voetbalzone

Sclessin, het beste legioen van Europa

Jurrien Koop20 mrt 2010, 10:49
Laatst bijgewerkt: 20 mrt 2010, 10:49
Advertentie

Stade Maurice Dufrasne, in de volkmond Sclessin genoemd, is het stadion van Standard Luik. Dit op het oog niet al te mooie stadion staat bekend als een ware heksenketel. Hoe dit komt? Hierdoor.

Het is economische crisis in de wereld. Ook België is getroffen en dat is te zien in Luik. De industrie holt achteruit, de grote trotse metaalbedrijven vallen één voor één om en de werkeloosheid neemt snel toe. Evenals de leegstand. Achter al het rook van de nog draaiende fabrieken ligt het prachtige stadscentrum waar je onder het genot van een Luikse wafel de vele toeristische bezichtigingen kunt gaan bekijken. Om maar even een toeristische tip te geven: de Sint-Pauluskathedraal is zeker de moeite waard.

Achter deze bonte verzameling van grijs, grauw en een enkele kleur doemt er in een buitenwijk ook nog een stadion op. De armlastige buitenwijk die de naam Sclessin draagt, heeft de afgelopen jaren veel hooggeplaatst bezoek gekregen, voetballend bezoek. Allen gingen ze naar het zelfde huis, het huis aan de Rue Ernest Solvay. De bewoner? Royal Standard de Liége, ofwel Standard Luik. Snotneuzen in de leeftijdscatagorie van ongeveer 20-35 jaar met een Porsche onder de kont en een bankrekening met minimaal zes nullen kwamen hier theedrinken. Onder deze kwajongens behoorden onder andere Fernando Torres, Steven Gerrard, Cesc Fàbregas en Jesús Navas. En dan heb ik het over een kleine greep zogenaamde sterren. die van nu. Ook de voetballers van Standard verdienen een goed belegde boterham, De Porsche van aanvoerder Steven Defour is een goed voorbeeld.

Het stadion heeft dus al veel en ook vaak beroemd bezoek gehad. Alleen was dit vaak maar eenmalig en hebben de desbetreffende bezoekers weinig met het legendarische huis aan de Maas. De bezoekers die dit wel op waarde schatten komen tweewekelijks op bezoek, meestal rechtstreeks uit de fabriek om in hun 'tweede huis' hun helden tijdens de wedstrijd letterlijk naar de overwinning te schreeuwen. Een overwinning is namelijk het enige wat wordt geaccepteerd in Sclessin. De heren voetballers zijn de bestbetaalde werknemers van Luik en dienen de 90 minuten dat ze moeten werken hun werk ook goed te doen. En omdat het Luikse volk niet te beroerd is te laten merken als ze het goed of fout doen, heb je altijd een helse herrie. En een intimiderende sfeer.

De gepassioneerde Standard supporter heeft het de laatste jaren moeilijk. Financieel gaat het steeds slechter en de stad Luik valt steeds dieper weg. In deze zwart doordrenkte tijden is de hoop gekoppeld aan een clubje tieners en jongvolwassenen. Defour, Axel Witsel, Eliaquim Mangala, Mehdi Carcela-Gonzalez en Dieumerci Mbokani zijn jongens die licht brengen in de harten van de verdrietige Luikenaars.

Laat de rood geblakerde supportersschare nog tweemaal Europese vedetten ontvangen. Zij zullen ze weer terug schreeuwen naar hun kapitale villa’s in Duitsland en Engeland. Laat hen vervolgens sparen voor een ticket naar Hamburg, om daar de arme Luikenaar rijk te maken. Rijk van trots. De trots van de beste. En laat hen vervolgens terugkeren naar het huis van de beste. Om daar weer de beste te zijn. Het beste legioen van Europa.