Real Madrid komt laat op stoom en kan zich richten op La Décima

Real Madrid heeft het seizoen 2013/14 in de Primera División zaterdag afgesloten met een 3-1 zege op Espanyol, in een wedstrijd die er nauwelijks toe deed en voor rust niet echt aantrekkelijk was. Het team van Carlo Ancelotti kwam pas in de tweede helft echt op stoomt en maakte er toen drie. De focus kan nu volledig op zaterdag 24 mei, wanneer de finale van de Champions League op het programma staat. Real Madrid snakt naar de eerste Europese trofee sinds het seizoen 2001/02.

Real Madrid wist bij voorbaat al dat het geen kampioen meer kon worden: de tweede plaats was het maximaal haalbare in de competitie en dan nog was het afhankelijk van de wedstrijd tussen Barcelona en Atlético Madrid. Misschien wel daarom haakte Cristiano Ronaldo na de warming-up uit voorzorg af. De Portugese superster voelde pijn in zijn hamstring bij het rekken en strekken en besloot geen onnodige risico’s te nemen: Isco verving hem tegen Espanyol en Xabi Alonso nam Isco’s plek op de reservebank over.

Zonder Ronaldo, maar met de andere sterren startte de Koninklijke dus de ontmoeting met Espanyol. Het woord was aan de thuisclub, die het initiatief nam. Karim Benzema kopte over na een voorzet van Marcelo en kort daarop mikte Gareth Bale van buiten de zestien meter naast het doel van Kiko Casilla. Na bijna een half uur kreeg Benzema weer een kans. Met wat geluk kreeg hij de bal mee na een aanval, maar de uit zijn doel gestormde Casilla pareerde het schot van de Fransman.

Het was het laatste ‘hoogtepunt’ in de eerste helft, die nog een kwartier duurde. De echte wil om er een wedstrijd van te maken ontbrak bij Real Madrid. Ook Espanyol, dat maximaal elfde kon worden met een zege in het Santiago Bernabéu, leek er niet heel veel zin in te hebben. Trainer Javier Aguirre zat zaterdag voor het laatst op de bank bij de tweede club uit Barcelona en zag hoe Espanyol vooral tegenhield en zelf niet zoveel creëerde. Na rust hield het ook niet over en was er weinig aan voor de supporters.

Sergio Ramos probeerde het na dik een uur eens van afstand, maar mikte te hoog. Toch mochten de handen vlak daarna alsnog op elkaar: Benzema bediende Bale goed en de Welshman vond met een laag schot de verre hoek. Met zijn vijftiende doelpunt van het seizoen brak hij de score eindelijk open voor Real. Ancelotti haalde Benzema kort daarop naar de kant; de spits had last van zijn lies en werd vervangen door Álvaro Morata. De invaller tekende vijf minuten voor tijd voor de 2-0 uit een messcherpe counter, waarna Pizzi profiteerde van slecht verdedigen en de eer redde voor Espanyol. Uit een nieuwe counter bepaalde Morata de eindstand op 3-1.