voetbalzone

Ronaldo passeert Messi; Morata in rijtje met Huntelaar, Robben en Sneijder

Bart Kruyt05 mei 2015, 22:41
Laatst bijgewerkt: 05 mei 2015, 22:41
Advertentie

Juventus verloor voor dinsdagavond maar een van zijn zeven thuiswedstrijden tegen Real Madrid en wist die sterke reeks in de eerste halve finale van de Champions League uit te breiden. De Italiaanse kampioen won met 2-1 van Real en uitgerekend Álvaro Morata, die werd geboren in Madrid en jarenlang voor de Koninklijke speelde, legde de basis voor de zege.

voetbalzone

Morata werd de zevende voormalig Real-speler die scoorde tegen de Spaanse grootmacht in de Champions League, na Ivan Zamorano, Fernando Morientes, Julio Cesar, Arjen Robben, Wesley Sneijder en Klaas-Jan Huntelaar. Op het moment van de openingstreffer waren drie van de laatste vier doelpunten die Juventus maakte in de Champions League tegen Real van Spaanse spelers: voor Morata scoorde Fernando Llorente nog twee keer voor de Oude Dame tegen de Koninklijke.

Juventus verstopte zich zeker niet in de thuiswedstrijd tegen Real en had in de eerste tien minuten al vier keer op het vijandelijke doel geschoten. Dat was net zo vaak als Atlético Madrid in 180 minuten deed tegen Real in de kwartfinales van de Champions League. Real had het moeilijk in het eerste halfuur, maar kwam wel op gelijke hoogte, via Cristiano Ronaldo. Hij maakte zijn zesde doelpunt in zijn laatste zes Champions League-wedstrijden tegen Italiaanse ploegen.

voetbalzone

Met zijn rake kopbal ging Ronaldo ook zijn eeuwige rivaal Lionel Messi voorbij: Ronaldo is nu met 76 doelpunten topscorer aller tijden van de Champions League, Messi staat op 75 goals. Voor Real betekende dit het 148ste doelpunt van dit seizoen en met 54 goals en 20 assists was Ronaldo bij de helft van de productie betrokken. Ronaldo maakte dit seizoen al negen doelpunten in de Champions League, en maakte al die goals in de eerste helft, en heeft bovendien negen keer gescoord in de halve finales van het belangrijkste Europese clubtoernooi: een record.

Opvallend was dat Gareth Bale in de eerste helft nauwelijks in het stuk voorkwam: de Welshman had voor rust maar veertien balcontacten, het laagste aantal van alle spelers op het veld. Iker Casillas had er in de eerste helft al twintig. In de tweede helft maakte Carlos Tévez vanaf de stip het winnende doelpunt en dit betekende voor de Argentijn zijn 29ste doelpunt in zijn 43ste wedstrijd van dit seizoen. In 2009/10 maakte hij net zo veel goals voor Manchester City, in Europa scoorde hij nog geen enkele keer vaker.