‘Pusic heeft me ook een mes in de rug gestoken, honderd procent’
Gertjan Verbeek kijkt in gesprek met Voetbal International terug op zijn teleurstellende periode bij FC Twente. Hij werd in het seizoen 2017/18 ontslagen en opgevolgd door Marino Pusic, onder wie de Tukkers degradeerden uit de Eredivisie. De huidig trainer van Adelaide United noemt zijn tijd in Enschede ‘een grote teleurstelling, voor zowel Twente als voor mij’.
Verbeek werd vanwege de tegenvallende resultaten ontslagen. Zijn vertrek had weinig effect, want zonder de trainer aan het roer daalde Twente af naar de Keuken Kampioen Divisie. Hij merkte dat er ‘grote verdeeldheid’ heerste binnen de spelersgroep. “Aan de ene kant had je de oer-Twentenaren. Bijen, Thesker, Drommel, die jongen met dat staartje. Van der Lely, ja. Aan de andere kant de Marokkanen”, legt hij uit in gesprek met het weekblad. “Die Twentse jongens werden benaderd door mensen van de RvC en gingen dan op mij afgeven. Dat vonden die Marokkanen weer verschrikkelijk. Die hebben een hekel aan achterbakse mensen.”
Volgens Verbeek was het zijn probleem dat hij werkte met Pusic als assistent, die zelf graag hoofdtrainer wilde zijn. De huidig assistent-trainer van AZ zou ook zijn zin krijgen toen Verbeek werd ontslagen. “Die heeft me ook een mes in de rug gestoken, honderd procent. Bij de spelers, en bij de RvC”, aldus Verbeek. Terugkijkend op zijn periode bij Twente zegt de coach dat hij er nooit aan had moeten beginnen. “Ja, of zoals Dick Advocaat het bij Feyenoord gedaan heeft. Eerst die hele technische staf eruit flikkeren. Had ik ook moeten doen.”
Verbeek maakte een onrustige tijd mee in Enschede. De achterban baalde stevig van de resultaten en het leverde de trainer zelfs bedreigingen op. “Eén keer werd ik door een groepje opgewacht, na een uitwedstrijd. Eén van die gasten werd op een gegeven moment handtastelijk. Daar kwam hij snel van terug. Die kreeg een knal van mij. Geen kleine jongen, trouwens, maar dat maakt me dan geen zak uit”, aldus Verbeek.