Real Madrid mag zich beklagen na verlies in Sevilla

Uitduels in Sevilla zijn dit seizoen niet besteed aan Real Madrid. De Spaans kampioen verloor in september op bezoek bij Sevilla al en ging daar zaterdag opnieuw ten onder: dit keer tegen Real Betis. Beñat werd matchwinner voor het team van Pepe Mel, dat dankzij de 1-0 zege stijgt naar de vierde plaats. Real heeft echter reden tot klagen, want twee geldige goals van Karim Benzema werden afgekeurd wegens buitenspel. Real moet nu vrezen dat Barcelona zondag de voorsprong uitbreidt van elf punten. De derde nederlaag betekent voor Real dat het nu al vaker verloren heeft dan in het vorige kampioensseizoen 2011/12 (twee keer).

Real Madrid ging de wedstrijd in Sevilla tegemoet met de gedachte het gat naar Barcelona te verkleinen tot vijf punten. Amper een kwartier onderweg in het Benito Villamarín van los Béticos moest de missie echter al bijgesteld worden tot het ongedaan maken van een achterstand. Ángel Di María verdedigde wat onbeheerst uit en leverde de bal in bij Beñat. De door zoveel clubs begeerde international van Spanje bedacht zich niet, schudde Sami Khedira van zich af en haalde hard uit: Iker Casillas was kansloos op zijn schot.

Real had opmerkelijk weinig stootkracht in huis om Betis daarna met de rug tegen de muur te zetten. De regerend kampioen van Spanje was voor de 1-0 alleen even gevaarlijk geworden via Cristiano Ronaldo, die over schoot. En na de goal van Beñat schampte hij een voorzet slechts met het hoofd naast. Achterin bleef het ook opletten geblazen voor de Koninklijke: Sergio Ramos verdedigde gelukkig goed bij een kans voor José Cañas en voorkwam zo meer schade voor Real. Real had de arbitrage niet mee toen een rake volley van Benzema afgekeurd werd, maar vocht door. Mourinho zag dat zijn team worstelde en voerde in de rust wijzigingen door.

De Portugees bracht Luka Modric en Kaká in het veld voor Khedira en Mesut Özil, die teleurstellend speelden. Het bracht niet het effect teweeg waarop the Special One hoopte: Betis bleef opmerkelijk veel aan de bal, de venijnige uitbraken van Real kwamen er niet en Ronaldo oogde vrij futloos. Gezegd moet wel dat een geldige treffer van Benzema weer afgekeurd werd en dat het Real dus ook niet mee zat. Pas na een uur kwam er weer echt leven in de brouwerij en moest Ángel zijn keeper Adrián te hulp schieten bij een aanval. Terstond werd ook Kaká gevaarlijk

Betis beet echter ook nog wel van zich af. Met nog twintig minuten op de klok zocht Real Madrid (dat José Callejón erbij kreeg voor Di María) steeds intensiever de weg naar voren, maar dat zorgde er ook voor dat er achterin ruimtes vrij kwamen te liggen. Bijna profiteerde Salva Sevilla daarvan, maar hij maakte een beweging teveel in plaats van direct te schieten: de kans ging zo verloren. Ronaldo toonde negen minuten voor tijd zijn uitstekende trap eindelijk, maar Adrián ramde zijn vrije schop weg onder de lat en redde tien seconden later op een kopbal van dichtbij van Benzema.

Málaga - Valencia 4-0
Valencia incasseerde de grootste nederlaag ooit op bezoek bij Málaga. Los Che, ‘traditioneel gezien’ vaak derde achter grootmachten Real Madrid en Barcelona, waren nergens te bekennen in Andalusië. Door het vijfde verlies van het seizoen dreigt het elftal van Mauricio Pellegrino nog dieper weg te zakken, tot buiten de top tien. Wat mogelijk nog meer zorgen baart, is dat Valencia zaterdag op geen enkele wijze lichtpunten liet zien. Al na acht minuten tekende Francisco Portillo voor de 1-0. De mee opgekomen middenvelder kreeg ongedekt de bal in de voeten van links, controleerde die en schoot keurig raak.

Tot een kwartier voor tijd hield Valencia vervolgens de schade beperkt. De ploeg die in de zomer belangrijke spelers liet gaan, maar ook investeerder in vers bloed, liep vervolgens toch nog tegen een recordnederlaag aan. Na een keurige één-twee joeg Javier Saviola de bal onder Diego Alves door (’75) en daarna was het de beurt aan Roque Santa Cruz. Terwijl iedereen van Valencia naar de bal keek, mocht de Paraguayaan ongezien de bal aannemen en die binnen schieten. Isco schreef uiteindelijk in blessuretijd de mooiste goal op zijn naam, een laag schot van achttien meter.