Real Madrid speelt eindelijk weer en boekt eerste uitzege sinds november
Real Madrid heeft zaterdag voor het eerst in dertien dagen weer een wedstrijd gespeeld. Het team van Zinédine Zidane zegevierde op bezoek bij Osasuna met 1-3 en dat betekende de eerste uitzege in competitieverband sinds 19 november 2016, toen bij stadsgenoot Atlético Madrid werd gewonnen. Real Madrid, dat het uitduel met Celta de Vigo vorige week zag afgelast worden, heeft nu één punt meer dan Barcelona én twee duels minder.
Real Madrid voelde zich in de eerste helft allesbehalve op zijn gemak. Het team van Zidane startte goed aan de wedstrijd, maar verloor aan intensiteit naarmate de eerste helft verstreek. Na ruim twintig minuten voetballen nam het bezoek de leiding. Cristiano Ronaldo ontving een heerlijke dieptepass van Karim Benzema, waarna hij Salvatore Sirigu met een schot door de benen passeerde: 0-1. Het was voor de Portugees alweer zijn elfde treffer in tien competitiewedstrijden tegen de club uit Pamplona.
Osasuna stond op dat moment al aangeslagen op het veld. Tano brak na een ongelukkige botsing met Isco zowel zijn kuit- als scheenbeen; een horrorblessure die indruk maakte op alle aanwezige voetballers. De thuisploeg poetste de achterstand na nog geen tien minuten weg. Sergio León ontving een uitstekende dieptepass en wipte het leer vervolgens beheerst over de uitkomende Keylor Navas: 1-1.
Real Madrid trok het duel in de tweede helft naar zich toe. De 1-2 verscheen in de 62e minuut op het scorebord. Na een mislukte actie van Benzema in het strafschopgebied viel het leer voor de voeten van Isco, die de bal vervolgens laag in de verre hoek mikte. Het lukte Real Madrid vervolgens om de voorsprong te behouden, tegen een moegestreden Osasuna. Navas moest negen minuten voor het einde nog wel in actie komen op een harde inzet van León, maar tot meer was de thuisploeg niet in staat. In de extra tijd bepaalde Lucas Vázquez, de vervanger van Benzema, de eindstand: 1-3.