Real Madrid herstelt zich met zesklapper van midweekse nederlaag
Real Madrid heeft de laatste thuiswedstrijd van het seizoen omgezet in een klinkende overwinning. De ploeg van Zinédine Zidane had geen kind aan Celta de Vigo en won met 6-0. Daardoor is Real Madrid zeker van de derde plaats; men kan nog als tweede eindigen, maar dan moet er op de slotdag gewonnen worden bij Villarreal en moet Atlético Madrid voor eigen publiek verliezen van Eibar.
Cristiano Ronaldo en Dani Carvajal ontbraken, net als midweeks tegen Sevilla (3-2 nederlaag), door blessureleed. Ten opzichte van die competitiewedstrijd gooide Zinédine Zidane zijn opstelling volledig op de schop: alleen Karim Benzema, Casemiro en Nacho behielden hun basisplaats. Celta, de nummer dertien van LaLiga, begon nog positief en aanvallend in het Santiago Bernabéu. Het kon een vroege achterstand niet voorkomen. Na een uittrap van Keylor Navas belandde de bal in de dertiende minuut bij Luka Modric, die een scherpe pass afleverde aan Gareth Bale. Die schoot vanaf de rand van het strafschopgebied raak via de paal: 1-0.
Vlak na het doelpunt dacht Celta op gelijke hoogte te komen, maar een treffer van Maximiliano Gómez werd afgekeurd wegens buitenspel. Aan de overzijde wist doelman Sergio Álvarez een vrije trap van Bale ternauwernood te pareren. De Welshman had het op zijn heupen en zou even daarna alsnog scoren na een fraaie individuele actie. Op de rechterflank, nabij de achterlijn, passeerde hij Jonny Castro met een vernuftige voetbeweging en schoot hij met het linkerbeen raak in de bovenhoek. De 3-0 kwam van Isco, die juist vanaf de linkerflank de rechterbovenhoek opzocht.
Enkele minuten voor rust bracht Navas nog redding op een inzet van Daniel Wass en dus bleef de voorsprong in de eerste helft intact. Zes minuten na de onderbreking breidde Real Madrid de marge uit naar vier. Achraf Hakimi werd gevonden door Karim Benzema, sprintte richting het strafschopgebied en rondde af via de voeten van de doelman. Een eigen doelpunt van Sergi Gómez na een voorzet van Marco Asensio betekende de 5-0 en via Toni Kroos werd het 6-0, nadat Borja Mayoral het overzicht behield in het strafschopgebied.