Rodgers zat aan de grond: ‘Ik dacht dat mijn trainersloopbaan erop zat’
Op papier behoort Brendan Rodgers op dit moment tot de betere trainers in Engeland. De 41-jarige Noord-Ier doet het immers buitengewoon goed met Liverpool, dat tweede staat in de Premier League op slechts een punt van koploper Chelsea. Een paar jaar geleden zag de wereld er echter nog volkomen anders uit voor Rodgers. In december 2009 ontsloeg Reading hem als trainer en kwam hij nergens aan de bak in de voetballerij.
Rodgers zette in 2008 zijn eerste stappen als hoofdtrainer bij Watford en verkaste na een jaar naar Reading. Ondanks een prima start bij die club werd hij op 16 december, na zes maanden in dienst te zijn geweest, op straat gezet. De club stond toen net boven de degradatiestreep in de Championship. “Mensen vragen mij wel eens: wat is je succesformule? En voor mij is het antwoord dan ‘falen’. Dat is waar je beter van wordt”, zegt Rodgers.
“Bij Reading voelde ik voor het eerst in mijn leven dat ik gefaald had. Ik had waarschijnlijk het script verkeerd gelezen, denkende dat ik drie jaar de tijd had. In werkelijkheid had ik maar twintig wedstrijden”, weet Rodgers nu. “Ik had toen een keuze: of ik zou in de vergetelheid raken als hoofd opleidingen of zo, wat ik al veertien jaar had gedaan. Of ik kon karakter tonen en doorzettingsvermogen en er weer voor gaan.”
Terwijl hij werkloos thuis zat overleed zijn moeder en was het drama compleet: Rodgers had geen voetbal om zich heen én verloor een zeer kostbaar familielid. De trainer bezocht Roberto Mancini bij Manchester City en bracht Steve McClaren, die toen trainer was van FC Twente, een bezoek. Dat gebeurde in aanloop naar de allesbeslissende wedstrijd tegen NAC Breda op de slotdag van het seizoen 2009/10. Hij had al geprobeerd sollicitatiegesprekken te krijgen, maar het draaide allemaal op niets uit: ook clubs in de League One wilden hem niet.
“Ik dacht dat mijn trainersloopbaan erop zat, voordat-ie goed en wel van start was gegaan”, erkent Rodgers nu in een interview met de Daily Mail. “Ik ging er vanuit dat ik een aantal jaren hulptrainer zou zijn bij Manchester City, voordat ik weer ergens mijn naam kon gaan proberen te vestigen. Maar op een dag pakte het allemaal goed uit. Ik zat in de McDonald’s met mijn kinderen toen Swansea City belde, die wilden graag met me praten. En later die week werd ik trainer van Swansea.”
Vanaf dat moment ging de zon weer schijnen voor Rodgers. In zijn eerste seizoen bij the Swans leidde hij de club naar de finale van de play-offs en daarin werd zijn oude club Reading met 4-2 geklopt: voor het eerst in de geschiedenis ging een club uit Wales naar de Premier League. En in het seizoen dat volgde was Swansea City zogenaamd degradatiekandidaat nummer één, maar de club eindigde wonderbaarlijk knap als elfde. Rodgers had toen al bijgetekend tot medio 2015.
Een maand later stelde Liverpool hem aan als opvolger van Kenny Dalglish, die twee weken eerder was weggegaan van Anfield. In het eerste seizoen onder Rodgers finishte de club als zevende en werd het voortijdig uitgeschakeld in de Europa League en FA Cup. Nu gaat het stukken beter en doet de club nog volop mee om de landstitel, zeven speelronden voor het einde. De laatste zeven competitieduels werden allemaal gewonnen en zondag wacht een ontmoeting met Tottenham Hotspur.