Real gooit hoop op titel te grabbel tegen Valencia

Real Madrid lijkt het kampioenschap wel te kunnen vergeten. De Koninklijke morste zaterdagavond op eigen veld twee punten tegen Valencia (2-2) en de achterstand op koploper Barcelona is nu opgelopen tot vier punten. Met nog twee speelronden voor de boeg lijkt het team van Carlo Ancelotti zich dan ook neer te moeten leggen bij de tweede plaats in de Primera División.

Na de zege van Barcelona eerder op de avond moest Real winnen om het sprankeltje hoop op de eerste plaats levend te houden. Valencia stormde na de aftrap meteen naar voren en Paco Alcácer dwong Iker Casillas met een hard schot tot een redding. Na tien minuten had de aanvaller opnieuw kunnen scoren, maar hij liftte de bal over Casillas en het doel heen. Het ging er in het openingskwartier soms stevig aan toe en Real was met name bij stilstaande fases gevaarlijk. Cristiano Ronaldo kopte na achttien minuten bijvoorbeeld na een hoekschop tegen de lat. Een minuut later lag de bal er aan de andere kant in: Alcácer tikte een voorzet met een volley bij de eerste paal in het doel. Een paar minuten later liep de thuisploeg tegen twee nieuwe dompers aan.

Toni Kroos moest zich vanwege een spierblessure laten vervangen door Asier Illarramendi en na 26 minuten werd het 0-2 in Santiago Bernabéu: Javi Fuego verdubbelde met een knappe kopbal na een vrije trap de marge in het voordeel van De Oranjes. Real hoopte de scheve situatie snel recht te zetten en ging op zoek naar de aansluitingstreffer: Diego Alves keerde echter een knal van Gareth Bale en Javier Hernández trof de paal. Op slag van rust kreeg Real dan toch nog een uitgelezen mogelijkheid om op 1-2 te komen, nadat Bale na licht contact met José Gayá een strafschop verdiende. Ronaldo stuitte echter op Alves en in de rebound trapte hij over de bal.

Valencia keek voor het eerst sinds 1999 (2-3) tegen een 0-2 voorsprong aan in Bernabéu, maar die bleef niet op het scorebord staan. Elf minuten na rust werd de aanhoudende druk van Real namelijk beloond met de 1-2: Pepe klom bij een hoekschop het hoogst en knikte raak. De Portugees mocht overigens niet klagen dat hij nog op het veld stond, want vier minuten na de pauze sprong hij Pablo Piatti met een knietje vol in de rug. Scheidsrechter Clos Gómez vond een gele kaart voldoende. Na het uur golfde de wedstrijd razendsnel op en neer: Sofiane Feghouli schoot bijvoorbeeld naast en aan de andere kant trapte Chicharito half over de bal.

In de laatste twintig minuten keerde het vuur na een rustigere fase terug in de wedstrijd. Doelman Alves groeide stilaan uit tot de man van de wedstrijd, want hij keerde op knappe wijze een kopbal van Sergio Ramos. Het Valencia van Nuno Santo vergat het duel negen minuten voor tijd op slot te gooien toen invaller Álvaro Negredo van dichtbij over schoot. Twee minuten later werd het gelijk: Isco knalde het leder van een meter of 25 in de hoek en bezorgde Real daarmee een punt, die ondanks de late gelijkmaker aanvoelde als een nederlaag. Hernández kreeg diep in blessuretijd nog een kans op de 3-2, maar stuitte op de uitblinkende Alves.