Revival bij Ajax maakt grote indruk: ‘Men was De Jong en Schöne gewend’
Jan van Halst ziet de nodige overeenkomsten tussen zijn situatie als speler van Ajax en die van Edson Álvarez. De analist had net als de Mexicaanse middenvelder aanpassingsproblemen in Amsterdam, maar groeide uiteindelijk uit tot een belangrijke speler, met de landstitel en TOTO KNVB Beker in 2002 als ultieme beloning. Álvarez lijkt anderhalf jaar na zijn entree bij Ajax ook eindelijk zijn draai te hebben gevonden.
"Ik raakte op mijn eerste training meteen geblesseerd, omdat het tempo zo hoog lag. Ik heb een half jaar moeten wennen aan het hogere tempo en wat ze precies verwachten bij Ajax", blikt Van Halst terug in een vraaggesprek met NU.nl. "Bij een topclub moet je elke speler de tijd geven om zich aan te passen. Als je helemaal nieuw bent, zoals Álvarez, is het uitzonderlijk dat je vanaf dag één aanhaakt bij dat niveau." Over Álvarez is regelmatig gezegd dat hij niet zou passen in de manier van spelen van Ajax, een mening die Van Halst bekend voorkomt.
"Ook over mij werd geroepen dat ik niet bij Ajax paste. Ik moest daar een beetje om gniffelen, want ik kon me dat ook nog wel voorstellen", geeft de voormalig middenvelder eerlijk toe. "Maar zo werkt het niet in het voetbal. Elke ploeg heeft een goede balans nodig, spelers die het vuile werk opknappen. Heb je die niet, dan ben je naïef." Van Halst geeft wel een belangrijk verschil aan tussen hemzelf en Álvarez. De voetbalvolger had in zijn actieve periode bij Ajax te maken met drie trainers: Jan Wouters, Co Adriaanse en Ronald Koeman. De Mexicaanse miljoenenaanwinst heeft tot dusver alleen met Erik ten Hag gewerkt.
"Daarom vind ik wat Álvarez doet knapper", deelt Van Halst een compliment uit aan de verdediger annex middenvelder. "Een nieuwe trainer wil altijd iets veranderen. Als je bij een al aanwezige trainer een mindere periode hebt gehad, krijgt die trainer een bepaald beeld van je. Weet je dat om te buigen, dan is dat een groter compliment waard dan wanneer er een nieuwe trainer komt, bij wie spelers nieuwe kansen krijgen", aldus de analist. De Mexicaanse journalist Daniel Reyes is eveneens onder de indruk van de comeback van Álvarez bij de koploper in de Eredivisie. De landgenoot van de Ajacied zag ook dat de in Mexico zeer populaire speler worstelde in Nederland, waardoor er al snel met de beschuldigende vinger werd gewezen richting Ten Hag.
Voor Reyes kwam dat niet als een verrassing. "Als ze geen minuten krijgen, is het altijd de schuld van de trainer of van iemand anders. Dus in dit geval gaven ze Ten Hag er de schuld van dat Álvarez geen kans kreeg." De situatie is inmiddels geheel anders, met Ten Hag en de supporters van Ajax die vol lof zijn over de aankoop uit 2019. "Mensen waren Frenkie de Jong en Lasse Schöne gewend. Álvarez is heel anders. Het is knap dat hij heeft laten zien dat hij een Ajax-speler is", zo besluit Reyes zijn relaas.