Roda-icoon wil weg uit voetbalerij: ‘Vuilnisman, dat lijkt me ook wel wat’
Eric van der Luer is voor het grootste deel van zijn leven verbonden aan Roda JC. Hij speelde meer dan vierhonderd wedstrijden voor de club uit Kerkrade en bleef na zijn voetballoopbaan aan Roda verbonden. Hij was jeugdtrainer, opleidingshoofd, scout, assistent-trainer en interim-hoofdtrainer. De afgelopen jaren zag Van der Luer zijn club in verval raken en hij heeft er genoeg van.
Van der Luer had er geen goed gevoel bij toen investeerder Mauricio García zich meldde in Kerkrade. Zijn strijd tegen de Mexicaan kostte hem zijn baan. Hij zit sinds de zomer van vorig jaar thuis. Van der Luer zou in november weer aan de slag gaan bij Roda, maar dat liep anders. Inmiddels hoeft het van hem niet meer. “Al meer dan een jaar loop ik rond met de gedachte om uit de voetballerij te stappen”, vertelt hij in gesprek met Voetbal International. “Ik ben een tijdje terug naar een loopbaancoach geweest. ‘Je bent gek als je iets anders gaat doen, met jouw kennis en vaardigheden’, concludeerde die vrouw. En toch wil ik het.”
Van der Luer wil een omslag maken en solliciteerde de afgelopen maanden op verschillende functies buiten het voetbal. “Begeleiding geven aan kinderen met overgewicht, bijvoorbeeld”, vervolgt de oud-international. “Dit is zo'n lastige tijd. Maar de kachel moet roken. Ik zou misschien bij een amateurclub aan de slag kunnen gaan, in combinatie met een reguliere baan. Ik voel me nergens te groot voor. Op maandag rijden ze hier altijd met die grote wagens door de straat. De laatste keer dacht ik: Vuilnisman, dat lijkt me ook wel wat.”
Voordat het coronavirus uitbrak, was Van der Luer een tijdland werkzaam in een café van een vriend in Maastricht. “Hij vroeg me om bij de deur te staan, maar binnen de kortste keren liep ik met een dienblad over het terras. Wekenlang heb ik van alles gedaan”, vertelt de oud-voetballer. “Afwassen, toetjeskeuken. Gewoon om te kijken wat ik kan. Geld kreeg ik er niet voor, maar ik vond het allemaal zo leuk om te doen. Mensen noemen de horeca hectisch, maar dan hebben ze nooit bij Roda gewerkt. Een verademing, vond ik het. Niet meer constant onzekerheid, elke dag problemen oplossen, alleen maar gezeik.”