraoui gaan heel goed met elkaar om. Ik zou dat wel tegen hem zeggen. Maar toch, transfervrij krijgt een speler veel meer geld. Een gedeelte dat ze aan transfersom besparen komt gewoon als tekengeld in het contract.”
Sinouh maakte drie jaar geleden ook zijn debuut als televisiemaker, met de documentaire Khalid en de leeuwen van de Atlas, waarin hij op zoek ging naar het antwoord op de vraag waarom er geen 'Nederlandse voetbalicoon met Marokkaanse roots' is. “Ik wil niet iedereen in een slachtofferrol neerzetten. Maar ze moeten wel meer doen dan een blanke autochtoon. Ze moeten misschien wel twee of drie keer beter zijn dan blanke jongens”, meent Sinouh. Tegelijkertijd noemt hij Berbers een ‘opstandig volkje’ en merkt hij op dat een andere manier van communiceren betere resultaten teweeg kan brengen. ”Als een trainer je tegen de muur zet, op wat voor manier dan ook, dan gaan wij niet zeggen van: ‘Ja, is goed meneer, u heeft gelijk.’ Dan vechten wij terug. Je moet veel kunnen incasseren tot je aan de top bent. En dat incasseringsvermogen is bij ons niet al te hoog.”