Real Madrid nadert Barcelona tot vier punten

Real Madrid is momenteel dé ploeg in vorm in de Primera División. Juande Ramos zag zaterdagavond hoe zijn ploeg tegen Espanyol alweer de tiende overwinning op rij boekte: 0-2. Dat houdt in dat de achterstand op Barcelona naar slechts vier punten is teruggebracht. De lijstaanvoerder komt zondag in actie tegen Atlético Madrid.



De eerste helft in het Estadio Lluis Companys was niet van een bijzonder hoog niveau. In de beginfase ging het spel nog op en neer maar naar mate de rust in zicht kwam daalde de intensiteit in Barcelona. De enige echte kans in het eerste bedrijf was voor de thuisploeg. Een kopbal van Román Martínez, na een voorzet van Luis García, werd in de zesde minuut door doelman Iker Casillas gekeerd.

Real Madrid, waar Arjen Robben, Wesley Sneijder en Klaas-Jan Huntelaar in de basis stonden, zette Espanyol in enkele fases onder druk, maar Carlos Kameni werd nauwelijks op proef gesteld. De inzetten van Robben en Gonzalo Higuaín gingen naast zijn doel. Een domper was daarnaast het feit dat Sneijder en Pepe een gele kaart kregen en volgende week de stadsderby met Atlético Madrid missen.

Na de hervatting drongen de Madrilenen meer aan, maar echt doelrijpe kansen volgden niet. Sneijder schoot over het doel van Kameni, terwijl een slimme actie van Higuaín in de kiem werd gesmoord door de verdediging van los Periquitos. Een rake vrije trap van Guti, ingevallen voor Sneijder, brak de ban. De bal van de middenvelder ging via de hand van Kameni en de paal over de doellijn: 0-1.

Vijf minuten later gooide Raúl de wedstrijd in het slot. De voor Higuaín ingevallen Marcelo legde breed op de aanvoerder, die het leer keurig met links achter Kameni plaatste. Het was alweer zijn zestiende doelpunt in zijn carrière tegen de club uit Barcelona. In de slotfase probeerden Raúl Tamudo en Néné de thuisploeg terug in de wedstrijd te helpen, maar Casillas zag de inzetten naast zijn doel gaan.