Reserverol onder Ronald Koeman deed pijn: ‘De ommekeer is immens’
Wat er precies omging in zijn hoofd op een late zondagavond in april 2017, is voor Aaron Lennon nog een te gevoelig onderwerp. Maar de aanvaller van Burnley is uit een diep dal geklommen en voelt zich beter dan ooit. "Ik ben op een leeftijd waarop je beseft hoe blij je mag zijn om voetballer te zijn", vertelt de 31-jarige Lennon in een interview met de Daily Mirror.
Toen hij in augustus 2003 debuteerde in de Premier League voor Leeds United, op een leeftijd van 16 jaar en 129 dagen, werd Lennon de jongste speler ooit in de Premier League. De verwachtingen waren hooggespannen en werden door Lennon deels waargemaakt, toen hij tussen 2005 en 2015 onder contract stond bij Tottenham Hotspur. De 21-voudig international van Engeland verkaste vervolgens definitief naar Everton. Vanaf de zomer van 2016 ging Lennon samenwerken met Ronald Koeman en dat werd geen gelukkig huwelijk.
In de eerste twee maanden onder Koeman kwam Lennon tot welgeteld veertien minuten speeltijd. Ook in de daaropvolgende maanden deed de oefenmeester maar zelden een beroep op de buitenspeler, die zwaar gebukt ging onder zijn reserverol. Eind april 2017 werd Lennon door de politie aangetroffen nabij een snelweg. Hij werd in verwarde toestand opgenomen in het ziekenhuis: onder de Mental Health Act, die wordt toegepast als iemand een gevaar voor zichzelf of anderen kan vormen, werd Lennon vastgehouden.
Details over die avond wil Lennon niet delen. Nadien maakte hij evenwel zijn rentree op het trainingsveld en in het seizoen 2017/18 stelde Koeman zijn pupil nog regelmatig op in de Premier League. Desondanks mocht hij in januari vertrekken naar Burnley en dat lijkt voor alle partijen de beste oplossing te zijn geweest. "Naar Burnley gaan is een van de beste beslissingen die ik ooit heb genomen. Ik was een heel lange tijd op een duistere plek. Maar nu geniet ik van iedere dag en heb ik elke ochtend zin in de training, als ik wakker word."
"Dat betekent ontzettend veel voor me", vervolgt Lennon. In de periode waarin hij nauwelijks aan spelen toekwam, raakte hij de liefde voor het voetbal naar eigen zeggen niet kwijt. "Dat zou ik niet zeggen, maar er waren lange periodes waarin ik geen deel uitmaakte van de selectie van Everton. Op een gegeven moment voel je je dan geen voetballer meer. Je traint doordeweeks, maar in het weekend hoor je er niet bij. Dat was zwaar. Voetbal is alles wat ik heb." Het belangrijkste is dan ook dat hij nu weer in actie komt, geeft Lennon aan.
"Ik wilde weer doen waar ik van houd. Dat het nu is gelukt, voelt bevrijdend. Het is moeilijk in woorden uit te drukken, maar de ommekeer ten opzichte van een jaar geleden is immens", vervolgt de Engelsman. Hij gaat niet mee met het idee dat voetballers allang tevreden zijn als ze hun salaris binnenkrijgen, ook al spelen ze niet. "Voor mij gaat het honderd procent om het voetbal zelf. Als je niet speelt, ga je niet gelukkig naar huis. Je geniet er niet van. Je hoort vaak dat het voetballers niet interesseert, maar ik geloof niet dat er veel voetballers zijn die geen problemen hebben met een reserverol."
Bij Burnley heeft Lennon het plezier in de sport hervonden. Hoewel hij in veertien duels nog niet tot scoren kwam, voelt Lennon zich goed. "Trainer Sean Dyche vertelde me dat het een perfecte kans was om weer van het voetbal te gaan genieten, en dat Burnley daar de perfecte club voor was. Ik geloofde elk woord dat hij zei en elk woord is ook uitgekomen. De voetbalwereld is goed voor me geweest, zeker in de moeilijke tijden. Er zijn veel mensen die ik dank verschuldigd ben en nog zal bedanken. Dat ga ik nog doen."
Lennon tekende in januari een contract voor tweeënhalf jaar bij Burnley. Hij kijkt nog niet te ver vooruit, maar beseft wel dat het grootste deel van zijn loopbaan erop zit. "Ik ben op een leeftijd waarop je beseft hoe blij je mag zijn om voetballer te zijn. Ik heb een fantastische carrière gehad, maar die vliegt ook voorbij. Om te bedenken dat mijn debuut bij Leeds United vijftien jaar geleden was … Zoveel jaren heb ik niet meer te gaan. Daarom wil ik niet aan de zijlijn blijven staan."