Sinisterra: ‘Ik had contact met hem, maar nu zit hij wéér bij de rivaal, haha'
Luis Sinisterra kijkt nog altijd met veel passie naar wedstrijden van Feyenoord. De 23-jarige vleugelaanvaller maakte begin juli voor circa 25 miljoen euro de overstap naar Leeds United, waar hij inmiddels een basisplek heeft veroverd. Voetbalzone zocht de Colombiaans international op in Leeds om onder meer te spreken over zijn fraaie jaren in Rotterdam, zijn verstandhoudingen met voormalig clubgenoten én over zijn eerste rode kaart ooit.
Door Mart van Mourik
“Of ik Feyenoord mis? Jazeker”, vertelt Sinisterra. “Ik ben alleen naar Leeds gegaan omdat het een droom was om in de Premier League te voetballen, maar ik mis iedereen bij Feyenoord. De fans zijn fantastisch en ook binnen de club zijn de mensen geweldig. Ik heb nog steeds contact met sommige stafleden en oud-ploeggenoten. Van de spelers spreek ik Ofir Marciano bijvoorbeeld regelmatig, al heb ik met de meeste oud-teamgenoten nog steeds wel contact via social media. Ik kijk hier ook bijna iedere wedstrijd van Feyenoord. Als ik zelf geen duel heb, dan kijk ik sowieso en het is heel leuk om te zien hoe de club het doet in de Europa League.”
Sinisterra is zeer positief over de wijze waarop hij ontvangen is in De Kuip, waar hij in de zomer van 2018 uit de helikopter stapte. Vooral Frank Arnesen, voormalig technisch directeur bij Feyenoord, was verantwoordelijk voor het warme welkom. “Van de directieleden spreek ik Frank Arnesen nog. Hij was overigens niet degene die me opgehaald heeft bij Once Caldas. Destijds was het Martin van Geel die naar Colombia kwam en mij kwam bekijken met de scout, Steven Aptroot. Zij hebben me ruim anderhalf jaar gevolgd. Na het zien van vele wedstrijden besloten ze mij naar Feyenoord te halen. Het was een zeer bijzondere stap voor mij. Uiteindelijk leerde ik ook Frank kennen. Dat was prettig, want hij spreekt Spaans en we konden een goede verstandhouding opbouwen.”
In de beginfase van zijn periode in Rotterdam werd Sinisterra vooral op sleeptouw genomen door andere latinos binnen de club. “Renato Tapia en Eric Botteghin hebben me destijds erg geholpen met het integreren binnen de club. In die tijd sprak ik nog geen woord Engels, dus zij waren erg belangrijk voor me. Mede dankzij hen voelde ik me erg snel thuis bij Feyenoord. Ik kon ook goed met de Nederlanders hoor, maar gesprekken voeren was in het begin nog een beetje lastig. Na een tijdje heb ik goede vrienden gemaakt, al is de relatie altijd anders dan met de latinos. In Nederland is men toch iets afstandelijker.” De linksbuiten geeft aan dat hij uiteindelijk goed bevriend raakte met Marcos Senesi, die zich een jaar later bij Feyenoord voegde en afgelopen zomer eveneens de stap naar de Premier League maakte.
“Ik ben nog altijd zeer goed bevriend met Marcos. We hebben nog steeds veel contact. Hij speelt nu natuurlijk bij Bournemouth, dus iedere keer als we allebei een vrije dag hebben en het past in de planning, dan spreken we ergens af. Vaak treffen we elkaar in Londen bijvoorbeeld. In Nederland hadden we ook wel eens contact met Martínez, al sprak Marcos hem vaker omdat het natuurlijk landgenoten zijn. Ik heb ook wel een aantal keer met hem afgesproken, hoor. Nu zit Lisandro hier en is hij wéér mijn rivaal”, lacht Sinisterra. “Hoewel Martínez in de buurt woont, heb ik hem hier nog niet gezien. Wel houden we elkaar op de hoogte van de ontwikkelingen bij de clubs en spreken we elkaar via social media.”
Hoewel hij Feyenoord mist en nog bijna op dagelijkse basis in gedachten bezig is met zijn oude werkgever, heeft Sinisterra het erg naar zijn zin in Leeds. Tot dusver kwam de linksbuiten in acht Premier League-optredens tot twee goals en bovendien heeft hij inmiddels een basisplek veroverd bij the Whites. “Het gaat heel erg goed met me. Het welkom hier in Leeds was erg warm en de manager (Jesse Marsch, red.) heeft ook meteen zijn vertrouwen in mij uitgesproken. Het voelde hier meteen als thuis. Ik heb mijn plek zowel bij Leeds als in de nationale ploeg gevonden. Ik heb meer vertrouwen gekregen, waardoor ik automatisch beter ben gaan spelen”, aldus Sini, die eind september driemaal trefzeker was in de interlands tegen Mexico (3-2 winst) en Guatemala (4-1 winst).
In Nederland worden je duels bij Leeds door velen bekeken. Zeker als je scoort... of rood pakt.
Sinisterra werd begin oktober in de 48ste speelminuut met een rode kaart van het veld gestuurd in duel met Aston Villa (0-0). In de eerste helft kreeg hij geel vanwege het onderbreken van een veelbelovende aanval. Enkele minuten na rust ging de Colombiaanse vleugelspeler te dicht bij Jacob Ramsey staan om een vrije trap te blokkeren. Scheidsrechter Stuart Attwell was vervolgens onverbiddelijk en besloot Sinisterra met een tweede gele prent van het veld te sturen. Het was zijn eerste rode kaart ooit, maar toch lijkt Sinisterra zich enigszins te schamen. “Haha, dat gaat niet meer gebeuren. Rood pakken dan. Ik weet niet precies wat er gebeurde en het was geen actie uit frustratie. Het was een onbewust moment. Maar om eerlijk te zijn werd zowel de eerste gele kaart als de tweede wel makkelijk gegeven. Voor mij was de rode kaart in ieder geval onverwacht. De tegenstander was veel aan het tijdrekken en er ging veel tijd verloren, waardoor ik ze een beetje wilde opjagen. Maar uiteraard respecteer ik de beslissing van de scheidsrechter.”
Sinisterra is gelukkig bij Leeds en hoopt uiteraard een sleutelrol te gaan vervullen in de ploeg van Marsch. Hij benadrukt veel geleerd te hebben in zijn periode bij Feyenoord en ziet dat tijdperk als een kickstart van zijn carrière. Er was één speler die hem in het bijzonder veel geleerd heeft. “Ik zeg altijd dat Robin van Persie zonder enige twijfel de beste speler was met wie ik gespeeld heb bij Feyenoord. Ik heb ongeveer anderhalf jaar met hem in het team gezeten. Ondanks dat hij al in de herfst van zijn carrière zat, had hij zó veel kwaliteiten. Het was heel mooi om hem te zien spelen. Ik heb veel geleerd van zijn balaanname en zijn beweging zonder bal: hij staat altijd op de juiste plek”, besluit Sinisterra.