Real Madrid keert terug naar 1980; Zelfs Barcelona B geeft meer geld uit
Real Madrid deed in de afgelopen transferperiode nauwelijks zaken op de transfermarkt. Alleen Martin Ödegaard, Andriy Lunin en Álvaro Odriozola keerden terug van verhuurperiodes elders. In de Spaanse media is er verbazing over het niet uitgegeven van tientallen miljoenen euro's door de Koninklijke, dat na 2000 nooit minder uitgaf dan dertig miljoen euro aan nieuwe spelers.
Afgelopen seizoen legde Real honderd miljoen euro neer voor Eden Hazard, terwijl er in totaal voor 352 miljoen euro werd uitgegeven aan aanwinsten. In de jaargang 2018/19 lagen de transferuitgaven op 162 miljoen euro. Het jaar daarvoor kwam de grootmacht uit Madrid uit op een totaalbedrag van veertig miljoen euro, wat al opmerkelijk weinig was. Enkele jaren later is de terugkeer van Ödegaard in het Santiago Bernabéu het enige wapenfeit van de kampioen van Spanje.
Aan de andere kant heeft Real een behoorlijk bedrag overgehouden aan de verkoop van spelers. Achraf Hakimi ging voor veertig miljoen euro naar Internazionale, terwijl Tottenham Hotspur dertig miljoen euro overmaakte naar Madrid voor Sergio Reguilón. Het totaalbedrag kwam uit op 98 miljoen euro. Daarnaast werden de salariskosten verder verlicht door het verhuren van Gareth Bale aan Tottenham en het transfervrije vertrek van James Rodríguez naar Everton.
De Spaanse krant AS vergelijkt de huidige situatie met die van 1980, toen Real voor het laatst zonder aankopen aan een nieuw seizoen begon. Tevens wordt in de Spaanse media de link gelegd met aartsrivaal Barcelona, dat vanwege problemen op financieel gebied weinig kon uitrichten op de transfermarkt. Mede hierdoor was het niet mogelijk om Memphis Depay los te weken bij Olympique Lyon. De Catalanen investeerden voor 126 miljoen euro in de selectie en hielden 124 miljoen euro over aan de verkoop van spelers. Een opvallend detail wordt tot slot naar voren gebracht: Bij Barcelona B lagen de transferuitgaven op dertien miljoen euro, een hoger bedrag dan Real.