voetbalzone

Sektarisme geeft Noord-Ierland bijzondere plaats in het Britse voetbal

Chris Meijer06 mei 2017, 23:43
Laatst bijgewerkt: 06 mei 2017, 23:43
Advertentie

BELFAST - Linfield pakte afgelopen weekend de 52e titel in de clubhistorie door aartsrivaal Cliftonville met 1-3 te verslaan. Het wereldrecord meest landskampioenschappen is voorlopig nog in handen van Rangers FC, dat 54 keer kampioen van Schotland werd, maar de Noord-Ierse club komt dichterbij het record van the Gers. Grote kans dat je het gemist hebt en dat is op zich ook niet zo gek. Want ondanks dat Groot-Brittannië de bakermat van het voetbal is, is de Noord-Ierse competitie niet meer dan een veredelde amateurcompetitie.

Titel in troosteloze ambiance
Afgezien van een goed gevuld uitvak was het een vrij troosteloos decor waar Linfield afgelopen zaterdag het kampioenschap vierde. Soltitude, het stadion van Cliftonville, kan ruim zesduizend mensen huisvesten. Er waren echter maar zo’n vijftienhonderd fans op het duel afgekomen, terwijl de aartsrivaal in het hol van de leeuw het kampioenschap kon vieren. Het deerde Linfield-manager David Healy waarschijnlijk maar weinig, maar het zal voor hem in het begin van zijn trainersloopbaan toch behoorlijk wennen geweest zijn.

Healy is sinds 2015 als manager werkzaam bij de grootste en meest succesvolle club van Noord-Ierland. Tijdens zijn actieve carrière speelde hij bij verschillende clubs in Engeland, waaronder Manchester United, Leeds United en Fulham. Met 36 doelpunten is hij bovendien all-time topscorer van de Noord-Ierse nationale ploeg. Kortom: hij was wel wat anders gewend dan voor anderhalve man en een paardenkop te acteren. Bij thuiswedstrijden van de Noord-Ierse nationale ploeg in het gerenoveerde Windsor Park zijn alle achttienduizend plaatsen steevast al lang van tevoren uitverkocht. Afgelopen zomer reisden de Noord-Ieren in groten getale naar het EK in Frankrijk. Maar als Healy met Linfield thuis speelt, komen er hooguit 2500 mensen kijken.

Groot-Brittannië staat bekend als de bakermat van het voetbal; de Engelse Premier League is een van de sterkste competities ter wereld. In de schaduw staat de Schotse competitie, terwijl Wales enkele clubs in de Engelse voetbalpiramide heeft, waaronder bijvoorbeeld Swansea City en Cardiff City. Maar de Noord-Ierse competitie stelt vrijwel niks voor, wat overigens ook voor de republiek Ierland geldt. En dat is toch gek voor het enige land ter wereld dat zijn nationale vliegveld heeft vernoemd naar een voetballer: George Best Airport in Belfast.

Twijfels over terugkeer
“Niets is te vergelijken met dit. Het is nooit een geheim geweest wat Linfield voor me betekent”, zei een uitzinnige Healy tegen the Irish News na het behaalde kampioenschap. Tegenover Belfast Live vervolgde hij: “Je bent zó trots en de emotie kwam tot uiting toen ik mijn kinderen zag. Mijn zoon kwam naar de wedstrijd in een Linfield-tenue. Voor mijn kinderen was het een omschakeling om weer terug te gaan naar Noord-Ierland, ze zijn opgegroeid in Engeland en Schotland.”

voetbalzone

In 2014 werd Healy gevraagd om aan de slag te gaan als jeugdtrainer bij de Noord-Ierse voetbalbond (IFA). Op dat moment woonde hij in Engeland en hij had zijn twijfels om terug te keren in Noord-Ierland, zo gaf hij toe tegenover de Belfast Telegraph. “Ook al hield ik van mijn land, ik had mijn twijfels om mijn kinderen hierheen te brengen. Je hoopt dat je het juiste doet. Het leven in Noord-Ierland is absoluut verbeterd. Ik ben al jong vertrokken, maar ik geloof dat het land een lange weg heeft afgelegd en dat maakt me trots. Het is een geweldige plek om te leven.”

In de twijfels van Healy zit deels de verklaring waarom de Noord-Ierse competitie nauwelijks leeft in het land. Tot 1998 woedde in Noord-Ierland een bloedige burgeroorlog, die duizenden mensen het leven heeft gekost. In het kort: in dat conflict stonden de loyalisten of unionisten, die vinden dat Noord-Ierland bij Groot-Brittannië hoort, en de republikeinen, die vinden dat Noord-Ierland samen met de republiek Ierland één land moet vormen, tegenover elkaar. Omdat beide partijen vertegenwoordigd werden door een paramilitaire organisatie, waarvan de bekendste de IRA is, leverde dit conflict veel burgerslachtoffers op, onder meer door moordpartijen en aanslagen.

Maar wat heeft dit precies met het voetbal te maken? Dat zit zo: in 1998 werd de vrede in Noord-Ierland gesloten, maar dat betekent niet dat het conflict volledig verdwenen is. Een goed voorbeeld hiervan zijn de enorme betonnen muren en hekken, de zogenaamde Peace Walls, die de republikeinse en loyalistische wijken van Belfast scheiden. Beide bevolkingsgroepen leven in Noord-Ierland over het algemeen volledig gescheiden. Zo bestaan er in feite twee maatschappijen, met bijvoorbeeld eigen wijken, eigen scholen, een eigen religie én eigen sporten.

voetbalzone

Over het algemeen zijn gaelic football en hurling populaire sporten bij het republikeinse deel van de Noord-Ierse bevolking. Britse sporten, zoals voetbal en cricket, zijn van origine populairder onder het loyalistische deel van de Noord-Ieren. De situatie onder de republikeinen is een beetje te vergelijken met het sportlandschap in Ierland, waar traditionele sporten als gaelic football, hurling en ook rugby minstens even populair zijn als voetbal. Mede daardoor staat Ierland ook niet bekend als een voetballand bij uitstek.

Sektarische spanningen
Het nationale elftal is wél populair en geniet ook veel steun uit Noord-Ierland. Sterker nog: het merendeel van de republikeinse Noord-Ieren steunt de voetbalploeg van de republiek Ierland. Het nationale elftal van Noord-Ierland wordt over het algemeen gezien als het team van de loyalisten. Dat is in het verleden zelfs zo ver gegaan, dat Neil Lennon zijn interlandcarrière in 2002 moest beëindigen. De middenvelder, die jarenlang voor Celtic speelde, werd met de dood bedreigd vanwege zijn republikeinse achtergrond. “Het is tijd om te zeggen: genoeg is genoeg. Ik kan mezelf en mijn familie dit niet aan blijven doen. Het is vreselijk dat het zo moet eindigen”, sprak Lennon nadat hij afzwaaide als international tegenover de Engelse media.

voetbalzone

Voetbal is door de jaren heen vaker een middel geweest om politieke voorkeuren te uiten, ook in het competitievoetbal. Linfield heeft van oudsher een sterk loyalistisch karakter, de club van mensen die Noord-Ierland zien als een deel van Groot-Brittannië. Tot 1948 hadden the Blues een republikeinse tegenhanger: Belfast Celtic, de club van de Ierse nationalisten. Nadat spelers tijdens een derby werden aangevallen en mishandeld door de supporters van Linfield besloot de club zichzelf terug te trekken uit de Noord-Ierse competitie.

Een andere club met een republikeinse achtergrond, Derry City, speelde tot 1973 in de Noord-Ierse competitie. Het stadion van die club ligt in midden in de republikeinse wijk Bogside in de stad Derry (of Londonderry, zoals het door loyalisten wordt genoemd). Tijdens de burgeroorlog werd er rond die wijk veel gevochten, waardoor Derry City door de bond gedwongen werd zijn thuiswedstrijden in Coleraine te spelen. Na dertien maanden diende de club een beroep in, omdat de reis van 45 minuten naar Coleraine voor de supporters te riskant was en er daardoor maar weinig mensen kwamen kijken. De overwegend loyalistische bond wees dit beroep af. Derry City besloot zich na 1973 terug te trekken uit de Noord-Ierse competitie. De club leek, net als Belfast Celtic, aan zijn einde te komen. Maar er werd toch een uitweg gevonden, want sinds 1985 speelt Derry City in de Ierse competitie.

Uiteindelijk speelt er op dit moment nog een club met een uitgesproken republikeinse achtergrond: Cliftonville. Dat is niet bepaald een afspiegeling van de maatschappij, maar dit is een gevolg en litteken van de sektarische incidenten die zich in de geschiedenis bij het voetbal hebben voorgedaan. Jarenlang waren er bijvoorbeeld sektarische uitingen bij het voetbal, bijvoorbeeld door middel van spreekkoren en spandoeken. In 1996 werd een bus met Cliftonville-supporters in Portadown aangevallen door loyalisten.

De IFA heeft de afgelopen jaren hard zijn best gedaan om het sektarisme in het Noord-Ierse voetbal terug te dringen. “Ook al zijn er de afgelopen jaren geen grote sektarische incidenten geweest, het heeft onmiskenbaar zijn stempel gedrukt op de staat van het Noord-Ierse voetbal. Achtergrond en religie hebben invloed uitgeoefend op het voetbal en dat heeft gevolgen gehad voor de interesse en kwaliteit ”, schreef journalist Matthew Gault in These Football Times.

Voor de televisie
Het sektarisme in de stadions heeft ertoe geleid dat mensen liever op zaterdagmiddag naar een wedstrijd in de Premier League gaan kijken op televisie dan dat ze naar het stadion gaan voor een wedstrijd in de Noord-Ierse Premier League. Door de jaren heen zijn de competitieclubs geregeld een podium geweest voor sektarisme en dat heeft zijn weerslag gehad op de interesse. Voetbal wint nog steeds aan populariteit in Noord-Ierland, maar kinderen worden eerder supporter van Manchester United, Chelsea of Liverpool. Celtic en Rangers zijn populair in Noord-Ierland, maar die clubs hebben ook een sterk sektarisch karakter. Rangers heeft weer een unionistische achterban, terwijl Celtic vooral gesteund wordt door republikeinen.

Het is dan ook geen toeval dat het gros van de Noord-Ierse ploeg die afgelopen zomer de achtste finale op het EK haalde, niet in de Noord-Ierse competitie heeft gespeeld. De meesten vertrokken op jonge leeftijd naar Engeland of Schotland. Zelfs de grootste voetballer die Noord-Ierland ooit voortbracht, George Best, speelde nooit in de Noord-Ierse Premier League. Glentoran, een club uit het oosten van Belfast, vond hem op vijftienjarige leeftijd te klein, waarna Manchester United hem oppikte. In 1984 speelde Best nog één wedstrijd voor Tobermore United, maar dit is nooit beschouwd als een serieuze rentree in Noord-Ierland.

voetbalzone

De eerlijk gebiedt te zeggen dat de Noord-Ierse competitie zonder zijn geschiedenis waarschijnlijk ook geen Europese topcompetitie was geweest. Daar is het land bijvoorbeeld net te klein voor, en zo zijn er misschien nog wel tig redenen te noemen waardoor de Noord-Ierse competitie maar weinig voorstelt. Over het algemeen wordt in ieder geval verondersteld dat het sektarisme een behoorlijke negatieve invloed op het Noord-Ierse voetbal heeft uitgeoefend en juist dat maakt de Noord-Ierse competitie ook zo bijzonder.

De plaatsing van de Noord-Ierse ploeg voor het EK afgelopen zomer heeft onmiskenbaar een positieve invloed gehad op het land. Uit een onderzoek van de Ulster University blijkt dat 84% van de Noord-Ieren gelooft dat sport meer open is geworden voor iedereen ten opzichte van tien jaar geleden, terwijl ook steeds meer republikeinen achter de Noord-Ierse ploeg staan. Het is een gevolg van de campagne Football for All van de IFA. Geconcludeerd kan worden dat sport en politiek steeds minder hand en hand gaan in Noord-Ierland, al is er nog wel een lange weg te gaan om alle politieke uitingen te laten verdwijnen uit het voetbal.